Uitspraken

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 1 maart 2016, 13 mei 2016, 4 oktober 2016, 14 oktober 2016 en 28 maart 2017.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.M. Brunsveld en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: met een ander of anderen of alleen 1,5 kilo XTC, 1 kilo amfetamine pasta en/of 1,7 liter amfetamine base olie aanwezig heeft gehad;

feit 2: met een ander of anderen of alleen amfetamine, XTC, MDEA, MDA, GHB en/of LSD heeft geproduceerd, afgegeven en/of vervoerd en/of dat hij voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van die drugs;

feit 3: alleen of met een ander of anderen opzettelijk illegaal vuurwerk heeft opgeslagen buiten een inrichting;

feit 4: alleen of met een ander of anderen opzettelijk professioneel vuurwerk en/of consumentenvuurwerk voorhanden heeft gehad;

feit 5: alleen of met een ander of anderen een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad.

Voluit luidt de tenlastelegging (na aanpassing omschrijving tenlastelegging) aan de verdachte, dat:

1.

hij op of omstreeks 18 november 2015 in de gemeente Enschede en/of elders Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (op het adres [adres 1]

en/of [adres 2] )

ongeveer 1,5 kilo van een materiaal bevattende MDMA (XTC) en/of

1,7 liter amfetamine base olie,

in elk geval

een aantal grote hoeveelheden van een materiaal en/of vloeistof, bevattende

MDMA (XTC) en/of MDEA (xtc) en/of MDEA en/of MDA en/of N-ethylMDA en/of amfetamine en/of (een) ander(e) middel(en) vermeld op lijst 1 van de Opiumwet, zijnde 1,5 kilo van een materiaal bevattende MDMA (XTC) en/of MDEA en/of MDA en/of N-ethylMDA en/of amfetamine en/of dat/die andere middelen, een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2015

tot en met 17 november 2015 te Overdinkel en/of in de gemeente(n) Losser en/of Enschede en/of elders in Nederland, althans in Nederland en/of te Duitsland

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

meermalen, althans eenmaal,

(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of

vervaardigd en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt

en/of vervoerd,

in elk geval, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meer grote

hoeveelheden amfetamine en/of MDMA (XTC) en/of MDEA en/of tenamfetamine (MDA) en/of

N-ethylMDA en/of GammaHydroxyButyraat en/of 4-hydroxyboterzuur

(GHB) en/of LSD en/of een of meer andere middelen,

zijnde die amfetamine en/of MDMA (XTC) en/of MDEA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA en/of GammaHydroxyButyraat en/of 4-hydroxyboterzuur (GHB)

en/of LSD en/of een of meer andere middelen, (telkens) een middel/middelen als

bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens

het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

en/of

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2015 tot

en met 17 november 2015 te Overdinkel en/of in de gemeente(n) Losser en/of Enschede en/of elders in Nederland en/of Duitsland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

(telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, vervaardigen, verkopen afleveren, verstrekken, vervoeren

van een of meer grote hoeveelheden amfetamine en/of MDMA (XTC) en/of MDEA en/of

tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA en/of GammaHydroxyButyraat

en/of 4-hydroxyboterzuur (GHB) en/of een of meer andere middelen, zijnde

amfetamine en/of MDMA (XTC) en/of MDEA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA en/of GammaHydroxyButyraat en/of 4-hydroxyboterzuur (GH B) een

middel/middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1 voor te

bereiden en/of te bevorderen

voorhanden hebben van en/of het ter beschikking stellen van opbergruimte voor

en/of verschaffen aan een of meer mededader(s) van een tabletteermachine en/of een hoeveelheid verpakkingsmateriaal en/of een hoeveelheid BMK en/of APAAN en/of Zwavelzuur en/of Coffeïne en/of 2C-B en/of Fosforzuur en/of Cellulose en/of Caustic Soda en/of Alcohol en/of Dimethyl sulfone en/of Inositol en/of Ketamine en/of methylamine en/of Taurine en/of versnijdingsmiddelen en/of een aantal jerrycans (met vloeistof) en/of een RVS-reactieketel en/of een hoeveelheid andere grondstoffen/goederen en/of

3.

hij op of omstreeks 18 november 2015, in de gemeente Losser, tezamen en in

vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk (ongeveer)

1714 kilo vuurwerk, te weten

althans een hoeveelheid vuurwerk in een pand gelegen aan of nabij de

[adres 3] te Overdinkel, buiten een inrichting als bedoeld in

artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit voorhanden heeft

gehad;

4.

hij op of omstreeks 18 november 2015, in de gemeente Losser, al dan niet opzettelijk een

hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten

en/of

hij op of omstreeks 18 november 2015, in de gemeente Losser, al dan niet opzettelijk, een

hoeveelheid consumentenvuurwerk, te weten

- 144 stuks (18 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (307.5 kg), soort Flowerbed,

Type/ artikelnummer RFC14J 475, merk Kind of Magic (lijst 1),

- 40 stuks (5 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (96.2 kg), soort Flowerbed,

type/artikelnummer RFC141 461, merk Phantom (lijst 1),

- 44 stuks (11 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (92.0 kg), soort Flowerbed, type/artikelnummer RFC141 461, merk Phantom (lijst 1),

- 2 stuks (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (16 kg), soort Assortimentspakket,

Type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- 12 stuks (3 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (24.6 kg), soort Flowerbed,

type/artikelnummer RFC 141 475, merk Kind of Magic (lijst 1),

- Los (dozen) (8.8 kg), soort Assortiment, type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- Los (dozen) 20.6 kg), soort Assortiment en Batterij, type/artikelnummer 2720 en RFC 1463,

merk Spectacular en Shaking Times (lijst 1),

- 8 stuks (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (17.2 kg), soort Batterij,

type/artikelnummer RFC141 475, merk Kind of Magic (lijst 1),

- 4 stuks (2 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (42.2 kg), soort

Assortimentspakket, type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- 12 stuks (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (13 kg), soort Batterij,

type/artikelnummer RFC 1435, merk Amazing dream (lijst 1),

- 6 stuks, (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (14.2 kg), soort Batterij,

type/artikelnummer RFC141411, merk Sparkling pearls (lijst 1),

- 8 stuks, (2 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (39.2 kg), soort Batterij, type/artikelnummer RFC 141248, merk Paradise of beauty (lijst 1),

- 24 stuks, (2 dozen), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (27 kg), soort Batterij,

type/artikelnummer RFC1436, merk Sound of stars (lijst 1),

- 16 stuks, (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (15.6 kg), soort Batterij, type/artikelnummer RFC1465, merk Good wishes (lijst 1),

- 8 stuks, (1 doos), althans een aantal stuks knalvuurwerk, (19.8 kg), soort Batterij,

type/artikelnummer RFC141461, merk Phantom (lijst 1),

- 28 stuks, (14 dozen), althans een aantal stuks vuurwerk, (ca 21 kg), soort

Assortimentspakket, type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- 28 stuks, (14 dozen), althans een aantal stuks vuurwerk, (ca 10.5 kg), soort

Assortimentspakket, type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- 22 stuks, (11 dozen), 228.8 kg vuurwerk, Assortimentspakket, type/artikelnummer 2720, merk Spectacular (lijst 1),

- 8 stuks, (2 dozen), 39.2 kg vuurwerk, Batterij, type/artikelnummer RFC141248, merk Paradise of beauty (lijst 1),

- 2 stuks, 1.96 kg vuurwerk, Batterij, type/artikelnummer RFC1463, merk Shaking times (lijst 1),

voorhanden heeft gehad in een pand aan of nabij de [adres 3] te Overdinkel;

5.

hij op of omstreeks 27november2015) in de gemeente Enschede (aan de [adres 4] , opslagloods/box [nummer] ), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapens van categorie II en/of III, te weten een vuurwapen (merk CZ 75, kaliber 9mm Luger) en/of munitie van de categorie II en/of III, te weten houder met 9 scherpe patronen en/of een houder met 13 scherpe patronen en/of een doosje munitie inhoudende 28 scherpe patronen (merk Luger 9mm) en/of een doosje munitie inhoudende 50 scherpe patronen (merk Browning 0.32 Actio 7.65mm) en/of 10 hagelpatronen (kaliber 12), voorhanden heeft/hebben gehad.

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 38 maanden met aftrek van het voorarrest en met opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 en 5 ten laste gelegde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.

De raadsman heeft, zakelijk weergegeven, betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de aanhouding van verdachte op 18 november 2015 niet deugdelijk was, de wijze van uitvoering van die aanhouding geheel verkeerd was en de manier waarop die levensgevaarlijke beroepsfout door het openbaar ministerie gepoogd wordt af te doen vergaand onfatsoenlijk is.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in haar vervolging. Naar het oordeel van het openbaar ministerie is er geen sprake van een vormverzuim nu het afgaan van het wapen een ongeluk was. De officier van justitie laat dit incident in het voordeel van verdachte wel zwaar meewegen bij de strafeis.

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging komt als in artikel 359a Wetboek van Strafvordering (Sv) voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.

Vooropgesteld wordt, dat disproportioneel geweld bij de aanhouding van een verdachte, waaronder ook het onterechte gebruik van het politievuurwapen kan vallen, een vormverzuim kan opleveren als bedoeld in artikel 359a Sv.

Voorts merkt de rechtbank op dat onregelmatigheden in de wijze waarop de verdachte is aangehouden op zichzelf in de regel niet zullen meebrengen dat aan het recht van de verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak wordt tekortgedaan. Bijzondere omstandigheden daargelaten.

De rechtbank is in de onderhavige zaak van oordeel dat – afgezien van de vraag of er sprake is van een vormverzuim - gesteld noch gebleken is, dat door de wijze waarop de aanhouding is verlopen en de afhandeling van het geweldsincident door het Openbaar Ministerie, aan het recht van verdachte op een eerlijke behandeling van zijn zaak wordt tekortgedaan, dan wel dat als gevolg daarvan bewijsmateriaal is verkregen, zodat het verweer dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard dient te worden verworpen en de rechtbank (ambtshalve) ook geen reden ziet om tot bewijsuitsluiting over te gaan.

De rechtbank zal het geweldsincident bij de aanhouding wel in het voordeel van verdachte meewegen bij de straftoemeting, nu duidelijk is dat verdachte hierdoor onevenredig zwaar getroffen is.

De rechtbank concludeert dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5. Het bewijs1

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 2 en 10 Opiumwet en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten, de artikelen 1.2.2 lid 1 en 1.2.4 lid 1 van het Vuurwerkbesluit en artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

feit 2

het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod en een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen, stoffen en/of gelden voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;

feit 3 en 4

telkens het misdrijf: overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, in eendaadse samenloop gepleegd.

De standpunten van de officier van justitie en de verdediging

De officier van justitie stelt dat verdachte de feiten uit puur financieel gewin heeft gepleegd, terwijl hij daarover geen enkele verklaring heeft willen afleggen. Verdachte heeft een flink strafblad waaruit onder meer blijkt dat hij al eens een forse straf heeft gehad voor overtreding van de Opiumwet, te weten voor de illegale handel in verdovende middelen, psychotrope stoffen en precursoren. Verder heeft verdachte, door een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk voorhanden te hebben, zijn omgeving in gevaar gebracht.

De verdediging stelt dat, gelet op het feit dat verdachte is neergeschoten bij zijn aanhouding, er rekening mee houdend dat hij voor een ander vuurwerk heeft bewaard en dat hij ook reeds geruime tijd in voorlopige hechtenis heeft gezeten, er geen enkele ruimte meer is voor het opleggen van enige aanvullende straf.

Het oordeel van de rechtbank

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de vervaardiging van amfetamine en XTC en de voorbereiding daarvan. Deze harddrugs zijn voor de gezondheid van personen schadelijk. Bovendien gaat de verspreiding van en handel in harddrugs veelal gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stoffen. Verdachte heeft door deze stoffen te vervaardigen en voorbereidingshandelingen daartoe te verrichten, een actieve bijdrage geleverd aan het ontstaan en behoud van deze overlast. Daarnaast heeft verdachte een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk dat niet voldeed aan de Nederlandse voorschriften voorhanden gehad in een ruimte die daarvoor niet geschikt was. Dergelijk vuurwerk in handen van consumenten is gevaarlijk en veroorzaakt niet zelden letsel en schade. Daarnaast had verdachte eveneens een grote hoeveelheid consumentenvuurwerk voorhanden in diezelfde ongeschikte ruimte. Door aldus te handelen heeft de verdachte een onverantwoord risico in het leven geroepen voor de veiligheid en gezondheid van personen en zijn omgeving.

De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf gekeken naar de straffen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd.

Verder houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte, waaruit onder meer blijkt dat hij in 2009 en 2005 is veroordeeld voor respectievelijk de aanwezigheid van harddrugs en het produceren van synthetische drugs tot (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Verdachte trekt zich blijkbaar weinig aan van de in die veroordelingen besloten liggende waarschuwingen.

Bij de bepaling van de straf houdt de rechtbank ten slotte in het voordeel van verdachte rekening met de omstandigheid dat verdachte tijdens zijn aanhouding is neergeschoten en ernstig gewond is geraakt.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van 30 maanden dient te worden opgelegd, met aftrek van het voorarrest. Teneinde te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan strafbare feit, zal aan verdachte een deel van voorgaande straf voorwaardelijk worden opgelegd, te weten 10 maanden met een proeftijd van 3 jaren.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het geld en de RVS ketel geretourneerd moet worden aan verdachte.

De officier van justitie stelt dat er nog beslag rust op geldbedragen en diverse – in de aangehechte beslaglijst genoemde – voorwerpen, waaronder een RVS reactieketel en een RVS koeler. Zij is van mening dat het geld en de voorwerpen dienen te worden verbeurd verklaard.

De rechtbank overweegt dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet vernietigde voorwerpen, vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en de onder 2 genoemde feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid, terwijl de rechtbank het geld beschouwd als dankzij die feiten verworven, althans bedoeld voor de aankoop van ten behoeve van de bereiding van harddrugs benodigde grondstoffen.

Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 27, 33, 33a, 55, 57 en 91 Wetboek van Strafrecht.