vonnis
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
zaaknummer / rolnummer: C/08/158357 / KG ZA 14-245 (ib)
Vonnis in kort geding van 13 augustus 2014
[eiseres]
,
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. B.C.V.J. van Leur te [woonplaats],
[gedaagde]
,
wonende te[woonplaats],
gedaagde,
niet verschenen.
2 De beoordeling
2.1.
In deze zaak wordt uitgegaan van de navolgende vaststaande feiten.
2.2.
Partijen hebben van oktober 2012 tot september 2013 een affectieve relatie met elkaar gehad. Tot 11 september 2013 hebben partijen samengewoond in het huis van eiseres, alwaar zij samen woonde met haar dochter [naam], dat geboren is uit een eerdere relatie van eiseres op [geboortedatum].
2.3.
Op 11 september 2013 heeft eiseres aangifte gedaan tegen gedaagde wegens bedreiging.
2.4.
Bij beschikking van 11 september 2013 heeft de burgemeester van de gemeente [woonplaats] een huisverbod uitgevaardigd tegen gedaagde voor de duur van 10 dagen tot
21 september 2013. Dit huisverbod is verlengd tot 9 oktober 2013.
2.5.
Op 17 mei 2014 heeft eiseres aangifte gedaan van stalking tussen 11 september 2013 en 17 mei 2014.
2.6.
Eiseres vordert - kort weergegeven - gedaagde te veroordelen tot een contact- en een gebiedsverbod en tot een verbod tot het plaatsen van foto’s van eiseres op internet, zulks op straffe van lijfsdwang voor de duur van ten hoogste 10 dagen en op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- per overtreding, met machtiging om de verboden te handhaven met behulp van de sterke arm en met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.7.
Nu niets is weersproken door gedaagde staat het gestelde door eiseres vast. In voldoende mate is aannemelijk geworden dat sprake is van een stelselmatig lastig vallen van eiseres door gedaagde, waardoor haar persoonlijke levenssfeer ernstig is aangetast. De door eiseres in het geding gebrachte aangiften d.d. 11 september 2013 en 17 mei 2014 bevatten voldoende aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat sprake is van bedreiging, stalking of anderszins hinderlijk of onbetamelijk gedrag van gedaagde. De gevorderde voorzieningen, inhoudende het opleggen van een contact- en gebiedsverbod en een verbod tot het plaatsen van foto’s van eiseres op internet, zijn derhalve gerechtvaardigd, met dien verstande dat het contactverbod alleen ten aanzien van eiseres geldt. Eiseres kan immers in rechte geen contactverbod voor haar familieleden, vrienden of vriendinnen, haar werkgever en de school van [naam] vorderen. Voorts is in dit kader van belang dat eiseres pro se en niet in een andere hoedanigheid haar vorderingen heeft ingesteld. Dit betekent dat het contactverbod zal worden toegewezen in de vorm dat het gedaagde wordt verboden op enigerlei wijze direct of indirect contact te zoeken met eiseres. Nu gedaagde (ook) wordt verboden om op indirecte wijze contact met eiseres te zoeken, spreekt het voor zich dat gedaagde niet via andere personen dan wel instellingen of instanties in contact met eiseres mag treden. Toewijzing van het contactverbod op voornoemde wijze omvat ook het in het onder 3 van het petitum van de dagvaarding gevorderde, inhoudende dat gedaagde wordt verboden om telefonisch dan wel via SMS, Whatsapp, Twitter, Skype, e-mail, Facebook en andere sociale media platforms contact met eiseres op te nemen. Het is derhalve overbodig om deze vordering afzonderlijk toe te wijzen.
2.8.
In verband met de eisen van proportionaliteit zal het contact- en gebiedsverbod voor de hierna te noemen duur worden opgelegd.
2.9.
Voor het opleggen van de sanctie van lijfsdwang wordt thans geen aanleiding gezien, nu niet, dan wel onvoldoende, is gebleken dat een andere prikkel tot nakoming geen, dan wel onvoldoende effect zal sorteren. De gevorderde lijfsdwang zal dan ook worden afgewezen.
2.10.
Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot naleving van de te geven beslissing, is aangewezen. De door eiseres gevorderde dwangsom is niet onredelijk, met dien verstande dat de op te leggen dwangsom zal worden gemaximeerd tot een bedrag van
€ 25.000,--.
2.11.
Eiseres zal tevens worden gemachtigd om dit vonnis zo nodig met behulp van de sterkte arm ten uitvoer te leggen.
2.12.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- in debet gestelde explootkosten € 70,35 (deurwaarder: Kim Alisa Albertha Hemmer)
- betaalde explootkosten € 23,45
- informatiekosten € 1,97
- salaris advocaat € 816,--
- griffierecht € 77,--
Totaal € 988,77
2.10.
Aangezien aan eiseres een toevoeging is verleend dienen de in debet gestelde explootkosten te worden voldaan aan de griffier van de rechtbank Overijssel.
3 De beslissing
De voorzieningenrechter
Verbiedt gedaagde om gedurende een periode van één jaar na betekening van het onderhavige vonnis op enigerlei wijze direct of indirect contact te zoeken met eiseres.
Verbiedt gedaagde om gedurende een periode van één jaar na betekening van het onderhavige vonnis zich te bevinden binnen de grenzen van de gemeente [woonplaats], alwaar eiseres en haar dochter woonachtig zijn.
Verbiedt gedaagde om foto’s van eiseres op internet te plaatsen.
Veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 1.000,-- voor iedere keer dat hij niet aan de in de dictumonderdelen I en/of II en/of III uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,-- is bereikt.
Machtigt eiseres om zo nodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen.
Veroordeelt gedaagde tot betaling van de proceskosten aan de zijde van eiseres tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 988,77, waarvan een bedrag van € 70,35 te voldoen aan de griffier van de rechtbank Overijssel nadat gedaagde een nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) daarvoor heeft gekregen.
VII. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
VIII. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op
13 augustus 2014.