1 Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, alsmede wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 16 december 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of
bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (in
een personenauto van het merk Mercedes gekentekend [kenteken]), in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad-, (ongeveer)
- 10,33 kilogram amfetamine en/of
- 3,41 kilo MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of
- 1,17 kilo 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of
- 1000 zegels LSD (lysergide),
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA
(3 ,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of 2C-B (4-broom-2,5 -
dimethoxyfenethylamine) en/of LSD (lysergide), zijnde amfetamine en/of MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine)
en/of LSD (lysergide) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2:
hij op of omstreeks 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in
Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer)
-9,6 kilogram en/of 1,2 kilogram MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetaxuine), zijnde MDMA (3,4-ethyleendioxymethamfetamine)
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
hij op of omstreeks 16 december 2014 te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in
Nederland opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) 1,1 kilogram, in elk gevat een
hoeveelheid van meet dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij
de Opiumwet behorende lijst II;
Feit 3:
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014,
althans op of omstreeks 16 december 2014, te IJmuiden, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland, van (een) voorwerp(en), te weten een of neer (grote) (contante)
geldbedrag(en) (in totaal ongeveer Euro 415.970,=), althans enig(e) geldbedrag(en), de
werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing
verborgen en/of verhuld en/of
(een) voorwerp(en), te weten een of meer (grote) (contante) geldbedrag(en) (in totaal
ongeveer Euro 415.970,=), althans enig(e) geldbedrag(en) heeft verworven en/of
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet en/of van
bovengenoemde voorwerp(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze
geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 25 november 2012 tot en met 16 december 2014 te
IJmuiden en/of Driehuis, gemeente Velsen, in elk geval in Nederland (meermalen)
(telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet
bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, en/of (meermalen) (telkens) opzettelijk verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
één of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende heroïne en/of
MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine en/of Lysergide (LSD)
en/of 2C-B (4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of ketamine en/of een of meer
andere materia(a)l(en) van lijst 1 van de Opiumwet (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
immers heeft hij, verdachte, toen en daar opzettelijk (telkens) een (onbekende)
hoeveelheid van die bevattende heroïne en/of MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine en/of Lysergide (LSD) en/of 2C-B
(4-broom-2,5-dimethoxyfenethylamine) en/of ketamine en/of andere materialen van lijst
1. van de Opiumwet te koop aangeboden en/of ter verzending (aan binnen- en buitenland)
aangeboden en/of verkocht en/of (per postpakketten) geleverd aan afnemers in het
buitenland (zijnde de Verenigde Staten van Amerika en/of Australië en/of Thailand en/of
het Verenigd Koninkrijk en/of Duitsland en/of Frankrijk en/of Oostenrijk en/of Spanje
en/of België en/of Oekraïne en/of Roemenië en/of Letland en/of Italië en/of Slowakije
en/of Kroatië en/of Portugal en/of Slovenië en/of Cyprus en/of Estiand en/of Griekenland en/of Hongarije en/of Litouwen en/of Polen en/of Brazilië en/of Argentinië en/of El
Salvador en/of Mexico en/of Canada en/of Zwitserland en/of Rusland en/of Wit-Rusland
en/of alle landen van Europa en/of Noorwegen en/of Chili en/of Zuid-Afrika en/of Israël
en/of Egypte en/of Filipijnen en/of Nieuw-Zeeland en/of China en/of Nederland
en/of Turkije en/of Ierland en/of Zweden en/of Tsjechië en/of Estland en/of
Denemarken en/of Indonesië
(al dan niet via de online marktplaats(en), onder meer via Silk Road en/of Silk Road 2.0
en/of Agora en/of Evolution en/of Pandora en/of Sheep en/of Black Market Reloaded
en/of Utopia) onder een of meerdere schuilna(a)m(en) (zijnde [schuilnaam 1] en/of
[schuilnaam 2] en/of [schuilnaam 3] en/of [schuilnaam 4]).
4 Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Kwalificatieverweer witwassen
Door de raadsman zijn de volgende verweren gevoerd, in verband met de kwalificatie van het onder 3. tenlastegelegde feit (witwassen). De raadsman stelt zich op het standpunt dat er weliswaar een omwisseling van bitcoins naar euro’s heeft plaatsgevonden. Echter, dat dit gegeven nog niet maakt dat het geld niet onmiddellijk afkomstig is van het eigen misdrijf. De bitcoin is namelijk geen geld, maar een ‘cryptocurrency’. Teneinde daar iets mee te kunnen doen, is het absoluut noodzakelijk de bitcoins om te zetten in een bestaande munteenheid. Het aangetroffen geld is daarmee onmiddellijk afkomstig van verdachtes eigen misdrijf, namelijk de handel in verdovende middelen. Daarmee is voldaan aan de kwalificatie uitsluitingsgrond.
Als subsidiair standpunt heeft de raadsman het volgende aangevoerd. Indien de rechtbank van oordeel is dat het geld middellijk afkomstig is van het eigen misdrijf van verdachte, sluit dat de kwalificatie uitsluitingsgrond niet uit. In dat verband verwijst de raadsman naar een arrest van de Hoge Raad (ECLI:HR:2014:2913 onder r.o. 2.4). Op basis van dat arrest stelt de raadsman dat wanneer er geen wezenlijk verschil bestaat met het ‘verwerven of voorhanden hebben’, de kwalificatie uitsluitingsgrond toch van toepassing kan zijn. Een dergelijk geval doet zich hier voor, nu het omzetten van bitcoins naar euro’s een noodzakelijke handeling is. Deze gedraging is niet gericht op het verhullen of verbergen van de criminele herkomst van dat omgewisselde geld, aldus de raadsman.
De rechtbank oordeelt hieromtrent als volgt. Reeds gezien er sprake is geweest van omwisseling van bitcoins naar euro’s, is het onder 3 bewezenverklaarde geldbedrag ‘middellijk’ afkomstig uit enig misdrijf. Het primaire verweer vindt zijn weerlegging in die overweging. Aangaande het subsidiaire standpunt geldt het volgende. Anders dan de raadsman merkt de rechtbank het omwisselen van bitcoins naar valuta in fysieke vorm niet aan als een ‘noodzakelijke schakel’, ter besteding van die bitcoins. Het is goed mogelijk bitcoins (direct) op uiteenlopende manieren te besteden. Het achterliggende strafdossier met allerhande transacties op de ‘dark markets’, geeft daar immers talloze voorbeelden van. Door de bitcoins om te wisselen in euro’s, heeft verdachte de werkelijke aard en herkomst van die bitcoins, namelijk dat deze afkomstig waren uit de handel in verdovende middelen op ‘dark markets’, verhuld. Enige kwalificatie uitsluitingsgrond, op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad, doet zich aldus niet voor.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
alsmede
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, al dan niet bedoeld als in artikel 1 lid 5 Opiumwet, meermalen gepleegd;
alsmede;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
8 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de onder 3.3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIERENHALF (4,5) JAREN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
- -
de personenauto met kenteken [kenteken] (nr.8),
- -
een laptop computer (nr. 11),
- -
een enveloppe (nr. 14),
- -
een laptop computer (nr. 15),
- -
een stempel (nr. 19),
- -
een geldbedrag van € 414. 800,00 (nr. 9),
- -
een geldbedrag van € 1170,00 (nr. 7),
gelast de teruggave aan verdachte:
- -
vier usb-sticks (nrs. 12, 13, 16 en 18)
- -
een geheugenkaart (nr. 17),
wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.M. Rutten, voorzitter,
mr. R.A. Otter en mr. J.C. van den Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 maart 2017.