6 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte de onder 5 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Ten aanzien van de onder 5 ten laste gelegde feiten volgt hieronder een nadere uiteenzetting op basis waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring komt. Ten aanzien van feit 7 volgt het oordeel van de rechtbank uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen.
Feit 5
De verdachte wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen slachtoffers heeft bewogen geld over te maken voor de aankoop van concert- en voetbalkaarten of andere producten, die vervolgens niet werden geleverd.
Uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen valt op te maken dat de daders als volgt te werk gingen. Een van de daders zorgde er voor dat hij de beschikking kreeg over de bankpas met pincode van een ander, al dan niet door het uitoefenen van enige dwang. Vervolgens werden via Marktplaats of Facebook kaartjes voor een concert of een voetbalwedstrijd of andere producten te koop aangeboden. De kopers werden verzocht het aankoopbedrag over te maken naar de rekening waarvan de bankpas in het bezit was van een van de daders. Na betaling van het overeengekomen aankoopbedrag werd er vervolgens niets geleverd. Het overgemaakte bedrag werd vrij kort daarna door een van de daders gepind met de verkregen bankpas.
In de onderhavige zaak zijn concert- en voetbalkaarten en andere producten via Marktplaats of Facebook te koop aangeboden. Het slachtoffer maakte door middel van een betaalverzoek het aankoopbedrag over naar een door de verkoper, een van de daders, genoemde rekening. Deze rekening stond op naam van iemand anders dan de verkoper. Vrij kort na bijschrijving van het aankoopbedrag, werd dit bedrag door middel van pinnen van de rekening gehaald. De kaarten of andere producten werden niet geleverd, ondanks de pogingen van het slachtoffer om in contact te komen met de verkoper.
Oplichting
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat een verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken. De vraag die de rechtbank derhalve heeft te beantwoorden is of de slachtoffers door aanwending van een of meer van de in artikel 326, eerste lid, Sr bedoelde oplichtingsmiddelen (het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, het toepassen van listige kunstgrepen en/of het gebruik maken van een samenweefsel van verdichtsels) zijn bewogen tot een bepaalde gedraging, te weten de afgifte van een geldbedrag. Hierbij is van belang (telkens) te bepalen of het aangewende oplichtingsmiddel ertoe bestemd en geschikt is slachtoffers daadwerkelijk tot afgifte te bewegen, oftewel dat sprake is van een causaal verband.
In het licht van de hierboven geschetste werkwijze wordt het navolgende overwogen. De advertenties zijn onder het gebruik van een valse naam en bijpassende e-mailadressen geplaatst. Het enkele aanwenden van een valse naam staat niet zonder meer in causaal verband met de afgifte van een geldbedrag door de slachtoffers. Of bewezen kan worden dat de verkoper zich heeft bediend van een valse naam als bedoeld in artikel 326 Sr en voorts of er een causaal verband is tussen het aanwenden van de valse naam en de afgifte van geld door de slachtoffers, moet worden beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden in het concrete geval. In de onderhavige zaken acht de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden van belang.
Via Marktplaats of Facebook worden verkopers en kopers van nieuwe en tweedehands producten samengebracht. De verkoper heeft in de onderhavige zaken onder een normale naam voetbalkaarten, concertkaarten en muziekinstrumenten voor gangbare prijzen aangeboden. Via Whatsapp-berichten van mobiele telefoonnummers heeft de verkoper gecommuniceerd met potentiële kopers om tot overeenstemming te komen over de prijs die zou moeten worden betaald voor het door de verkoper te leveren product.
De verkoper heeft in geen van de onderhavige zaken de betaalde producten geleverd. De door hem gebruikte naam bleek telkens vals, in de zin van onrechtmatig gebruikt, te zijn.
Gelet op deze feiten en omstandigheden staat het voor de rechtbank vast dat een van de verdachten zich valselijk heeft gepresenteerd als bonafide verkoper. De verkoper heeft op onverdachte wijze producten aangeboden en hij heeft door gebruikmaking van een normale naam – niet zijn werkelijke naam – en mobiele telefoonnummers de indruk gewekt dat hij met open vizier handelde en traceerbaar was, wat van belang is in geval van niet-nakoming. De slachtoffers werden hierdoor bewogen hun eigen verplichting – de betaling van de koopsom – na te komen. De verkoper heeft aldus op valse wijze gebruik gemaakt van het op Marktplaats en Facebook gangbare handelspatroon op basis van welk patroon de betrokken kopers mochten verwachten dat de verkoper de producten voor de afgesproken prijs en op de afgesproken wijze zou leveren. In die verwachting hebben zij geld naar de verkoper overgemaakt.
De rechtbank merkt op dat niet voor iedere oplichting op zich het bewijsminimum wordt behaald. Daar is meer voor nodig. Dat meerdere kan worden gevonden in steunbewijs, in de vorm van zogenoemd schakelbewijs. Bij schakelbewijs gaat het er, kort gezegd, om dat de feiten en omstandigheden die met betrekking tot een strafbaar feit blijkens de gebezigde bewijsmiddelen zijn vastgesteld, steun bieden voor de conclusie dat de verdachte en of zijn medeverdachten een ander strafbaar feit ook zo heeft of hebben begaan. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal ten aanzien van die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon in de handelingen van de verdachte en zijn medeverdachten.
Uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat de verdachte en zijn medeverdachten in essentie telkens dezelfde werkwijze hebben gehanteerd. Die werkwijze is hierboven uiteengezet. De rechtbank is van oordeel dat die werkwijze op essentiële punten overeenkomt met de werkwijze in de zaken waar het bewijsminimum niet wordt behaald wanneer die zaken als op zichzelf staand zouden moeten worden beoordeeld. Daarmee levert die werkwijze het steunbewijs op dat leidt tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat ook die feiten door verdachte en zijn medeverdachten zijn gepleegd.
Uit de rechtspraak kan weliswaar worden afgeleid dat niet elke vorm van bewust oneerlijk zaken doen onder het strafrecht moet worden gebracht. In veel gevallen staan bij wanprestatie immers civielrechtelijke wegen open om nakoming af te dwingen of om schade te verhalen. Dat wordt echter bemoeilijkt als – zoals in de onderhavige zaken – de oneerlijke verkoper onder een valse naam handelt en de indruk wekt een bonafide verkoper te zijn.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat in de onderhavige zaken sprake is geweest van oplichting, als omschreven in artikel 326 Sr.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen onmiskenbaar de betrokkenheid van de verdachte bij de onder 5 ten laste gelegde handelingen blijkt. Naar het oordeel van de rechtbank kan deze betrokkenheid niet anders worden geduid dan het medeplegen van deze feiten. In dat kader overweegt de rechtbank dat uit de aard van de onder 5 ten laste gelegde feiten volgt dat de verschillende handelingen op elkaar moeten worden afgestemd: al dan niet onder dwang, de beschikking krijgen over een betaalrekening van een zogenaamde katvanger, de beschikking krijgen over de bankpas en pincode van die rekening, het te koop aanbieden van kaartjes of andere producten, het communiceren met de koper, het pinnen van het door de koper overgemaakte bedrag van de rekening van de katvanger.
Als dergelijke handelingen - zoals in de onderhavige zaken - door meerdere daders worden verricht, blijkt daaruit hun opzet op nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het geheel. Ook uit de inhoud van getapte gesprekken blijkt de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en andere verdachten. Zo wordt tijdens gesprekken onder meer besproken wanneer er gepind kan worden. Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank dan ook sprake van medeplegen.
De onder 5 ten laste gelegde feiten zijn dan ook bewezen.
6.1.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 5 en 7 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 september 2018
tot en met 21 januari 2019 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
telkens door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 1] (zaak Juliëtt), heeft bewogen tot de afgifte van 180,- euro
en
- [naam slachtoffer 2] (zaak Kilo), heeft bewogen tot de afgifte van 280,- euro
en
- [naam slachtoffer 3] (zaak November), heeft bewogen tot de afgifte van 655,- euro en
- [naam slachtoffer 4] (zaak Papa), heeft bewogen tot de afgifte van 300,- euro en
- [naam slachtoffer 2] (zaak Echo), heeft bewogen tot de afgifte van 150,- euro
en
- [naam slachtoffer 5] (zaak Oscar), heeft bewogen tot de afgifte van 750,- euro
en
- [naam slachtoffer 6] (zaak India), heeft bewogen tot de afgifte van 200,- euro en
- [naam slachtoffer 7] (zaak Foxtrot), heeft bewogen tot de afgifte van 70,- euro
en
- [naam slachtoffer 8] (zaak Hotel), heeft bewogen tot de afgifte van 550,- euro
en
- [naam slachtoffer 9] (zaak Lima), heeft bewogen tot de afgifte van 200,- euro en
- [naam slachtoffer 10] (zaak Alpha), heeft bewogen tot de afgifte van 75,- euro en
- [naam slachtoffer 11] (zaak Bravo), heeft bewogen tot de afgifte van 150,- euro
en
- [naam slachtoffer 12] (zaak Charlie), heeft bewogen tot de afgifte van 140,- euro en
- [naam slachtoffer 13] (zaak Golf), heeft bewogen tot de afgifte van 230,- euro,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
telkens valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de
waarheid,
- op internet (via Marktplaats en/of Facebook) in advertenties en/of
berichten goederen (concertkaarten en/of voetbalkaarten en/of andere
producten) te koop aangeboden en
- daarbij telkens een valse naam en een (gehackt)
Marktplaatsaccount en/of Facebookaccount gebruikt en
- voornoemde [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4]
en [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 5] en [naam slachtoffer 6] en [naam slachtoffer 7] en [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 9] en [naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 11] en [naam slachtoffer 12]
en [naam slachtoffer 13] (per mail en/of whatsapp, althans via internet)
gevraagd (een deel van) het bedrag voor dat goed vooruit te betalen en
over te maken naar een bankrekeningnummer ten name van een andere
persoon dan verdachte en/of zijn
mededader(s) (terwijl hij verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking
had(den) over de bankpas en de daarbij behorende pincode van dat rekeningnummer en
- ( één of meer van) voornoemde personen (per mail en/of whatsapp,
althans via internet) medegedeeld dat de goederen zouden worden
opgestuurd of afgeleverd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan
en
- zich aldus telkens voorgedaan als een persoon die het/de goed(eren) zou
kunnen en/of willen leveren, waardoor genoemde personen
werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
7. ( Zaak KFC)
hij op tijdstippen in de periode van 15 maart 2018 tot en met
16 maart 2018 te Rotterdam, meermalen telkens
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening,
uit betaalautomaten aan het Binnenwegplein en één of
meer andere locaties, heeft weggenomen geldbedragen
(in totaal 5.380,79 ), toebehorende aan [naam slachtoffer 14] ,
waarbij verdachte de weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door met een bankpas, tot het gebruik waarvan
verdachte niet gerechtigd was, meermalen, een geldbedrag te pinnen van een rekening van
voornoemde [naam slachtoffer 14] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud van de bewijsmiddelen.
14 Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig voor zover het betreft feit 4;
verklaart de dagvaarding voor het overige geldig;
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 6, 8 en 9 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 5 en 7 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
Strafoplegging
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 131 (honderdeenendertig) dagen;
bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 120 (honderdtwintig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich inspannen om onderwijs te volgen en een startkwalificatie te behalen, dan wel een vorm van dagbesteding te hebben;
2. de veroordeelde zal meewerken aan forensische diagnostiek en behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uur, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
bepaalt dat de vervangende jeugddetentie ten uitvoer kan worden gelegd als vervangende hechtenis, indien de veroordeelde bij aanvang van de eventuele tenuitvoerlegging van de vervangende jeugddetentie de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt;
Voorlopige hechtenis
wijst af de vordering tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
Beslag
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 5:
1 GSM zaktelefoon, kleur zwart, merk Samsung SM-J106;
Feit 5
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de hierna te noemen benadeelde partijen te betalen de hierna te vermelden bedragen, ter vergoeding van materiële schade, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de hierna te noemen datum tot aan de dag der algehele voldoening:
vergoeding: wettelijke rente vanaf:
- [naam slachtoffer 1] € 180,00 24 oktober 2018
- [naam slachtoffer 2] € 260,00 1 november 2018
- [naam slachtoffer 3] € 655,00 13 november 2018
- [naam slachtoffer 4] € 300,00 25 oktober 2018
- [naam slachtoffer 2] € 150,00 21 september 2018
- [naam slachtoffer 5] € 750,00 7 november 2018
- [naam slachtoffer 9] € 200,00 28 september 2018
- [naam slachtoffer 10] € 75,00 20 september 2018
- [naam slachtoffer 11] € 150,00 24 september 2018
- [naam slachtoffer 12] € 140,00 21 september 2018;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door bovengenoemde benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Feit 7
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de hierna te noemen benadeelde partij te betalen het hierna te vermelden bedrag, ter vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de hierna te noemen datum tot aan de dag der algehele voldoening:
vergoeding: wettelijke rente vanaf:
- [naam slachtoffer 14] € 5.380,79 19 maart 2018;
wijst af het door de benadeelde partij [naam slachtoffer 14] meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
Feiten 8 en 9
verklaart de benadeelde partij [benadeelde] , als wettelijk vertegenwoordiger van [naam slachtoffer 15] , niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Schadevergoedingsmaatregel
Feiten 5 en 7
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de hierna te noemen benadeelde partijen te betalen de hierna te vermelden bedragen, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen datum tot aan de dag van de algehele voldoening;
(feit 5) vergoeding: wettelijke rente vanaf:
- [naam slachtoffer 1] € 180,00 24 oktober 2018
- [naam slachtoffer 2] € 260,00 1 november 2018
- [naam slachtoffer 3] € 655,00 13 november 2018
- [naam slachtoffer 4] € 300,00 25 oktober 2018
- [naam slachtoffer 2] € 150,00 21 september 2018
- [naam slachtoffer 5] € 750,00 7 november 2018
- [naam slachtoffer 9] € 200,00 28 september 2018
- [naam slachtoffer 10] € 75,00 20 september 2018
- [naam slachtoffer 11] € 150,00 24 september 2018
- [naam slachtoffer 12] € 140,00 21 september 2018;
- [naam slachtoffer 14] € 5.380,79 19 maart 2018;
verstaat dat betaling aan een benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van die benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. I.W.M. Laurijssens en M.P. van der Stroom, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1. zaak Opera)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2018
tot en met 1 februari 2018 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in (een) (gedeelte van) één of meer
geautomatiseerd(e) werk(en), te weten
een server en/of netwerk van de ABN AMRO Bank, althans een bank, is/zijn
binnengedrongen, althans een deel daarvan, doordat verdachte en/of zijn
mededader(s) (telkens)
één of meerdere Tikkie link(s), althans (een) applicatie(s), heeft/hebben
verzonden naar [naam slachtoffer 16] , althans één of meer andere perso(o)n(en), waarbij
die [naam slachtoffer 16] en/of één of meer andere perso(o)n(en), naar phishings website(s)
werd(en) geleid, waardoor één of meer (inlog)gegevens van de bankrekening(en)
van voornoemde [naam slachtoffer 16] en/of een of meer andere perso(o)n(en) zijn
opgevangen/afgevangen en/of achterhaald,
waarna verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens (telkens) inlogden met
die al dus verkregen gegevens op/van voornoemd(e) geautomatiseerd(e) werk(en),
waarin hij verdachte en/of zijn mededader(s) zich wederrechtelijk bevond(en)
en gegevens voor zichzelf en/of een ander heeft/hebben opgenomen, afgetapt of
overgenomen, althans betalingen mee heeft/hebben verricht;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018
tot en met 21 januari 2019, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben
hij, verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) meermalen, althans eenmaal
(een) voorwerp(en), te weten (tenminste) 13.000,- euro, althans één of
meerdere geldbedragen, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet
en/of van een of meer voorwerp(en) te weten de zojusit benoemde voorwerp(en),
- gebruik gemaakt en/of
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de
vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of
- verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd(e) voorwerp(en)
was/waren of wie voornoemd(e) voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
voornoemde voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overdragen
en/of omgezet en/of gebruik van gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn
mededader(s), wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden,
dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middelijk - afkomstig was/waren uit
enig misdrijf;
5.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018
tot en met 21 januari 2019 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 1] (zaak Juliëtt), heeft bewogen tot de afgifte van 180,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 2] (zaak Kilo), heeft bewogen tot de afgifte van 280,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 3] (zaak November), heeft bewogen tot de afgifte van 655,- euro en/of
- [naam slachtoffer 4] (zaak Papa), heeft bewogen tot de afgifte van 300,- euro en/of
- [naam slachtoffer 2] (zaak Echo), heeft bewogen tot de afgifte van 150,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 5] (zaak Oscar), heeft bewogen tot de afgifte van 750,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 6] (zaak India), heeft bewogen tot de afgifte van 200,- euro en/of
- [naam slachtoffer 7] (zaak Foxtrot), heeft bewogen tot de afgifte van 70,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 8] (zaak Hotel), heeft bewogen tot de afgifte van 550,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 9] (zaak Lima), heeft bewogen tot de afgifte van 280,- euro en/of
- [naam slachtoffer 10] (zaak Alpha), heeft bewogen tot de afgifte van 75,- euro en/of
- [naam slachtoffer 11] (zaak Bravo), heeft bewogen tot de afgifte van 150,- euro
en/of
- [naam slachtoffer 12] (zaak Charlie), heeft bewogen tot de afgifte van 140,- euro en/of
- [naam slachtoffer 13] (zaak Golf), heeft bewogen tot de afgifte van 230,- euro,
in elk geval genoemde perso(o)n(en) (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van
een geldbedrag, althans enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
toen aldaar (telkens( met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
(telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de
waarheid,
- op internet (via Marktplaats en/of Facebook) in (een) advertentie(s) en/of
bericht (een) goed(eren) (concertkaarten en/of voetbalkaarten en/of andere
producten) te koop aangeboden en/of
- daarbij (telkens) een valse naam gebruikt en/of een (gehackt)
Marktplaatsaccount en/of Facebookaccount, althans een account waartoe hij
verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren gebruikt en/of
- voornoemde [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4]
en/of [naam slachtoffer 5] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 8]
en/of [naam slachtoffer 9] en/of [naam slachtoffer 10] en/of [naam slachtoffer 11] en/of [naam slachtoffer 12]
en/of [naam slachtoffer 13] (per mail en/of whatsapp, althans via internet)
gevraagd (een deel van) het bedrag voor dat goed vooruit te betalen en/of
over te maken naar (een) bankrekeningnummer(s) ten name van een ander(e)
perso(o)n(en) dan verdachte en/of zijn
mededader(s) (terwijl hij verdachte en/of zijn mededader(s) de beschikking
had(den) over de bankpas(sen) en/of de daarbij behorende pincode(s) van die rekeningnummer(s)) en/of
- ( één of meer van) voornoemde perso(o)n(en) (per mail en/of whatsapp,
althans via internet) medegedeeld dat het/de goed(eren) zouden worden
opgestuurd of afgeleverd, zodra het geld op genoemde rekeningen zou staan
en/of
- zich aldus (telksn) voorgedaan als (een) persoon die het/de goed(eren) zou
kunnen en/of willen leveren, waardoor genoemde perso(o)n(en) (telkens)
werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 21 januari 2019
te Rotterdam, althans in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie die werd gevormd door hem, verdachte,
en/of [naam medeverdachte 1] en/of [naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 3] en/of één of meer
anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten
(onder meer) het plegen van computervredebreuk (artikel 138ab Wetboek van Strafrecht) en/of
het plegen van oplichting (artikel 326 Wetboek van Strafrecht) en/of
het plegen van witwassen (artikel 420bis Wetboek van Strafrecht).
7. ( Zaak KFC)
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 8 maart 2018 tot en met
16 maart 2018 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal (telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening,
in/uit één of meer betaalautoma(a)t(en) aan het Binnenwegplein en/of één of
meer andere locatie(s), heeft/hebben weggenomen één of meer geldbedrag(en)
(in totaal 5.380,79 of daaromtrent), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [naam slachtoffer 14] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten door met een bankpas, tot het gebruik waarvan
verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren, meermalen,
althans éénmaal, een of meer geldbedrag(en) te pinnen van een rekening van
voornoemde [naam slachtoffer 14] ;
8. ( Zaak Zadkine)
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 19 februari 2018 tot en
met 7 maart 2018 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal (telkens)
opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, te weten een wachtwoord en/of
toegangscode behorende bij bankrekening [rekeningnummer] ten name van [naam slachtoffer 15]
,
die door middel van een geautomatiseerd werk en/f door middel van
telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen,
(telkens) heeft veranderd, gewist, dan wel andere gegevens daaraan heeft
toegevoegd, immers heeft hij, verdachte, het wachtwoord en/of toegangscode
van voornoemde bankrekening(en) gewijzigd en/of verhoogd en/of aangepast (in
de computer(s) en/of server(s) van de internetbankieren omgeving (van de
Rabobank));
9. ( Zaak Zadkine)
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 19 februari 2018 tot en
met 7 maart 2018 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans éénmaal (telkens)
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening,
in/uit één of meer betaalautoma(a)t(en) aan de Watermanweg en/of op één of
meer andere locatie(s), heeft/hebben weggenomen één of meer geldbedrag(en) (in
totaal 400,= of daaromtrent), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [naam slachtoffer 15] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te
weten door met een bankpas, tot het gebruik waarvan verdachte en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren, meermalen, althans éénmaal, één of
meer geldbedrag(en) te pinnen van (een) (bank)rekening(en) van voornoemde [naam slachtoffer 15]
.