8. Beslissing
De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan de verdachte van:
1. Geld Euro 1.800.00 Biljetten: 36 x 50 euro;
2 Geld Euro 1.000.00 Biljetten: 2 x 500 euro.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. C. Laukens en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 september 2021.
De voorzitter en de oudste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
[naam stichting] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
28 mei 2012 tot en met 9 februari 2017
(telkens) te Voorburg, en/of Nootdorp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, althans eenmaal,
van (een) voorwerp(en), te weten een geldbedrag van 1.150.000 EURO, in elk geval
één of meer geldbedrag(en),
a
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, dan wel heeft/hebben verborgen
verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) of die/dat
geldbedrag(en) is/zijn,
dat voorwerp of die geldbedragen voorhanden heeft/hebben gehad.
b
dat/die voorwerp(en) of dat/die geldbedrag(en), heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet
van dat/die voorwerp(en) of dat/die geldbedrag(en), gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) wist(en), dan wel
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig(e) misdrijven/misdrijf,
voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) van dit plegen van witwassen
een gewoonte heeft/ hebben gemaakt,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte
tezamen en In vereniging, met (een) ander(en), dan wel alleen, opdracht
heeft/hebben gegeven,
dan wel
aan welke bovenomschreven gedraging(en) verdachte tezamen en in vereniging,
met (een) ander(en) dan wel alleen, feitelijk leiding heeft/hebben gegeven;
2.
[naam bedrijf] op één of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 25 juli 2014 tot en met 9 februari 2017
(telkens) te Voorburg, en/of Nootdorp, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), meermalen, althans eenmaal
van (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van 1.096.500 EURO,
althans 926.330 EURO, in elk geval één of meer geldbedrag(en),
a
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld,
dan wel heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) en/of dat/die geldbedrag(en) is/ zijn, en/of dat/die voorwerp(en) of dat/die
geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad
b
dat/deze voorwerp(en) en/of geldbedrag(en), heeft/hebben verworven, voorhanden
gehad, overgedragen, omgezet
van dat/die voorwerp(en) en/of geldbedragen gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl
voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) wist(en), dan wel
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en)
en/of geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk afkomstig
was/waren uit enig(e) misdrijven/misdrijf
terwijl voornoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) van dit plegen van witwassen
een gewoonte heeft/ hebben gemaakt
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven gedraging(en) verdachte feitelijk leiding heeft gegeven;
3.
hij op of omstreeks 18 mei 2015 te Ochten, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een voorwerp, te weten een geldbedrag van (in totaal) 16.600 EURO (waarvan 33 biljetten van 500 euro), althans één of meer geldbedrag(en), voorhanden heeft gehad, terwijl
hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovengenoemd(e) geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.