3.1.
Karmedia heeft bij dagvaarding gevorderd dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. verklaart voor recht dat sprake is van een onrechtmatige steunmaatregel of steunmaatregelen in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) met betrekking tot
1e de raamovereenkomst tussen Markthal en de Gemeente van 25 juli 2008, en/of
2e de overeenkomst "Koop Parkeergarage Markthal" van 25 juli 2008, en/of
3e de overeenkomst van 1 oktober 2009 "de Allonge Raamovereenkomst
Markthal/Turnkey Parkeergarage", en/of
4e de overeenkomst "Allonge" van 14 december 2012
en deze overeenkomsten primair nietig te verklaren, subsidiair te vernietigen;
2. de Gemeente veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis de rechtsgevolgen van de overeenkomsten, voor zover de overeenkomsten nietig zijn verklaard, ongedaan te maken, de onrechtmatige steun van Provastgoed en haar dochteronderneming Markthal terug te vorderen met samengestelde rente conform artikel 9 van de Verordening 271/2008 van de Commissie en partijen te veroordelen tot het betalen van de toepasselijke rente, op straffe van een dwangsom van € 500.000,00 per dag;
3. met veroordeling van de Gemeente in de volledige proceskosten van het geding, op te maken bij staat.
3.2.
Karmedia heeft deze eis, na de oproeping van Markthal c.s. in het geding, bij akte gewijzigd als volgt, dat zij nu vordert dat de rechtbank:
1. verklaart voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld bij de totstandkoming van de Markthal, waaronder het aangaan en/of uitvoeren van de volgende overeenkomsten:
- de raamovereenkomst van 25 juli 2008;
- de overeenkomst "Koop Parkeergarage Markthal" van 25 juli 2008;
- de "Allonge Raamovereenkomst Markthal/Turnkey" van 1 oktober 2009;
- de "Allonge II" van 14 december 2012;
2. de overeenkomsten en allonges als genoemd onder 1. primair nietig verklaart,
subsidiair vernietigt;
3. verklaart voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij de onrechtmatig verstrekte staatssteun niet heeft teruggevorderd;
4. verklaart voor recht dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij de overeenkomsten en allonges onder (1) heeft gesloten zonder dat zij een aanbestedingsprocedure heeft uitgeschreven;
5. de Gemeente veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis, subsidiair een door de rechtbank te bepalen datum, de gevolgen van de overeenkomsten, voor zover de overeenkomsten nietig zijn verklaard dan wel zijn vernietigd, ongedaan te maken door de onrechtmatige steun terug te vorderen van Markthal c.s., te vermeerderen met de rente zoals vastgesteld op grond van artikel 16, tweede lid, en 33, onderdeel e, van de Procedureverordening (Verordening (EU) 2015/1589), subsidiair ex artikel 6:119a BW, meer subsidiair ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf de data waarop de onrechtmatige steun is verleend;
6. Markthal c.s. veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis, althans een door de rechtbank te bepalen datum, de gevolgen van de overeenkomsten, voor zover de overeenkomsten nietig zijn verklaard dan wel zijn vernietigd, ongedaan te maken door de onrechtmatige steun terug te geven aan de Gemeente, te vermeerderen met de rente zoals vastgesteld op grond van artikel 16, tweede lid, en 33, onderdeel e, van de Procedureverordening (Verordening (EU) 2015/1589), subsidiair ex artikel 6:119a BW, meer subsidiair ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf de data waarop de onrechtmatige steun is verleend;
7. de Gemeente veroordeelt om aan Karmedia te voldoen een dadelijk opeisbare dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat partijen nalaten om te voldoen aan het gevorderde onder 5., subsidiair een door de rechtbank te bepalen bedrag, met een maximum van € 1.000.000,00, subsidiair een door de rechtbank te bepalen maximum;
8. Markthal c.s. veroordeelt om aan Karmedia te voldoen een dadelijk opeisbare dwangsom van € 1.000,00 per dag, subsidiair een door de rechtbank te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Markthal c.s. nalaten om te voldoen aan het gevorderde onder 6., met het maximum van € 1.000.000,00, subsidiair een door de rechtbank te bepalen maximum;
9. de Gemeente veroordeelt om de schade die Karmedia heeft geleden te vergoeden, waaronder maar niet beperkt tot de (interne) kosten die Karmedia heeft gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte en (mogelijke) deskundigenkosten, nader op te maken bij staat;
10. de Gemeente en Markthal c.s. veroordeelt tot betaling van de proceskosten en de nakosten van deze procedure, met inbegrip van salaris voor de advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, subsidiair artikel 6:119 BW over deze kosten, indien niet binnen twee weken na de datum van het te wijzen vonnis voldoening daarvan heeft plaatsgevonden.