5 BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
A
[onderneming 2] B.V. op 27 oktober 2014 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste brieven, te weten:
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark [recreatiepark 4] ' van ABN Amro Bank N.V. d.d. 25 juli 2014 (vindplaats dossier: pagina 0128), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] ' van ABN Amro Bank N.V. d.d. 25.06.2014 (vindplaats dossier: pagina 0129), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark ' [recreatiepark 3] ' van Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014 (vindplaats dossier: pagina 0130),
- zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte de brieven bij de hypotheekverstrekker [onderneming 1] Ltd. heeft ingebracht als overtuigingsstuk van de door [onderneming 2] B.V. te betalen koopsom (vindplaats dossier: pagina 1631),
en bestaande die vervalsing hierin dat op voornoemde brieven valselijk en in strijd met de waarheid stond vermeld dat:
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 4] 1.200.000,-, in plaats van 295.000,-bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25 juli 2014, vindplaats dossier: pagina 0124), en
-de koopsom voor de recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] 4.800.000,-, in plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25.06.2014,vindplaats dossier: pagina 0122), en
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 3] 4.800.000,-, in plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014, vindplaats dossier: pagina 0126),
zulks terwijl hij, verdachte aan die verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven,
B
op 27 oktober 2014 te Nederlandopzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste brieven, te weten:
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark [recreatiepark 4] ' van ABN Amro Bank N.V. d.d. 25 juli 2014 (vindplaats dossier: pagina 0128), en
-de brief inzake 'aankoop recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] ' van ABN Amro Bank N.V. d.d. 25.06.2014 (vindplaats dossier: pagina 0129), en
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark ' [recreatiepark 3] ' van Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014 (vindplaats dossier: pagina 0130),
- zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte de brieven bij de hypotheekverstrekker [onderneming 1] Ltd. heeft ingebracht als overtuigingsstuk van de door [onderneming 2] B.V. te betalen koopsom (vindplaats dossier: pagina 1631),
en bestaande die vervalsing hierin dat op voornoemde brieven valselijk en in strijd met de waarheid stond vermeld dat:
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 4] 1.200.000,-, in plaats van 295.000,-bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25 juli 2014, vindplaats dossier: pagina 0124), en
-de koopsom voor de recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] 4.800.000,-, in plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25.06.2014,vindplaats dossier: pagina 0122), en
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 3] 4.800.000,-, in plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014, vindplaats dossier: pagina 0126),
B
[onderneming 2] B.V. op 29 oktober 2014 te Amsterdam, meerdere voorwerpen, te weten:
A. één geldbedrag verkregen uit een hypothecaire lening (in totaal circa EUR 4.500.000,-(vindplaats dossier: pagina's: 1636 en 1818),
heeft omgezet terwijl verdachte wist, dat dat voorwerp geheel - onmiddellijk afkomstig was van enig misdrijf,
B. meer kavels grond en opstalrechten met betrekking tot [recreatiepark 2] , en
C. meer appartementsrechten met betrekking tot het [recreatiepark 1] , en
D. meer percelen grond en appartementsrechten met betrekking tot [recreatiepark 4] , en
E. meer appartementsrechten met betrekking tot recreatiepark [recreatiepark 3] ,
heeft verworven, en overgedragen terwijl verdachte wist, dat die voorwerpen geheel middellijk afkomstig waren van enig misdrijf,
zulks terwijl hij, verdachte aan die verboden gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
11 BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 8 maanden;
- gelast de teruggave van de beslagen goederen – kort gezegd: de vakantieparken – aan de rechthebbenden, met de opmerking dat aan deze beslissing geen feitelijke uitvoering dient te worden gegeven zo lang op deze goederen nog conservatoir beslag rust.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Veenstra, voorzitter, mrs. M.E. Falkmann en
I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Antonides, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 oktober 2019.
Mr. I.L. Gerrits is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
A
[onderneming 2] B.V. op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of
omstreeks de periode van 25 juni 2014 tot en met 29 oktober 2014 te Soest,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik
heeft gemaakt of doen maken van (een) valse of vervalst(e) brief/brieven, te weten:
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark [recreatiepark 4] ' van ABN Amro Bank
N.V. d.d. 25 juli 2014 (vindplaats dossier: pagina 0128), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] ' van ABN
Amro Bank N.V. d.d. 25.06.2014 (vindplaats dossier: pagina 0129), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark ' [recreatiepark 3] ' van Rabobank
Nederland d.d. 25 juni 2014 (vindplaats dossier: pagina 0130),
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die (telkens) bestemd was/waren om tot
bewijs van enig feit te dienen - als ware dat dat/die (geschrift)en (telkens)
echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat verdachte en/of
zijn mededader(s), de brief/brieven (telkens) bij de hypotheekverstrekker
[onderneming 1] Ltd. heeft/hebben ingebracht als overtuigingsstuk van de door
[onderneming 2] B.V. te betalen koopsom (vindplaats dossier: pagina 1631),
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op voornoemde brief/brieven
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid stond vermeld dat:
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 4] 1.200.000,-, in plaats
van 295.000,-bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25 juli 2014, vindplaats dossier:
pagina 0124), en/of
-de koopsom voor de recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] 4.800.000,-, in
plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25.06.2014,vindplaats
dossier: pagina 0122), en/of
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 3] 4.800.000,-, in plaats
van 3.000.000,- bedroeg (brief Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014,
vindplaats dossier: pagina 0126),
zulks terwijl hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen
althans alleen, (telkens) tot voren omschreven feit(en) opdracht heeft/hebben
gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijk leiding heeft/hebben gegeven,
B
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 25
juni 2014 tot en met 29 oktober 2014 te Soest, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans
eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van (een)
valse of vervalst(e) brief/brieven, te weten:
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark [recreatiepark 4] ' van ABN Amro Bank
N.V. d.d. 25 juli 2014 (vindplaats dossier: pagina 0128), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] ' van ABN
Amro Bank N.V. d.d. 25.06.2014 (vindplaats dossier: pagina 0129), en/of
-de brief inzake 'aankoop recreatiepark ' [recreatiepark 3] ' van Rabobank
Nederland d.d. 25 juni 2014 (vindplaats dossier: pagina 0130),
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die (telkens) bestemd was/waren om tot
bewijs van enig feit te dienen - als ware dat dat/die (geschrift)en (telkens)
echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat verdachte en/of
zijn mededader(s), de brief/brieven (telkens) bij de hypotheekverstrekker
[onderneming 1] Ltd. heeft/hebben ingebracht als overtuigingsstuk van de door
[onderneming 2] B.V. te betalen koopsom (vindplaats dossier: pagina
1631),
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat op voornoemde brief/brieven
(telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid stond vermeld dat:
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 4] 1.200.000,-, in plaats
van 295.000,-bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25 juli 2014, vindplaats dossier:
pagina 0124), en/of
-de koopsom voor de recreatieparken [recreatiepark 1] en [recreatiepark 2] 4.800.000,-, in
plaats van 3.000.000,- bedroeg (brief ABN-Amro d.d. 25.06.2014, vindplaats
dossier: pagina 0122), en/of
-de koopsom voor het recreatiepark [recreatiepark 3] 4.800.000,-, in plaats
van 3.000.000,- bedroeg (brief Rabobank Nederland d.d. 25 juni 2014,
vindplaats dossier: pagina 0126).
art 51 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
2.
A
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 29
oktober 2014 tot en met 18 juli 2017 te Soest en/of Amsterdam en/of (elders)
in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere voorwerp(en), te weten:
A. één of meer geldbedrag(en) verkregen uit een hypothecaire lening (in totaal
circa EUR 4.500.000,-, vindplaats dossier: pagina's: 1636 en 1818), en/of
B. één of meer kavel(s) grond en/of opstalrecht(en) met betrekking tot Resort
[recreatiepark 2] , en/of
C. één of meer appartementsrecht(en) en/of opstalrecht(en) met betrekking tot
het [recreatiepark 1] , en/of
D. één of meer perce(e)l(en) grond en/of appartementsrecht(en) en/of
opstalrecht(en) met betrekking tot [recreatiepark 4] , en/of
E. één of meer appartementsrecht(en) en/of opstalrecht(en) met betrekking tot
recreatiepark [recreatiepark 3] ,
heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of
daarvan de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de
verplaatsing heeft/hebben verborgen of verhuld en/of heeft/hebben verborgen
of verhuld wie de rechthebbende van het voorwerp was en/of het voorwerp
voorhanden had, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat voorwerp/die voorwerpen
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren van
uit enig misdrijf,
B
[onderneming 2] B.V. en/of Stichting Administratiekantoor [onderneming 2]
op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of
omstreeks de periode van 29 oktober 2014 tot en met 18 juli 2017 te Soest
en/of Amsterdam en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meerdere
voorwerp(en), te weten:
A. één of meer geldbedrag(en) verkregen uit een hypothecaire lening (in totaal
circa EUR 4.500.000,-,vindplaats dossier: pagina's: 1636 en 1818), en/of
B. één of meer kavel(s) grond en/of opstalrecht(en) met betrekking tot Resort
[recreatiepark 2] , en/of
C. één of meer appartementsrecht(en) en/of opstalrecht(en) met betrekking tot
het [recreatiepark 1] , en/of
D. één of meer perce(e)l(en) grond en/of appartementsrecht(en) en/of
opstalrecht(en) met betrekking tot [recreatiepark 4] , en/of
E. één of meer appartementsrecht(en) en/of opstalrecht(en) met betrekking tot
recreatiepark [recreatiepark 3] ,
heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of
daarvan de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding of de
verplaatsing heeft/hebben verborgen of verhuld en/of heeft/hebben verborgen
of verhuld wie de rechthebbende van het voorwerp was en/of het voorwerp
voorhanden had, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en),
althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat voorwerp/die voorwerpen
geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren van
uit enig misdrijf,
zulks terwijl hij, verdachte tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (telkens) tot voren omschreven feit(en) opdracht
heeft/hebben gegeven en/of aan die verboden gedraging(en) feitelijk leiding
heeft/hebben gegeven.
Art. 420bis lid 1 ahf/sub b Wetboek van Strafrecht
Art. 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Art. 51 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht