2.2.
[eiser] heeft [gedaagde] gevraagd om een offerte voor het casco bouwen van een nieuwe woning. Op 6 juli 2017 heeft [gedaagde] een offerte uitgebracht. De offerte is gebaseerd op de tekening die architect [naam architect] in opdracht van [eiser] heeft gemaakt (21-042017 werknummer 2395 BA - 300 d.d. 21 april 2017) en de constructie van constructeur [naam constructeur] van 13 februari 2017. [gedaagde] heeft de werkzaamheden geoffreerd voor een bedrag van in totaal € 281.930,00 inclusief btw.
2.3.Op 18 juli 2017 hebben partijen een overeenkomst van aanneming van werk gesloten voor een aanneemsom van € 281.930,00. Daarbij is bepaald dat het werk zal worden uitgevoerd overeenkomstig de offerte, de tekening van [naam architect] en de constructie van [naam constructeur] . Op de overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden voor Aanneming van Werk 2013 (AVA 2013), herzien in december 2014 (hierna: de AVA), van toepassing verklaard.
2.4.In artikel 5 van de overeenkomst is omtrent de betaling van de aanneemsom het volgende bepaald:
[…]
5. Betaling van de aanneemsom vindt plaats:
In de volgende termijnen:
10% aanvang werkzaamheden
20% na het leggen van de ruwe grondvloer op de begane grond
30% na het leggen van de ruwe verdiepingsvloer
30% bij het dakplaten leggen
10% bij dakpannen leggen
[…]
2.5.Artikel 14 van de AVA luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
[…]
Artikel 14: Schorsing, beëindiging van het werk in onvoltooide staat en opzegging
1. De opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. Voorzieningen die de aannemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, en schade die de aannemer ten gevolge van de schorsing lijdt, worden aan de aannemer vergoed.
[…]
4. Indien de schorsing van het werk langer dan een maand duurt, is de aannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval dient overeenkomstig het volgende lid te worden afgerekend.
[…]
2.10.Op 8 maart 2018 heeft [eiser] op de voet van artikel 14 lid 1 AVA met ingang van 9 maart 2018 het werk stilgelegd. [gedaagde] is de toegang tot de bouwplaats ontzegd. [gedaagde] heeft de bouwplaats op 9 maart 2018 met medeneming van zijn bouwbord, zijn gereedschappen en zijn materiaal, verlaten.
2.13.Gelet op de geschillen tussen partijen omtrent de kwaliteit van de bouwwerkzaamheden, alsmede over de betaling van openstaande facturen, hebben zij in onderling overleg aan [X] en [Y] - beiden architect, bouwkundig/juridisch adviseur en verbonden aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw in Nederland - opdracht gegeven om de toenmalige stand van het werk vast te stellen, om vast te leggen welke gebreken in het werk moeten worden verholpen, alsmede om een waarde daaraan toe te kennen. Tevens zijn deze deskundigen (lopende het onderzoek) verzocht om de omvang van het meer- en minderwerk vast te stellen. In hun rapport van 8 mei 2018 hebben zij een financieel voorstel gedaan om het werk vlot te trekken. Zij hebben het volgende voorstel gedaan:
[…]
[…] is ondergetekende van mening dat een redelijk voorstel om het werk weer vlot te trekken kan inhouden dat:
- opdrachtgever direct aan aanneemster voldoet € 25.000,00 (exclusief BTW).
Uit het bovenstaande blijkt dat opdrachtgever tot op heden € 29.123,00 (€ 68.123,00 -/- € 39.000,00) teveel heeft ingehouden. Omdat inhouding een redelijke (veilige) marge mag hebben ten opzichte van de nog uit te voeren werkzaamheden is ondergetekende van mening dat het in te houden bedrag mag worden bijgesteld tot € 25.000,00. Hieruit vloeit tevens voort dat na betaling van laatstgenoemd bedrag nog € 43.123,00 (€ 68.123,00 -/- € 25.000,00) openstaat;
- opdrachtgever nadat het werk is opgeleverd direct aan aanneemster betaalt € 33.123,00 (exclusief BTW).
Dit bedrag is het verschil tussen het voor oplevering nog openstaande ad € 43.123,00 en € 10.000,00, zijnde om en nabij de 5% van de aannemingssom waarvan opdrachtgever op grond van artikel 8 lid 2 AVA 2013 bevoegd is dit bedrag in te houden;
- aanneemster na het verstrijken van de onderhoudstermijn (30 dagen na oplevering, artikel 9 lid 8 AVA 2013), alle door haar erkende oplevergebreken heeft hersteld, een bedrag ad
€ 10.000,00 (exclusief BTW) aan aanneemster voldoet.
Op grond van artikel 8 lid 2 AVA 2013 dient opdrachtgever - indien hij van zijn bevoegdheid op grond van deze regeling gebruik wenst te maken - dit bedrag in depot te storten bij een notaris, waartegenover de notaris in beginsel dit bedrag drie maanden na oplevering aan aanneemster dient te betalen. Ondergetekende heeft in zijn voorstel enerzijds afgezien van inschakeling van de notaris en anderzijds het tijdstip van betaling bepaald op het moment dat de onderhoudstermijn is verstreken en aanneemster bovendien alle erkende oplevergebreken heeft hersteld.
[…]