5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 7 november 2019 te Almere uit drogisterij [drogisterij] , gevestigd aan de [adres] , tezamen en in vereniging met anderen een portefeuille met daarin een geldbedrag van ongeveer 1058 euro dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door
- met een mes te zwaaien en een mes ter hoogte van het gezicht van voornoemde [slachtoffer 3] te bewegen en
- die [slachtoffer 3] bij zijn kraag te pakken en hem richting de achterzijde van de winkel te duwen en te zeggen “Geld” en “Naar achteren” en
- te roepen “Kluis open, geef geld”, en “Openmaken, ik snijd je keel door” en
- voornoemde [slachtoffer 3] op een stoel te duwen en een mes tegen zijn keel te zetten en
- voornoemde [slachtoffer 1] van achteren beet te pakken en haar in een hoek te drukken en
- voornoemde [slachtoffer 4] van achteren vast te pakken en te zeggen “Rustig blijven. Dit is een overval. Ik wil geld” en
- enkele centimeters boven het hoofd van die [slachtoffer 4] een mes te houden en
- de portefeuille uit de handen van die [slachtoffer 3] te grissen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
11 BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie van 6 MAANDEN;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie een gedeelte van 3 MAANDEN, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste zes maanden ITB Harde Kern, zal melden bij Samen Veilig Midden-Nederland op het adres Haagbeukweg 149 te Almere, en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang die instelling dit noodzakelijk acht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten:
- [medeverdachte] , geboren op [2001] ;
- [A] , geboren op [2001] ;
- [B] , geboren op [2001] ;
en met de slachtoffers:
- [slachtoffer 3] , geboren op [1962] ;
- [slachtoffer 1] , geboren op [1953] ;
- [slachtoffer 4] , geboren op [1957] ;
zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal houden aan de (het gedrag van de veroordeelde betreffende) voorwaarde dat hij zal meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek;
* zich zal houden aan de (het gedrag van de veroordeelde betreffende) voorwaarde dat hij zal meewerken aan een passende vorm van dagbesteding in de vorm van school en/of een vervangend schooltraject;
* zich zal houden aan de (het gedrag van de veroordeelde betreffende) voorwaarde dat hij zal meewerken aan het hebben van positieve vrijetijdsbesteding in de vorm van sport en/of een bijbaan;
* zal meewerken aan aanvullende behandeling, op de tijden en plaatsen als door of namens die betreffende instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij Samen Veilig Midden-Nederland opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door Samen Veilig Midden-Nederland dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- -
wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.225,12;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.225,12 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 (nul) dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij Drogisterij [drogisterij]
- -
wijst de vordering van Drogisterij [drogisterij] toe tot een bedrag van € 2.320,22;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Drogisterij [drogisterij] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van Drogisterij [drogisterij] aan de Staat € 2.320,22 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 (nul) dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
- -
wijst de vordering van [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 900,-;
- -
veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- -
verklaart de vordering van [slachtoffer 4] voor wat betreft het meer gevorderde niet- ontvankelijk;
- -
veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- -
legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 900,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 9 (nul) dagen gijzeling;
- -
bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S. Terporten-Hop, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. M.J.A.L. Beljaars, kinderrechter en mr. A. Leschot, rechter, in tegenwoordigheid van mr. T.M. van Zwet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juni 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 november 2019 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland (uit drogisterij [drogisterij] , gevestigd aan de [adres] ), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een (portefeuille met daarin een) geldbedrag van ongeveer 1058 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] , heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- met een mes te zwaaien, en/of een mes ter hoogte van het gezicht van voornoemde [slachtoffer 3] te bewegen en/of
- die [slachtoffer 3] bij zijn kraag te pakken en/of hem richting de achterzijde van de winkel te duwen en/of te zeggen “Geld” en/of “Naar achteren” en/of
- te zeggen en/of roepen en/of schreeuwen “Kluis open, geef geld”, en/of “Openmaken, ik snijd je keel door” en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] op een stoel te duwen/zetten en/of een mes tegen/op zijn keel te zetten/houden/duwen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] van achteren beet te pakken en/of haar in een hoek te drukken en/of
- voornoemde [slachtoffer 4] van achteren vast te pakken/houden en/of te zeggen “Rustig blijven. Dit is een overval. Ik wil geld” en/of
- enkele centimeters boven het hoofd van die [slachtoffer 4] een mes te houden en/of
- de portefeuille uit de handen van die [slachtoffer 3] te grissen/pakken/trekken.