3.1.
[eiser] vordert, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren dat [eiser] met het (aanvullende) vereiste van vijf tot tien jaar werkervaring voor de functie van “Senior Auditor Sales” een verboden onderscheid naar leeftijd heeft gemaakt;
b. voor recht te verklaren dat [eiser] onrechtmatig jegens Essent heeft gehandeld;
c. Essent te veroordelen om aan [eiser] een materiële schadevergoeding te betalen van
€ 90.512,64 bruto, althans een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
d. Essent te veroordelen om aan [eiser] een immateriële schadevergoeding te betalen van
€ 5.000,-, althans een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
e. Essent te veroordelen om aan [eiser] de buitengerechtelijke incassokosten te betalen van € 2.093,45 althans € 1.730,12 althans een door Uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW ingaande de dag dezer dagvaarding tot die der algehele voldoening; en
f. Essent te veroordelen tot betaling van de kosten vallende op deze procedure, waaronder het salaris van de gemachtigde van [eiser] , en Essent daarbij tevens te veroordelen, ingaande de 15e dag na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tot betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over die kosten en voorts met veroordeling van Essent in de nakosten van € 131,- zonder en € 199,- met betekening van het in deze te wijzen vonnis alsmede Essent te veroordelen in de kosten verbonden aan het exploot van het in deze te wijzen vonnis.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering, kort en zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
Essent heeft zich onrechtmatig jegens [eiser] gedragen ex artikel 6:162 BW ten gevolge waarvan hij schade heeft geleden en nog zal lijden. Deze schade heeft hij begroot op
€ 90.512,64 bruto wegens materiële (vermogens)schade en € 5.000,00 wegens immateriële schadevergoeding.
Daarnaast vordert [eiser] buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
[eiser] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.