gemachtigde mr. J.E. Auw Yang-Van der Veer te Utrecht.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding,
-
de mondelinge behandeling
-
de pleitnota van de ouders,
-
de pleitnota, inclusief producties, van Primato.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1.
De zoon van [eiser] c.s., [X] , heeft tot 30 oktober 2015 onderwijs genoten op de openbare basisschool SBO “De Stiepel” (hierna: “De Stiepel” of de school), vallend onder het bestuur van Primato.
2.2.
[X] is per 30 oktober 2015 geschorst en per 5 november 2015 verwijderd van de school.
2.3.
De ouders hebben vervolgens een kort geding aangespannen. Dit kort geding is geregistreerd onder nummer C/08/179544 / KG ZA 15-382. De mondelinge behandeling van dat kort geding heeft plaatsgevonden op 15 december 2015.
2.4.
Het dagblad Tubantia heeft in haar dagblad van 16 december 2015 een artikel geplaatst, waarin zij verslag doet van de mondelinge behandeling van dit kort geding. In dit artikel wordt [X] met naam en toenaam genoemd.
2.5.
Op 17 december 2015 heeft de directeur van de school, de heer [Y] , een brief gestuurd aan de ouders van de kinderen van de school. De inhoud van deze brief is tevens op de website van de school geplaatst. De inhoud luidt, voor zover van belang, als volgt.
“(…)
In dagblad Tubantia van woensdag 16 december stond een artikel over een leerling van De Stiepel. In het artikel wordt aangegeven dat deze leerling al een aantal weken thuis zit. Dat klopt. Deze jongen heeft speciale onderwijsbehoeften waar De Stiepel niet aan kan voldoen. Uiteraard is dit besproken met de ouders, maar zij denken er anders over.
Om kwalitatief onderwijs aan uw kinderen te borgen en ook de veiligheid te kunnen garanderen heb ik besloten deze leerling te schorsen en daarna een verwijderingsprocedure gestart. Dit is na vele gesprekken met de ouders en verschillende onderzoeken en observaties de enige oplossing gebleken.
(…)”
2.6.
Bij brief van 21 december 2015 heeft de advocaat van de ouders het bestuur van Primato verzocht dan wel gesommeerd om het verzonden/geplaatste bericht van 17 december 2015 na ontvangst van de brief van 21 december 2015 doch uiterlijk op 23 december 2015 te verwijderen van de website van de school. Verder heeft zij verzocht dan wel gesommeerd een door haar opgestelde rectificatie, op 23 december 2015 te plaatsen op de website van de school en deze eveneens te verzenden aan de ouders van de leerlingen van de school.
2.7.
Bij vonnis van 22 december 2015 heeft de voorzieningenrechter de ouders in de zaak met het onder 2.3. vermelde registratienummer niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Er is een bestuursrechtelijke procedure inzake de schorsing en verwijdering van [X] aanhangig.
2.8.
Het op 17 december 2015 geplaatste bericht op de website van de school is op 5 januari 2016 verwijderd.
3 Het geschil
3.1.
Het gevorderde door de ouders strekt er - kort gezegd - toe om Primato te veroordelen tot het openbaar maken van een rectificatie, gericht aan alle ouders van de leerlingen van de school en het plaatsen van een rectificatie op de website van de school, zulks onder verbeurte van een dwangsom indien hieraan niet wordt voldaan en met veroordeling van Primato in de proceskosten.
De tekst van de rectificatie luidt als volgt.
“Geachte ouders, verzorgers,
De directeur van De Stiepel, de heer [Y] , heeft gemeend om u een bericht d.d. 17 december 2015 te moeten sturen en op de website te moeten plaatsen over de leerling [X] . Dit naar aanleiding van een artikel in dagblad Tubantia d.d. 16 december 2015.
De heer [Y] biedt hiervoor zijn excuses aan, omdat geen van de aantijgingen die hij heeft geuit over [X] juist is. Bovendien lopen alle procedures nog en is dus geen sprake van een in rechte vaststaande uitspraak c.q. beslissing.
Met vriendelijke groet,
Het Bestuur”
3.2.
Aan het gevorderde leggen de ouders - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. Primato, in de persoon van de directeur van de school, heeft [X] “zwart gemaakt” door [X] in het openbaar van feiten te beschuldigen waaraan hij zich schuldig zou hebben gemaakt, zonder dat wordt gehandeld uit noodzakelijke verdediging of dat te goeder trouw kon worden aangenomen dat deze feiten waar zijn en dat het algemeen belang vereist dat de feiten naar buiten worden gebracht. De gedane uitingen zijn onrechtmatig op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW), onder meer vanwege de nodeloos diffamerende wijze waarop de daarin geformuleerde mening is geuit. Daardoor is er sprake van reputatieschade. [X] is ten gevolge van het handelen van de school en de door haar gedane uitingen in zijn persoon, eer en goede naam aangetast, evenals de ouders. Er is sprake van een inbreuk op het recht op persoonlijke levenssfeer (artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden). De ouders eisen rectificatie op grond van artikel 6:167 BW. Er is sprake van een spoedeisend belang, aangezien er niet op het rectificatieverzoek is ingegaan en daardoor de reputatieschade onverminderd blijft voortduren.
3.3.
Primato heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Samengevat weergegeven stelt zij allereerst dat het spoedeisend belang ontbreekt. De school zou een dergelijke berichtgeving nooit uit eigen beweging hebben verzonden en geplaatst op de website. De berichtgeving is enkel en alleen gevolgd in reactie op het krantenartikel dat veel vragen opwierp bij ouders. Met haar berichtgeving heeft Primato beoogd om de berichtgeving in het ongenuanceerde krantenartikel in juiste proporties terug te brengen en te neutraliseren. Met de berichtgeving is neutraal en zakelijk gereageerd op het krantenartikel. De inhoud van de berichtgeving van Primato is gebaseerd op feiten. Primato betwist dan ook dat de door haar gebruikte woordkeuze nodeloos diffamerend is. Zij betwist dat de door haar opgestelde berichtgeving onrechtmatig is en dat er aanleiding is het verzoek tot rectificatie toe te wijzen. Primato heeft de woorden in haar berichtgeving zorgvuldig gekozen. In de berichtgeving is met opzet de naam van [X] niet genoemd om daarop niet onnodig de aandacht te vestigen, zoals in het krantenartikel reeds was geschied. Daarom heeft zij gekozen voor de neutrale benaming “een leerling”. In de rectificatie wordt er voor gekozen om [X] bij naam te noemen, waardoor bij plaatsing van de rectificatie opnieuw onnodig de aandacht op [X] zou worden gevestigd. Een bijkomend nadeel van het noemen van zijn naam is dat zijn naam op internet via een zoekmachine kan worden gevonden. Primato betwist dat [X] , evenals de ouders, ten gevolge van de berichtgeving van Primato in hun persoon, eer en goede naam zijn aangetast. Primato kan niet aansprakelijk worden gehouden voor uitspraken van derden in de krant. Daarbij komt dat Primato in haar berichtgeving rekening heeft gehouden met de belangen van beide partijen door aan te geven dat de ouders het niet eens zijn met de school. Onder verwijzing naar het vonnis van rechtbank Dordrecht van 18 februari 2010 (NJF 2010/119) stelt Primato dat een rectificatie in de vorm van het aanbieden van excuses niet kan worden toegewezen, nu daarvoor een juridische grondslag ontbreekt.
4 De beoordeling
4.1.
Gelet op de aard van het gevorderde hebben de ouders een voldoende spoedeisend belang om in hun vordering in kort geding te worden ontvangen. Voor zover Primato stelt dat de ouders geen spoedeisend belang hebben bij het gevorderde omdat zij direct na de ontvangst van de brief van de ouders van 21 december 2015 en na afloop van de kerstvakantie op 5 januari 2016 de berichtgeving op haar website heeft verwijderd, volgt de voorzieningenrechter haar hierin niet. Het spoedeisend belang van de gevorderde rectificatie vervalt niet op het moment dat de berichtgeving van 17 december 2015 is verwijderd op de website.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de ouders de vordering (enkel) in privé hebben ingesteld en niet (mede) in hun hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordigers van [X] . Voor zover de ouders hebben beoogd de vordering mede namens [X] in te stellen, wijst de voorzieningenrechter er bovendien op dat de machtiging, die vereist is op grond van artikel 1:253k juncto artikel 1:345 lid 1 sub c BW, ontbreekt.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat door de ouders niet is betwist dat de school zich genoodzaakt voelde om te reageren op het artikel dat op 16 december 2015 in dagblad Tubantia is verschenen doordat dit artikel veel vragen opwierp bij ouders van leerlingen van de school. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt het ook binnen de beleidsvrijheid van de school om de ouders van alle leerlingen te informeren over een in een dagblad verschenen artikel dat betrekking heeft op een leerling van de school. De school heeft dit gedaan door op 17 december 2015 een brief met de onder 2.5. vermelde tekst te sturen en een bericht van gelijke strekking op de website te plaatsen.
4.4.
Gelet op de door de ouders ingestelde vordering dient de voorzieningenrechter - voorlopig oordelend - te beoordelen of door de berichtgeving van 17 december 2015 onrechtmatig jegens de ouders is gehandeld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de inhoud van het verzonden/geplaatste bericht van 17 december 2015 niet specifiek betrekking op de ouders. In dit kader wil de voorzieningenrechter ook niet onvermeld laten dat de rectificatietekst niet rechtstreeks ziet op de ouders, maar op [X] . De ouders hebben weliswaar kritiek op de inhoud van het bericht en dan met name op, zo is gebleken tijdens de mondelinge behandeling, de 2de alinea van het bericht, doch deze kritiek is voornamelijk ingegeven door de berichtgeving in dagblad Tubantia. De ouders leggen als ware een verband tussen het artikel in dagblad Tubantia en de verstrekte berichtgeving door de school. De wijze waarop dagblad Tubantia heeft gemeend verslag te moeten doen van de mondelinge behandeling op 15 december 2015 van een eerder kort geding tussen partijen kan Primato dan wel de school echter niet worden verweten.
4.5.
De voorzieningenrechter volgt de ouders niet in hun stelling dat de door de school gebruikte woordkeuze nodeloos diffamerend is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bevat de 2de alinea - objectief gezien - algemene uitgangspunten, namelijk het waarborgen van kwaliteit en veiligheid, die in beginsel voor elke (directie dan wel bestuur van een) school gelden. Er is niet specifiek ingegaan op de individuele situatie van [X] . Daarnaast wordt in het bericht door de school duidelijk weergegeven dat de ouders een andere visie hebben dan de school en wordt [X] niet met naam en toenaam genoemd. In zoverre is de berichtgeving als neutraal aan te merken. Bovendien is het een feit dat [X] is geschorst en verwijderd van de school. Dat daarover destijds nog een procedure liep en ook thans nog een bestuursrechtelijke procedure aanhangig is doet aan die feitelijke mededeling niet af.
4.6.
Met inachtneming van het vorenoverwogene komt de voorzieningenrechter dan ook tot de slotsom dat het niet aannemelijk is dat een bodemrechter - later oordelende - zal beslissen dat de berichtgeving op 17 december 2015 door de school onrechtmatig is jegens de ouders van [X] . Het gevorderde komt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
4.7.
De ouders zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Primato worden begroot op € 619,-- aan verschotten (griffierecht).
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt de ouders in de proceskosten, aan de zijde van Primato tot op heden begroot op € 619,--,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. J.H. van der Veer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 februari 2016 door mr. G.G. Vermeulen, in tegenwoordigheid van de griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: