Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2022:6000

Rechtbank Gelderland
12-09-2022
25-10-2022
08/176895-20
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

Voormalig burgermedewerker van Defensie veroordeeld voor oplichting en valsheid in geschrifte, beide meermalen gepleegd, door het indienen van valse facturen bij zijn werkgever. Benadelingsbedrag ruim 150.000 euro.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 08/176895-20

Datum uitspraak : 12 september 2022

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats] ,

wonende aan [adres 1] .

Raadsvrouw: mr. P.M. Breukink, advocaat in Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen op 17 januari 2022 en 29 augustus 2022.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 18 mei 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen meermalen

althans eenmaal,

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €35.658,95, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-

- twintig (20), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 106 t/m 126 van het procesdossier), met een totaal geldbedrag van €35.658, op naam van (een bestaand) bedrijf [naam 3] heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of

- op voornoemde facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of

- voornoemde bedrijfsgegevens heeft/hebben aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn, verdachtes, telefoonnummer en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of

- heeft/hebben voorgedaan en/of doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld door en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

2.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juni 2018 tot en met 04 augustus 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,

meermalen althans eenmaal

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €113.662,99, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-

- het bedrijf eenmanszaak [naam 6] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of

- op naam van het bedrijf [naam 6] een bankrekening met rekeningnummer

[nummer 4] heeft geopend en/of

- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was aan het [adres 3] , terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een leegstaand pand bevond en/of welk pand niet aan [naam 6] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan alsof zijn/hun bedrijf goederen/brandstoffen

kon leveren en/of

- drieënzestig (63), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €113.662,99 op naam van het bedrijf [naam 6] , heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie

en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

3.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 september 2019 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of

Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,

meermalen althans eenmaal,

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €4041,24, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-

- het bedrijf eenmanszaak [naam 7] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of

- op naam van het bedrijf [naam 7] een bankrekening met rekeningnummer [nummer 5]

heeft geopend en/of

- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was op het adres [adres 4] terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een voor verhuur beschikbaar/leegstaand pand bevond, en/of welk pand niet aan [naam 7] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of

- drie, althans een aantal, (valse) facturen (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €4.041,24 heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 8] [adres 5] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet

besteld en/of geleverd waren en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

4.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland

meermalen, althans eenmaal,

één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te

weten (respectievelijk)

- twintig (20) facturen op naam van [naam 3] (pag. 106 t/m 125 van het procesdossier) en/of

- drieënzestig (63) facturen op naam van [naam 6] (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier) en/of

- vijf (5) facturen op naam van [naam 7] (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier),

valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door (telkens) opzettelijk

valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)

- op voornoemde twintig (20) [naam 3] facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of

- voornoemde bedrijfsgegevens aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn, verdachtes, telefoonnummer en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of

- in/op die factu(u)r(en) vermeld/gesuggereerd dat [naam 3] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] ) zou hebben geleverd en/of

- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 6] vermeld/gesuggereerd dat [naam 6] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] ) zou hebben geleverd

- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 7] vermeld/gesuggereerd dat [naam 7] aan [naam 8] [adres 5] en/of het Ministerie van Defensie goederen ( [naam 13] en [naam 14] ) zou hebben geleverd,

zulks (telkens) opzettelijk met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te

gebruiken of door anderen te doen gebruiken

en/ of

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen

meermalen, althans eenmaal,

(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste factu(u)r(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echt en/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:

- het verzenden/factureren van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) aan het Ministerie van Defensie en/of

- het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes)administratie,

en/ of

(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste factu(u)r(en) voorhanden gehad, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat factu(u)r(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst;

5.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 12

september 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,

meermalen, althans eenmaal,

één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te

weten (respectievelijk)

- een prestatieverklaring/opleveringsverklaring met datum 09 april 2019 (pag. 79 van het procesdossier) en/of

- een bestelorder en/of inkoopbon met datum 21 februari 2019 (pag. 60 van

het procesdossier) en/of

- een huurovereenkomst met datum 12 september 2019 (pag. 431 t/m 437 van het procesdossier)

valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)

- een eerder opgemaakte prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan te passen en/of te wijzigen en/of te voorzien van de naam van de leverancier [naam 6] en/of het [naam 15] documentnummer [nummer 6] en/of het defensieordernummer en/of een omschrijving van de geleverde goederen (6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 10] en 6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 9] en/of de datum van 09/04/2019 en/of de naam en/of handtekening van [naam 16] , welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van [naam 16] en/of

- een oude bestelorder en/of inkoop/bestelbon te wijzigen en/of aan te passen en/of te voorzien van de datum 21 februari 2019 en/of de bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 6] [adres 6] Nederland en/of het referentienummer [nummer 2] en/of de bestelde goederen 3 stuks art. [naam 10] transmissieolie en 8 stuks art. [naam 9]

Transmissieolie en/of

- een voorbeeld huurovereenkomst bedrijfsruimte te voorzien van de adresgegevens van het te (ver)huren pand aan de [adres 7] en/of van de bedrijfs- en/of adresgegevens van verhuurder [naam 17] vertegenwoordigd door [naam 18] en/of zijn, verdachtes, eigen bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 7] debiteurenbeheer en/of de ingangsdatum van 12 september 2019 en/of de datum en plaats van ondertekening 12 september 2019 te [plaatsnaam 1] en/of de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] ,

welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] en/of zijn, verdachte, eigen naam en handtekening en/of parafering door verdachte op elke pagina,

zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken

en/ of

(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst gebruik gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echten/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:

- de prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan/bij het [naam 2] ( [naam 2] ) en/of

- de bestelorder en/of inkoop/bestelbon aan/bij [naam 19] en/of [naam 20] ter attentie van de heer [naam 19] en/of

- de huurovereenkomst aan/bij de Kamer van Koophandel

te verzenden en/of toe te zenden en/of in te dienen en/of af te leveren teneinde aan te tonen dat de goederen op de factuur van [naam 6] d.d. 21 februari 2019 door aanvrager zijn besteld en ontvangen en/of dat [naam 7] debiteurenbeheer gevestigd was in het pand aan [adres 7] en/of het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes) administratie

en/of

(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst voorhanden gehad, terwijl

verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dat prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of

huurovereenkomst bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft geen bewijsverweren gevoerd.

Beoordeling door de rechtbank

Ten aanzien van feit 1:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • -

    het proces-verbaal van aangifte acquisitiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen bankrekening [nummer 7] , p. 185-1 tot en met p. 185-8;

  • -

    de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

Ten aanzien van feit 2:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • -

    het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 048 tot en met p. 054, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen verstrekking uit handelsregister, p. 139;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen bankrekeningen [nummer 8] , [nummer 9] en [nummer 10] , p. 150 tot en met p. 162;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen bankrekening [nummer 7] , p. 185-1 tot en met p. 185-8;

  • -

    de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

Ten aanzien van feit 3:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • -

    het proces-verbaal van aangifte van acquisitiefraude van [aangever] , p. 095 tot en met p. 096, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen verstrekking uit handelsregister, p. 139;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen bankrekeningen [nummer 8] , [nummer 9] en [nummer 10] , p. 150 tot en met p. 162;

  • -

    het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot facturen [naam 7] , p. 186 tot en met p. 187;

  • -

    de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

Ten aanzien van feit 4:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • -

    het proces-verbaal van aangifte acquisititiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 048 tot en met p. 054, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal van aangifte van acquisitiefraude van [aangever] , p. 095 tot en met p. 096, met bijlagen;

  • -

    de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

Ten aanzien van feit 5:

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

  • -

    het proces-verbaal van aangifte acquisititiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;

  • -

    het proces-verbaal met betrekking tot Defensie mail van [verdachte] , p. 144 tot en met p. 145;

  • -

    het proces-verbaal bevindingen valse huurovereenkomst [adres 7] , p. 191 tot en met p. 193;

  • -

    het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 16] , p. 349 tot en met p. 351;

  • -

    de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

3 De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

1.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 18 mei 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen meermalen

althans eenmaal,

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €35.658,95, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –

- twintig (20), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 106 t/m 126 van het procesdossier), met een totaal geldbedrag van €35.658, op naam van (een bestaand) bedrijf [naam 3] heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of

- op voornoemde facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of

- voornoemde bedrijfsgegevens heeft/hebben aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn haar, verdachtes, telefoonnummer en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of

- heeft/hebben voorgedaan en/of doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld door en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummers [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend waswaren als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

2.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juni 2018 tot en met 04 augustus 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,

meermalen althans eenmaal

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €113.662,99, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –

- het bedrijf eenmanszaak [naam 6] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of

- op naam van het bedrijf Sell oOlie een bankrekening met rekeningnummer

[nummer 4] heeft geopend en/of

- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was aan het [adres 3] , terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een leegstaand pand bevond en/of welk pand niet aan Sell oOlie en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan alsof zijn/hun bedrijf goederen/brandstoffen

kon leveren en/of

- drieënzestig (63), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €113.662,99 op naam van het bedrijf [naam 6] , heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie

en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummers [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend waswaren als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

3.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 september 2019 tot en met 28

november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of

Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,

meermalen althans eenmaal,

(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het

aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of

door een samenweefsel van verdichtsels,

aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

(hierna [naam 1] ) en/of [naam 2] en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €4.041,24, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,

hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]

in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze

hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van

facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met

vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –

- het bedrijf eenmanszaak [naam 7] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of

- op naam van het bedrijf [naam 7] een bankrekening met rekeningnummer [nummer 12] heeft geopend en/of

- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was op het adres [adres 4] terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een voor verhuur beschikbaar/leegstaand pand bevond, en/of welk pand niet aan [naam 7] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of

- drie, althans een aantal, (valse) facturen (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier), met een totaal bedrag van € 4.041,24 heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of

- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in het kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of

- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 8] [adres 5] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet

besteld en/of geleverd waren en/of

- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk

zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,

waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]

en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van

Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);

4.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland

meermalen, althans eenmaal,

één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te

weten (respectievelijk)

- twintig (20) facturen op naam van [naam 3] (pag. 106 t/m 125 van het procesdossier) en/of

- drieënzestig (63) facturen op naam van [naam 6] (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier) en/of

- vijf (5) facturen op naam van [naam 7] (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier),

valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door (telkens) opzettelijk

valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)

- op voornoemde twintig (20) [naam 3] facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of

- voornoemde bedrijfsgegevens aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn haar, verdachtes, telefoonnummer en/of

- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of

- in/op die factu(u)r(en) vermeld/gesuggereerd dat [naam 3] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] ) zou hebben geleverd en/of

- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 6] vermeld/gesuggereerd dat [naam 6] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] ) zou hebben geleverd

- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 7] vermeld/gesuggereerd dat [naam 7] aan [naam 8] [adres 5] en/of het Ministerie van Defensie goederen ( [naam 13] en [naam 14] ) zou hebben geleverd,

zulks (telkens) opzettelijk met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te

gebruiken of door anderen te doen gebruiken

en/ of

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen

meermalen, althans eenmaal,

(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste factu(u)r(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echt en/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:

- het verzenden/factureren van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) aan het Ministerie van Defensie en/of

- het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes)administratie,

en/ of

(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste factu(u)r(en) voorhanden gehad, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat factu(u)r(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst;

5.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 12 september 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,

meermalen, althans eenmaal,

één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te

weten (respectievelijk)

- een prestatieverklaring/opleveringsverklaring met datum 09 april 2019 (pag. 79 van het procesdossier) en/of

- een bestelorder en/of inkoopbon met datum 21 februari 2019 (pag. 60 van

het procesdossier) en/of

- een huurovereenkomst met datum 12 september 2019 (pag. 431 t/m 437 van het procesdossier)

valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)

- een eerder opgemaakte prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan te passen en/of te wijzigen en/of te voorzien van de naam van de leverancier [naam 6] en/of het [naam 15] documentnummer [nummer 6] en/of het defensieordernummer en/of een omschrijving van de geleverde goederen (6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 10] en 6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 9] en/of de datum van 09/04/2019 en/of de naam en/of handtekening van [naam 16] , welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van [naam 16] en/of

- een oude bestelorder en/of inkoop/bestelbon te wijzigen en/of aan te passen en/of te voorzien van de datum 21 februari 2019 en/of de bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 6] [adres 6] Nederland en/of het referentienummer [nummer 2] en/of de bestelde goederen 3 stuks art. [naam 10] transmissieolie en 8 stuks art. [naam 9]

Transmissieolie en/of

- een voorbeeld huurovereenkomst bedrijfsruimte te voorzien van de adresgegevens van het te (ver)huren pand aan de [adres 7] en/of van de bedrijfs- en/of adresgegevens van verhuurder [naam 17] vertegenwoordigd door [naam 18] en/of zijn, verdachtes, eigen bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 7] debiteurenbeheer en/of de ingangsdatum van 12 september 2019 en/of de datum en plaats van ondertekening 12 september 2019 te [plaatsnaam 2] en/of de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] ,

welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] en/of zijn, verdachte, eigen naam en handtekening en/of parafering door verdachte op elke pagina,

zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken

en/ of

(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst gebruik gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echt en/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:

- de prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan/bij het [naam 2] ( [naam 2] ) en/of

- de bestelorder en/of inkoop/bestelbon aan/bij [naam 19] en/of [naam 20] ter attentie van de heer [naam 19] en/of

- de huurovereenkomst aan/bij de Kamer van Koophandel

te verzenden en/of toe te zenden en/of in te dienen en/of af te leveren teneinde aan te tonen dat de goederen op de factuur van [naam 6] d.d. 21 februari 2019 door aanvrager zijn besteld en ontvangen en/of dat [naam 7] debiteurenbeheer gevestigd was in het pand aan [adres 7] en/of het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes) administratie

en/of

(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst voorhanden gehad, terwijl

verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dat prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of

huurovereenkomst bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1:

oplichting, meermalen gepleegd

feit 2:

oplichting, meermalen gepleegd

feit 3:

oplichting, meermalen gepleegd

feit 4:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd

feit 5:

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd

5 De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan vier maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaar. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf wil de officier van justitie de bijzondere voorwaarden koppelen die de Reclassering heeft geadviseerd.

Het standpunt van de verdediging

De raadvrouw heeft bepleit dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

De ernst van de feiten

Verdachte is als burgermedewerker werkzaam geweest bij het Ministerie van Defensie. Uit hoofde van zijn functie wist hij hoe binnen het Ministerie van Defensie de betaling van facturen en de controle daarop plaatsvond. Nadat er vanwege schulden loonbeslag op het salaris van verdachte werd gelegd, heeft hij facturen van het bestaande bedrijf [naam 3] vervalst en daarop het bankrekeningnummer van zijn vrouw vermeld, om daarmee de kans op ontdekking van de oplichting te verkleinen. Hij heeft deze facturen vervolgens ingediend bij zijn werkgever. Verdachte heeft zijn werkgever op deze manier € 35.658,95 laten overmaken op de bankrekening van zijn vrouw. Nadat de kans op ontdekking van deze oplichting toenam als gevolg van de invoering van de IBAN-naamcheck, heeft verdachte met geen ander doel dan het voortzetten van zijn oplichtingspraktijken een eigen bedrijf opgericht en namens dat bedrijf opnieuw valse facturen ingediend bij Defensie. Hij heeft Defensie vervolgens in totaal voor een bedrag van € 113.662,99 laten overmaken op de rekening van dit bedrijf en boekte het geld vervolgens naar privérekeningen. Nadat dit in de zomer van 2019 aan het licht kwam en verdachte door zijn werkgever werd geschorst, is verdachte nóg doorgegaan met zijn oplichtingspraktijken. Hij heeft opnieuw een bedrijf opgericht en ook namens dat bedrijf valse facturen ingediend bij Defensie waarna een bedrag van in totaal € 4.041,24 aan hem is overgemaakt. Verdachte heeft niet alleen facturen vervalst en valse facturen opgesteld. Om de kans op ontdekking van de oplichting te verkleinen, heeft hij onder meer een prestatieverklaring en een inkoopbon vervalst en een valse huurovereenkomst opgemaakt. Het geld dat verdachte en zijn vrouw op deze manier uitbetaald kregen, hebben zij onder meer gebruikt voor vakanties en etentjes. Met deze handelswijze heeft verdachte het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had en dat van zijn directe collega’s ernstig beschaamd en misbruik gemaakt van overheidsgeld. Hoewel hij zich gedurende de periode dat de bewezenverklaarde feiten plaatsvonden meermaals heeft beseft dat hij verkeerd handelde, heeft hij toch steeds opnieuw gekozen voor bevrediging van zijn eigen behoefte aan geld en heeft hij zelfs toen hij geschorst thuis zat, nog geprobeerd de fraude door te zetten. Bij dergelijke feiten past in beginsel de oplegging van een (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoon van de verdachte. Hierbij is gebleken dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Daarnaast heeft verdachte tijdens het onderzoek openheid van zaken gegeven en heeft hij spijt betuigd voor zijn gedragingen. Deze spijtbetuiging komt op de rechtbank oprecht over. De rechtbank weegt dat mee in het voordeel van verdachte. Tijdens de zitting is gebleken dat verdachte inmiddels een baan elders heeft en met hulp van een bewindvoerder succesvol werkt aan het aflossen van zijn schulden. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop.

Advies van de reclassering
De rechtbank heeft verder gelet op het rapport van de reclassering van 30 augustus 2021. Daarin staat onder meer dat aan het handelen van verdachte zowel een gebrek aan financiële vaardigheden als aan moreel besef en eigenaarschap van persoonlijke problemen ten grondslag lijkt te liggen. Volgens de reclassering is het inzicht van verdachte beperkt als het gaat om zijn eigen aandeel in de feiten en hoe die in de toekomst te voorkomen. De reclassering ziet wel mogelijkheden tot gedragsverandering en recidivevermindering, omdat verdachte leerbaar en gemotiveerd is om zijn (financiële) vaardigheden en inzicht te ontwikkelen. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld en adviseert om verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Aan dat voorwaardelijke deel adviseert de reclassering de voorwaarden meldplicht bij de reclassering, ambulante begeleiding en meewerken aan schuldhulpverlening te koppelen. De reclassering adviseert ook om verdachte een beroepsverbod op te leggen.

Straf

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en op het belang dat verdachte heeft bij het behoud van zijn baan om zijn schulden af te lossen en de door hem veroorzaakte schade aan het Ministerie van Defensie te vergoeden, zal de rechtbank in dit geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Blijkens het reclasseringsrapport en wat er ter terechtzitting aan de orde is gekomen heeft verdachte zijn leven inmiddels weer goed op de rit. Een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze ingezette positieve ontwikkeling doorkruisen. De rechtbank acht dan ook passend een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk en met aftrek van het voorarrest. Aan het voorwaardelijke deel van deze gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Daarnaast acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf van 240 uur aangewezen en passend.

Beroepsverbod
Vanwege de aard, omvang en de duur van de bewezenverklaarde feiten, zal de rechtbank daarnaast als bijkomende straf aan verdachte een beroepsverbod opleggen inhoudende een ontzetting van het recht om voor de overheid te werken in een functie met financiële verantwoordelijkheid voor de duur van vijf jaar.

8
8. De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij het Ministerie van Defensie heeft in verband met de ten laste gelegde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 153.363,18 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

Standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen met toekenning van de wettelijke rente, maar zonder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Overweging van de rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden en deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De rechtbank ziet echter aanleiding het gevorderde bedrag te matigen tot een bedrag van € 144.725,18. De reden hiervan is dat de benadeelde partij een onderdeel vormt van de Nederlandse Staat en dat het resterende deel van € 8.638,00 door reeds anderszins aan de Staat (Belastingdienst) is of zal moeten worden voldaan, hetgeen ter zitting is gebleken. De vordering zal daarom worden toegewezen voor een bedrag van € 144.725,18 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 over € 35.658,95 daarvan en de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2019 over de resterende € 109.066,23. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

Schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank zal niet de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De benadeelde partij is onderdeel van de overheid en kan in staat worden geacht het toegekende bedrag zelf te incasseren. De daarmee te maken kosten zijn naar verwachting niet onevenredig hoog in relatie tot het toegekende bedrag en verdachte zal worden veroordeeld in betaling van deze kosten. Hierbij komt dat de verdachte een vaste woon- en verblijfplaats in Nederland en een baan heeft. Ook heeft hij - zoals door de benadeelde partij ook is erkend - reeds buiten rechte contact gezocht en een concreet en niet op voorhand als irreëel te betitelen voorstel voor een afbetalingsregeling aan de benadeelde partij gedaan. Het is daarom niet aannemelijk dat de verdachte zich aan zijn betalingsverplichtingen zal willen onttrekken of slechts na dreiging met hechtenis tot betaling zal overgaan. Bovendien is gelet op de financiële positie van verdachte niet te verwachten dat het verschuldigde binnen afzienbare termijn zal zijn voldaan. Sterker nog, te verwachten is dat betaling jaren zal vergen.

Veroordeling in de kosten

De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

9 De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 31, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10 De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen;

 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 179 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:

 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;

 stelt als bijzondere voorwaarden dat:

- verdachte zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering

Nederland op het adres Houtwal 16-A te Zutphen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.

- verdachte laat zich behandelen door GGNet of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra geïndiceerd door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

- verdachte werkt waar de reclassering dat nodig vindt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.

• stelt als overige voorwaarden dat:

  • -

    verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;

  • -

    verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;

 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;

  • -

    beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

  • -

    legt op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;

ontzet verdachte uit het recht tot de uitoefening van een beroep voor de overheid in een functie met financiële verantwoordelijkheid voor de duur van 5 jaren.

Ten aanzien van de civiele vordering

  • -

    veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij het Ministerie van Defensie van € 144.725,18 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 over een deel van € 35.658,95 van dit bedrag en de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2019 over het resterende deel van € 109,066,23 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;

  • -

    veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;

 verklaart de benadeelde partij het Ministerie van Defensie voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;

 bepaalt dat indien en voor zover de medeverdachte (een deel van) het betreffende schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. Duifhuizen (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van D.P.H. Snellink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2022.

1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden wachtmeester der 1e klasse en werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer [nummer 11] , gesloten op 10 juni 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.