1 [passagier 1] , wonende te [woonplaats] ,
2. [passagier 2], wonende te [woonplaats] ,
3. [passagier 3], wonende te [woonplaats] ,
4. [passagier 4], wonende te [woonplaats] ,
5. [passagier 5], wonende te [woonplaats] ,
6. [passagier 6], wonende te [woonplaats] ,
7. [passagier 7], wonende te [woonplaats] ,
8. [passagier 8], wonende te [woonplaats] ,
9. [passagier 9], wonende te [woonplaats] ,
10. [passagier 10], wonende te [woonplaats] ,
11. [passagier 11], wonende te [woonplaats] ,
12. [passagier 12], wonende te [woonplaats] ,
13. [passagier 13], wonende te [woonplaats] ,
14. [passagier 14], wonende te [woonplaats] ,
15. [passagier 15], wonende te [woonplaats] ,
16. [passagier 16], wonende te [woonplaats] ,
17. [passagier 17], wonende te [woonplaats] ,
18. [passagier 18], wonende te [woonplaats] ,
19. [passagier 19], wonende te [woonplaats] ,
20. [passagier 20], wonende te [woonplaats] ,
21. [passagier 21], wonende te [woonplaats] ,
22. [passagier 22], wonende te [woonplaats] ,
23. [passagier 23], wonende te [woonplaats] ,
24. [passagier 24], wonende te [woonplaats] ,
25. [passagier 25], wonende te [woonplaats] ,
26. [passagier 26], wonende te [woonplaats] ,
opposanten in de hoofdzaak, eisers in het incident
hierna te noemen: de passagiers,
gemachtigde: Claimingo B.V.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
geopposeerde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident,
hierna te noemen: Corendon
gemachtigde: mr. M.E. Futselaar (USH Legal Professionals)
4 De beoordeling in het incident
4.1.
Ten aanzien van de stellingen van de passagiers wordt het volgende overwogen.
4.2.
Corendon concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering. Zij stelt daartoe dat de verzet termijn niet is aangevangen. Het verstekvonnis is immers in persoon afgegeven aan [betrokkene] terwijl in het geval het gaat om een rechtspersoon, slechts in persoon kan worden betekend indien de deurwaarder dit afgeeft aan een bestuurder van die rechtspersoon. [betrokkene] is geen bestuurder van Corendon. Er mag niet worden verondersteld dat het vonnis vanaf de betekeningsdatum bij Corendon bekend was. Verder betwist Corendon dat er sprake is van enige voor de aanvang van de verzet termijn relevante daad van bekendheid.
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat in artikel 143 lid 2 Rv is bepaald dat het verzet moet worden gedaan binnen vier weken na betekening van het vonnis of enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon, of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is.
4.4.
Niet in geschil is dat op 25 januari 2018 een rechtsgeldige betekening heeft plaatsgevonden van het verstekvonnis op het adres van Corendon. Ter discussie staat of met deze betekening, waarbij het exploot door de deurwaarder is uitgereikt aan een medewerker van Corendon, die geen bestuurder is en niet voor ontvangst heeft getekend, geldt als een betekening in persoon die de verzet termijn heeft doen aanvangen.
4.5.
Vooropgesteld wordt dat betekening in persoon in dit verband strikt moet worden opgevat, aangezien het gaat om een betekening op grond waarvan de veroordeelde (zelf) geacht moet worden bekend te zijn met het verstekvonnis, althans voldoende in de gelegenheid te zijn gesteld om van het bestaan en de essentiële inhoud van dit vonnis kennis te nemen, zodat hij vanaf dat moment kan beslissen of hij wel of niet in verzet zal gaan.
4.6.
Corendon heeft in haar verweer verwezen naar Tekst & Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 143 lid 2 en 3 (verzet termijnen) onder a. Betekening in persoon, sub kopje ‘gedaagde in persoon’, die luidt:
“Is gedaagde een rechtspersoon dan wel een vof of cv dan is sprake van betekening in persoon indien afschrift van het exploot wordt betekend aan een bestuurder (of, bij publiekrechtelijke rechtspersonen, een daartoe aangewezen persoon), een (beherend) vennoot of (na ontbinding) een vennoot (art. 48-51).”
4.7.
Daarnaast verwijst de kantonrechter naar de inhoud van Tekst & Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 143 lid 2 en 3 (verzet termijnen) onder b. Daad van bekendheid, sub kopje ‘gedaagde in persoon’, die luidt:
“(…) Bij rechtspersonen geldt dat beslissend is of de kennisneming door een natuurlijk persoon in het maatschappelijk verkeer heeft te gelden als een daad van de rechtspersoon zelf op grond waarvan de wederpartij het ervoor mag houden dat aan de zijde van de rechtspersoon een zodanige bekendheid bestaat dat deze vennootschap daardoor vanaf dat tijdstip daadwerkelijk in staat is het nodige te doen om tijdig verzet in te stellen (HR 11 mei 1990, NJ 1990/544 (Weijl/Los Gauchos)). (…)
4.8.
De vraag waar het hier om gaat is of de kennisneming van het vonnis door [betrokkene] , werkzaam bij Corendon Dutch Airlines B.V. op de vestigingslocatie, in het maatschappelijk verkeer heeft te gelden als een daad van Corendon zelf op grond waarvan de passagiers het ervoor mochten houden dat aan de zijde van Corendon een zodanige bekendheid bestond dat zij daardoor vanaf dat tijdstip daadwerkelijk in staat was het nodige te doen om tijdig van dat vonnis in verzet te komen.
4.9.
De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Dit leidt tot de conclusie dat Corendon door het uitbrengen van de verzet dagvaarding op 26 februari 2018 te laat verzet heeft ingesteld. Corendon zal in haar verzet niet-ontvankelijk worden verklaard. Het voorgaande leidt ertoe dat de incidentele vordering wordt toegewezen.
4.10.
Corendon zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
6. De beslissing in incident
De kantonrechter:
6.1.
verklaart Corendon niet-ontvankelijk in haar verzet;
6.2.
veroordeelt Corendon in de kosten van het incident, aan de zijde van de passagiers tot op heden begroot op € 60,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter