11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 192 (zegge: honderdtweeënnegentig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 180 (zegge: honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (zegge: tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (zegge: hondertwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: de voorwerpen op de beslaglijst genummerd 1, 2, 4 tot en met 12;
- verklaart onttrokken aan het verkeer: het voorwerp op de beslaglijst genummerd 3.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.M.A. Hinfelaar, voorzitter,
en mrs. J.J. Bade en R.J.A.M. Cooijmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.M. Kokken, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2020.
De oudste rechter, jongste rechter en griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2018 tot en met 11 maart 2019
te Utrecht, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of
ontworpen is tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel l38ab
eerste lid, 138b en/of 139c Wetboek van strafrecht,
heeft vervaardigd, verkocht, verspreid of anderszins ter beschikking heeft
gesteld of voorhanden heeft gehad,
met het oogmerk dat daarmee een van die misdrijven werd gepleegd,
immers heeft verdachte malware (Rubella Macro Builder, Dryad en/of Cetan)
vervaardigd en/of (op hackfora) verkocht, welke malware hoofdzakelijk was
ontworpen om voornoemde misdrijven te plegen door het mogelijk te maken
om op met deze malware geïnfecteerde computers:
- . xls en/of .doc bestanden te genereren die macros bevatten
- bestanden te downloaden en/of uit te voeren
- opdrachten uit te voeren
- toetsaanslagen te loggen
art. l39d lid 2 sub a Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2018 tot en met 11 maart 2019
te Utrecht, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt en/of
ontworpen is tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in
artikel 350a eerste lid en/of 350c Wetboek van Strafrecht,
heeft vervaardigd, verkocht, verspreid of anderszins ter beschikking heeft
gesteld of voorhanden heeft gehad,
met het oogmerk dat daarmee een van die misdrijven werd gepleegd,
immers heeft verdachte malware (Rubella Macro Builder, Dryad en/of Cetan)
vervaardigd en/of (op hackfora) verkocht, welke malware hoofdzakelijk was
ontworpen om voornoemde misdrijven te plegen door het mogelijk te maken om op
malware geïnfecteerde computers:
- . xls en/of .doc bestanden te genereren die macros bevatten
- bestanden te downloaden en/of uit te voeren
- opdrachten uit te voeren
- toetsaanslagen te loggen
art. 350d sub a Wetboek van Strafrecht
act 139d lid 2 ahf/sub a Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 20 mei 2017 tot en met 11 maart 2019 te
Utrecht
stoffen, voorwerpen en/of gegevens, te weten creditcardgegevens (42)
heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen
en/of voorhanden heeft gehad,
waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van het in
artikel 231b Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf
art. 234 Wetboek van Strafrecht
art 234 lid 1 Wetboek van Strafrecht