Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBMNE:2020:5410

Rechtbank Midden-Nederland
02-12-2020
18-12-2020
C/16/501697 / HA RK 20-117
Europees civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Beschikking

Verzoek tot inzage toegewezen. Verweerster heeft de belangenafweging onjuist toegepast.

Rechtspraak.nl
JBP 2021/13

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rekestnummer: C/16/501697 / HA RK 20-117

Beschikking van 2 december 2020

in de zaak van

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster,

advocaat mr. A.H. Ekker te Amsterdam,

tegen

de stichting

SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verweerster,

gemachtigde: [A] ( [.] , werkzaam bij Samen Veilig).

Partijen worden hierna [verzoekster] en Samen Veilig genoemd.

1 De procedure

1.1.

[verzoekster] heeft op 24 april 2020 een verzoekschrift op grond van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) ingediend. Dit verzoek heeft zij op 7 juli 2020 gewijzigd.

1.2.

Vanwege de coronacrisis heeft de rechtbank besloten de zaak schriftelijk voort te zetten. Partijen zijn daarover bij brieven van 26 mei 2020 geïnformeerd. Vervolgens hebben partijen de gelegenheid gehad schriftelijk op elkaars standpunten te reageren. Samen Veilig heeft een verweerschrift ingediend. [verzoekster] heeft daarop gereageerd. Samen Veilig heeft als laatste gereageerd.

1.3.

Ten slotte heeft de rechtbank bepaald dat er een beschikking zal worden gewezen.

2 Waar gaat het over?

2.1.

[verzoekster] heeft een minderjarige zoon genaamd [naam minderjarige] (hierna: [voornaam van minderjarige] ) geboren op [geboortedatum] 2012. Zij treedt in deze procedure op als wettelijke vertegenwoordiger van [voornaam van minderjarige] .

2.2.

Onderdeel van de organisatie van Samen Veilig zijn Veilig Thuis en SAVE. Veilig Thuis fungeert als Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling als bedoeld in artikel 4.4.1. van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO 2015) en voert haar taken op basis van die wet uit. SAVE voert in opdracht van de gemeenten (uit de provincie Utrecht) maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uit. SAVE is een zogeheten gecertificeerde instelling (GI) als bedoeld in de Jeugdwet en voert haar taken op basis van die wet uit.

2.3.

In december 2016 heeft de directeur van de school van [voornaam van minderjarige] een zorgmelding gedaan bij Veilig Thuis. Die melding is vervolgens doorgezonden naar SAVE. In maart 2017 is de melding na overleg met de ouders van [voornaam van minderjarige] afgehandeld dan wel afgesloten.

2.4.

Bij e-mail van 3 maart 2020 heeft [verzoekster] Samen Veilig verzocht om haar “afschriften van alle volledige logoverzichten tot het moment van verstrekken met daarin opgenomen alle namen van personen die inzage hebben gehad in het dossier” bij Veilig Thuis en SAVE te verstrekken.

2.5.

Samen Veilig heeft op 17 maart 2020 gereageerd en aangegeven dat zij de loggingoverzichten van de dossiers van [voornaam van minderjarige] bij zowel Veilig Thuis als SAVE zal verstrekken met de functies van de medewerkers, maar niet hun namen. Samen Veilig heeft [verzoekster] de mogelijkheid geboden om die overzichten via beveiligd mailen te ontvangen, dan wel op te halen op het kantoor van SAVE. [verzoekster] heeft hier geen gebruik van gemaakt.

2.6.

[verzoekster] heeft vervolgens, binnen zes weken, dit verzoek ingediend. Zij verzoekt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. Samen Veilig te bevelen, binnen een week na dagtekening van deze beschikking, aan haar inzage te geven in:

a. de loggingoverzichten betreffende de dossiers van haar zoon, bijgewerkt tot de datum van deze beschikking, waaruit blijkt welke personen op welke datum en welk tijdstip (delen van) deze dossiers hebben geraadpleegd en/of hebben bewerkt en/of andere acties hebben uitgevoerd ten aanzien van de gegevens in deze dossiers, en

b. de namen van degenen aan wie, tot de datum van de beschikking, gegevens uit de dossiers van haar zoon zijn verstrekt, alsmede de datum en het tijdstip waarop deze verstrekking heeft plaatsgevonden en een opgave van de persoonsgegevens die zijn verstrekt;

II. Samen Veilig te bevelen tot betaling van een dwangsom van € 250,00, althans een door de rechtbank te bepalen dwangsom, voor iedere dag of deel daarvan dat Samen Veilig in gebreke blijft om geheel te voldoen aan de onder I genoemde bevelen;

III. Samen Veilig te veroordelen in de kosten van deze procedure.

2.7.

[verzoekster] baseert haar verzoek op artikelen 15 AVG jo. artikel 35 lid 1 Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG) en op artikelen 7.3.10 Jeugdwet en 5.3.2. WMO 2015, waarin het recht op inzage is geregeld. Verder verwijst [verzoekster] naar bepalingen met betrekking tot geneeskundig behandelingsovereenkomsten (Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst) en andere wet- en regelging dan wel besluiten en/of beleidsregels die zien op medische patiëntendossiers waaruit moet blijken dat ook de namen van degenen die inzage in het dossier hebben gehad moeten worden verstrekt. Volgens haar heeft het inzagerecht in de Jeugdwet en WMO 2015 een identieke bedoeling en reikwijdte als het inzagerecht in de WGBO en daarom moet Samen Veilig ook de namen van degenen die toegang tot het dossier van [voornaam van minderjarige] hebben gehad, verstrekken.

2.8.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

3 Wat vindt de rechtbank ervan?

3.1.

Het verzoek van [verzoekster] bestaat uit twee onderdelen. Zij verzoekt om:

1. loggingoverzichten betreffende de dossiers van [voornaam van minderjarige] , waaruit onder meer de namen van personen die de dossiers hebben geraadpleegd, bewerkt en/of andere acties hebben uitgevoerd blijkt en

2. namen van degenen aan wie informatie uit de dossiers van [voornaam van minderjarige] zijn verstrekt wanneer en welke informatie daarbij is verstrekt.

Ad 1: De loggingoverzichten

3.2.

Tussen partijen staat niet ter discussie of Samen Veilig de loggingoverzichten, althans een logische vertaling daarvan, moet overleggen. Samen Veilig heeft ook geen bezwaar tegen het afgeven van die overzichten, zoals dat blijkt uit haar mail van 17 maart 2020. Ook is niet in geschil dat onder de beoordeling op rechtmatigheid van persoonsgegevens (het doel van het inzagerecht) die door Samen Veilig worden verwerkt, ook valt informatie over wie toegang tot het dossier hebben gehad. Volgens Samen Veilig heeft zij hieraan voldaan door [verzoekster] te informeren welke functionarissen toegang tot het dossier hebben gehad. Volgens Samen Veilig valt het verstrekken van de namen van haar medewerkers niet onder het inzagerecht omdat dit een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer oplevert. Daarnaast stelt Samen Veilig dat zij een belangenafweging heeft gemaakt waarbij de belangen van de haar medewerkers ter bescherming van hun rechten en vrijheden zwaarder wegen dan het belang van [verzoekster] om transparantie.

3.3.

Anders dan Samen Veilig meent, is de rechtbank van oordeel dat onder wie in beginsel óók de namen van degenen die toegang tot het dossier van een betrokkene hebben gehad valt (vgl. ABRvS 30 november 2011, RECLI:NL:RVS:2011:BU6383). Het enkel noemen van ‘functienaam’ voldoet niet en beperkt de betrokkene in de mogelijkheid om te controleren of de verleende toegang rechtmatig is geweest. De rechtbank volgt Samen Veilig ook niet in haar standpunt dat naar de dossiers die door haar worden aangelegd anders moet worden gekeken dan de medische dossiers omdat de begeleiding/hulpverlening die zij biedt veelal zonder toestemming plaatsvindt en een gedwongen karakter heeft. De wetgever heeft de wet- en regelgeving in het kader van dossierplicht en inzage in zowel medische zaken als begeleiding/hulpverlening door Samen Veilig op elkaar afgestemd. In beide gevallen is er immers sprake van bijzondere (gevoelige) persoonsgegevens die verwerkt worden. Dus, door het enkel vermelden van de functionaris wordt [verzoekster] niet in staat gesteld controle uit te oefenen over de verwerkte persoonsgegevens. Zij kan immers op basis van die informatie niet opmaken, zoals Samen Veilig stelt, of het haar contactpersoon is geweest dan wel een andere persoon die zich toegang tot het dossier heeft verschaft. Gesteld noch gebleken is dat iedere medewerker met een bepaalde functie vrije toegang tot het dossier van [voornaam van minderjarige] zou moeten hebben.

3.4.

Het recht op inzage is echter niet onbeperkt. Daarop kunnen volgens artikel 23 AVG uitzonderingen worden gemaakt. Voor Nederland zijn die uitzonderingen in artikel 41 UAVG uitgewerkt. In artikel 41 lid 1 onder i UAVG is bepaald dat het belang van een betrokkene op inzage moet wijken onder andere ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De Jeugdwet en WMO 2015 bevatten ook beperkingen ten aanzien van het inzagerecht. In artikel 7.3.10, laatste zin, Jeugdwet is bepaald dat verstrekking achterwege kan blijven voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander. Artikel 5.3.2 WMO bevat eenzelfde regeling, met als toevoeging dat inzage ook geweigerd mag worden wanneer dat noodzakelijk is voor de uitoefening van de taken bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, of om een situatie van huiselijk geweld of kindermishandeling te beëindigen dan wel een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken. Deze uitzondering en daarmee samenhangende verplichtingen van een verwerkingsverantwoordelijk (in dit geval Samen Veilig) is alleen mogelijk in individuele gevallen, als dit strikt noodzakelijk is en geschiedt op proportionele wijze. Of in een concreet geval een uitzondering gerechtvaardigd is, zal door de verwerkingsverantwoordelijke zelf moeten worden afgewogen.

3.5.

Het komt dus aan op de afweging van belangen van [verzoekster] en dat van Samen Veilig, althans haar medewerkers. Volgens Samen Veilig moet zij als goed werkgever de belangen van haar werknemers beschermen, zodat zij hun werk kunnen doen zonder zich zorgen te hoeven maken over hun veiligheid en hebben zij er belang bij dat zij niet worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmaking waardoor hun eer en goede naam wordt aangetast. In dat kader stelt Samen Veilig dat hoewel de wettelijke bepalingen in het kader van inzage in een medisch dossier identiek zijn als die in de Jeugdwet en WMO 2015 staan, er toch een wezenlijk verschil is tussen een medische behandeling en de taken die Samen Veilig uitvoert. De kerntaak van Samen Veilig is het beschermen van de meest kwetsbare kinderen en gezinnen in de samenleving, terwijl bij een medische behandeling sprake is van individuele gezondheidszorg. Samen Veilig biedt geen zorg of hulpverlening. Bij SAVE is meestal sprake van een gedwongen relatie tot de jeugdige en zijn ouders en de bemoeienis van Veilig Thuis is ook niet vrijwillig. Binnen de jeugdbescherming en bij Veilig Thuis kunnen daarom de emoties van cliënten hoog oplopen over het feit dat er een melding is gedaan of een kinderbeschermingsmaatregel is uitgesproken. Sommige cliënten lijken erop gericht te zijn om betrokken medewerker moedwillig te beschadigen door het indienen van klachten, het doen van dreigende uitspraken en/of negatieve berichtgeving via social media, aldus Samen Veilig.

3.6.

De rechtbank ziet het belang van Samen Veilig, maar is van oordeel dat zij niet de juiste afweging van de belangen heeft gemaakt. Zoals in r.o. 3.4 overwogen, is de uitzondering op het inzagerecht alleen mogelijk als het strikt noodzakelijk is in het individueel geval. De belangen die Samen Veilig naar voren heeft gebracht zijn van algemene aard. Gesteld noch gebleken is dat in het geval van [verzoekster] aanleiding bestaat dat zij oneigenlijk gebruik zal maken van de informatie die aan haar zal worden verstrekt. Het verweer van Samen Veilig slaagt daarom niet. De rechtbank zal het verzoek van [verzoekster] tot inzage in de loggingoverzichting toewijzen.

Ad 2: verstrekte gegevens aan derden

3.7.

Het tweede verzoek van [verzoekster] komt niet voor toewijzing in aanmerking. Het is een nieuw verzoek. [verzoekster] heeft Samen Veilig, zoals blijkt uit r.o. 2.4, op 3 maart 2020 enkel inzage in de loggingoverzichten gevraagd. Desondanks heeft Samen Veilig in deze procedure de gevraagde informatie verstrekt. [verzoekster] heeft vervolgens niet gesteld dat die informatie niet afdoende is, zodat de rechtbank ervan uit gaat dat zij geen belang meer heeft bij dit onderdeel van haar verzoek en dit zal daarom worden afgewezen.

Dwangsom

3.8.

De gevorderde dwangsom door [verzoekster] zal worden afgewezen, nu zij dit niet nader heeft onderbouwd. Bovendien is het ook niet aannemelijk dat Samen Veilig niet zal meewerken aan de uitvoering van deze beschikking. Samen Veilig heeft juist tot op heden meegewerkt en [verzoekster] alle informatie (willen) verstrekken, behalve de namen van haar medewerkers.

Proceskosten

3.9.

Samen Veilig zal als de (meest) in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [verzoekster] worden begroot op:

- griffierecht € 304,00

- salaris advocaat € 1.086,00 (2 punten x tarief € 543,00)

Totaal € 1.390,00

4 De beslissing

De rechtbank

4.1.

beveelt Samen Veilig om binnen een week na dagtekening van deze beschikking, [verzoekster] inzage te geven in de loggingoverzichten betreffende de dossiers van haar zoon, bijgewerkt tot de datum van deze beschikking, waaruit blijkt welke personen op welke datum en welk tijdstip (delen van) deze dossiers hebben geraadpleegd en/of hebben bewerkt en/of andere acties hebben uitgevoerd ten aanzien van de gegevens in deze dossiers;

4.2.

veroordeelt Samen Veilig tot betaling van de proceskosten [verzoekster] , ter grootte van € 1.390,00;

4.3.

verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

4.4.

wijst af wat er meer of anders is gevorderd.

Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Bokx - Boom en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2020.1

1 type: AS/4879 coll:

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.