2.2.
De Stichting betreft een Stichting voor welzijn, zorg, sociaal en cultureel werk in [vestigingsplaats] met als activiteiten lokaal welzijnswerk, welzijnswerk voor ouderen en brede welzijnsinstellingen.
2.3.
In een door partijen op 23 april 2013 ondertekende ‘overeenkomst van opdracht’ is tussen partijen onder meer het volgende overeengekomen:
“(…)
Artikel 1
De opdrachtnemer is beschikbaar ten behoeve van de door de opdrachtgever te organiseren MBVO activiteiten in de periode september tot en met juni van een kalenderjaar, dit jaar met ingang van 23 maart 2013.
1. Het door de opdrachtgever aan de opdrachtnemer te betalen honorarium bedraagt € 25,99 per uur inclusief voorbereidingstijd, reiskosten en nawerk. Het honorarium is gebaseerd op het adviestarief van de Gelderse Sport Federatie (GSF).
2. De betaling van dit honorarium zal geschieden volgens de financieel administratieve voorwaarden van de opdrachtgever.
3. Het honorarium zal niet verschuldigd zijn wanneer de opdrachtnemer om welke reden dan ook, ziekte daaronder begrepen, de met hem/haar overeengekomen cursussen niet heeft verricht.
4. Het honorarium is bedoeld een brutobedrag te zijn. De opdrachtgever is verplicht het honorarium aan de belastingdienst te melden.
5. De opdrachtnemer draagt zorg voor een VAR verklaring en kopie identiteitsbewijs.
1. De tijdstippen van de MBVO gymactiviteiten zijn in overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer als volgt vastgesteld:
√ Maandag van 15.30 uur tot 17.00 uur sporten overdag in de [naam sportcomplex]
Met uitzondering van schoolvakanties, maximaal 40 lessen per groep per jaar.
2. In geval van verhindering door ziekte of anderszins dient de opdrachtnemer zelf voor vervanging te zorgen. Indien dit niet mogelijk is wordt in onderling overleg bepaald of de gymlessen vervallen of op een ander tijdstip plaatsvinden. Een en ander zal terstond schriftelijk bevestigd worden door de opdrachtgever.
Artikel 4
De opdrachtnemer verricht de gymlessen geheel zelfstandig en naar eigen inzicht en verklaart hiertoe bevoegd te zijn.
1. Het voor de gymles redelijkerwijs benodigde materiaal zal door de opdrachtgever ter beschikking van de opdrachtnemer worden gesteld.
2. De eventuele onkosten die door de opdrachtnemer worden gemaakt zullen worden vergoed wanneer de opdrachtgever tevoren met die vergoeding schriftelijk akkoord is gegaan.
Artikel 6
De opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen deze overeenkomst tussentijds te allen tijde beëindigen. Met betrekking tot het bepaalde in dit artikel zullen partijen op geen enkele wijze enige vorm van schadevergoeding eisen. Terstond na het daartoe genomen besluit, stelt de ene partij de andere schriftelijk in kennis. (…)”
2.5.
Bij e-mailbericht van 17 februari 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] de Stichting onder meer als volgt bericht:
“(…)
Cliënte heeft gedurende 9 jaar sportles heeft gegeven voor de Stichting (…). Hoewel de overeenkomst tussen partijen staat omschreven als een overeenkomst tot opdracht, dient deze overeenkomst als een arbeidsovereenkomst te worden gekwalificeerd, gelet op de wijze waarop partijen daaraan uitvoering hebben gegeven. Bij de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de overeenkomst tot opdracht, is er sprake van arbeid, loon, gedurende zekere tijd en een gezagsverhouding. Dit maakt dat de overeenkomst d.d. 23 maart 2013 moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW.
De door u gegeven opzegging d.d. 26 november 2021 is hiermee niet rechtsgeldig, nu in strijd met artikel 7:671 BW is opgezegd. Gelet op bovenstaande verzoek ik u en waar nodig sommeer ik u om de opzegging in te trekken en het verschuldigde loon, voor de periode van 10 januari 2022 tot heden te voldoen. Ik deel u hierbij mede dat cliënte zich beschikbaar stelt voor de overeengekomen werkzaamheden en bij de eerste oproep de werkzaamheden zal uitvoeren. Het heeft de voorkeur van cliënt om de kwestie buitengerechtelijk op te lossen. Daar de wettelijke termijn om een vernietiging van de opzegging aan te brengen bij de rechtbank twee maanden betreft, zal ik wel alvast een verzoekschrift indienen bij de rechtbank. (…)”