2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging op 13 september 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van maart 2017 tot en met maart 2021, alleen of samen met een ander:
feit 1: opzettelijk haar ambtsgeheim heeft geschonden door als ambtenaar van de Belastingdienst vertrouwelijke informatie aan niet-gerechtigde derden te verstrekken;
feit 2: het systeem van de Belastingdienst is binnengedrongen door onbevoegd gebruik te maken van inloggegevens en zich toegang te verschaffen tot informatie met een ander doel dan waarvoor haar die inloggegevens ter beschikking stonden.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 maart 2017 tot en met 28 maart 2021, althans in of omstreeks de periode van 18 januari 2020 tot en met 24 maart 2021, te Barendrecht en/of Rotterdam en/of (ook elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen
(telkens) een geheim waarvan zij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij uit hoofde van haar ambt, beroep en/of wettelijk voorschrift, verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, te weten door, als
medewerker bij de belastingdienst in strijd met haar geheimhoudingsplicht (op grond van artikel 67 AWR), 216 keer, althans 70 keer, althans meermalen, althans eenmaal, kenteken(s)heeft bevraagd en/of vervolgens (vervolgens) (vertrouwelijke)
informatie (omtrent een of meer personen en/of kentekens/kentekengegevens en/of gevonden geregistreerde tenaamstellingen (naam, adres, automerk)) uit het systeem 'HSB', althans het RDW systeem van de belastingdienst, althans een of
meer systemen, aan daartoe niet-gerechtigde personen/derden heeft verstrekt en/of geopenbaard;
2
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 maart 2017 tot en met 28 maart 2021, althans in of omstreeks de periode van 18 januari 2020 tot en met 24 maart 2021, te Maassluis en/of Barendrecht en/of Rotterdam en/of (ook elders) in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen
(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer (delen van) geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer (delen van) servers van de belastingdienst, te weten het systeem 'HSB', althans het RDW
systeem van de belastingdienst, althans een of meer systemen, is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of een technische ingreep en/of met behulp van een of meer valse sleutels en/of signalen en/of door het aannemen van een of meer valse hoedanigheden en/of het onbevoegd gebruik van een gebruikersnaam en/of wachtwoord-combinatie, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of door zich met een gebruikersnaam en/of wachtwoord toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de belastingdienst, te weten het systeem 'HSB', althans het RDW systeem van de belastingdienst, althans een of meer systemen, waarop informatie was geplaatst met een ander doel dan waarvoor haar, verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden en/of waarvoor haar die toegang was toegestaan, en/of (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van (delen van) die/dat geautomatiseerde werk(en) waarin zij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of (een) ander(en) over te nemen en/of af te tappen en/of op te nemen en/of (vervolgens) aan daartoe
niet-gerechtigde personen/derden te verstrekken en/of te openbaren.
9 De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf: medeplegen van enig geheim waarvan zij weet dat zij uit hoofde van
ambt verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd;
feit 2, het misdrijf: medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de proeftijd van drie jaren de navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt verdachte tot ontzetting van het recht om een openbaar ambt te bekleden voor de duur van vijf jaren;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoon van het merk Apple, iPhone 8, op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder het nummer B.002.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. C.J. Sangers-de Jong en
mr. N.J.C. Monincx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.W. van den Bosch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 september 2022.