Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2022:122

Rechtbank Gelderland
13-01-2022
13-01-2022
05/882612-17
Strafrecht
Eerste aanleg - meervoudig

De rechtbank veroordeelt een 30-jarige man uit Apeldoorn voor betrokkenheid bij het oplichting van KPN en PostNL en voor computervredebreuk. De man heeft de feiten samen gepleegd met zijn mededader, een 33- jarige man die woonachtig is in Australië. Daarnaast heeft de man zich schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop. De rechtbank legt de man een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden op en daarbij een taakstraf van 240 uur.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/882612-17

Datum uitspraak : 13 januari 2022

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] ,

wonende aan [adres 1] .

Raadsvrouw: mr. P.P.E. Buchele, advocaat in Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2017 tot en met 28 maart 2017 te

Amersfoort een laptop ( [merk 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of te dele

aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het

oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 maart 2017

tot en met 21 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in

Nederland, opzettelijk een laptop ( [merk 1] ), in elk geval enig goed, geheel of

ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan

aan verdachte, en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke

dienstbetrekking, te weten als administratief medewerker, in elk geval anders

dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

2.

hij op een of meer tijdstip(pen)

- in of omstreeks de periode van 17 mei 2017 tot en met 30 oktober 2017 en/of

- in om omstreeks de periode van 28 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door

het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door

listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een

dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld

en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (in totaal):

- 341 dozen met draadloze verbindingssets ( [merk 2] dubbel) en/of

- 1383 dozen met draadloze verbindingssets ( [merk 2] triple) en/of

- 710 dozen met IPTV-pakketten en/of

- 730 dozen met wifi-versterkers en/of

- 75 eenheden installatiedraad en/of

- 25 lasklemmen en/of,

door

- ( zonder toestemming en/of overleg) door middel van een wederrechtelijk

verkregen / verduisterde bedrijfslaptop van [slachtoffer 1] in te loggen op het interne

(bedrijfs)netwerk van [slachtoffer 1] en/of

- ( vervolgens) (zonder toestemming en/of overleg) met de (persoonlijke)

inloggegevens van een of meer [slachtoffer 1] -medewerkers, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]

, in te loggen op het door [slachtoffer 1] gebruikte bestelsysteem (te weten

Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) bovenstaande goederen te bestellen en bij deze bestellingen

(telkens) een valse/fictieve (afdelings)naam te gebruiken, te weten (onder

andere): [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of

[naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6]

en/of

- bij deze bestellingen (telkens) een (aflever)adres op te geven van een of

meer medeverdachten en/of katvangers, waardoor de aldus gedane bestellingen (telkens) ten laste van [slachtoffer 1] zijn gekomen;

3.

hij op een of meer tijdstip(pen)

- in of omstreeks de periode van 27 juni 2017 tot en met 1 december 2017 en/of

- in of omstreeks de periode van 13 maart 2018 tot en met 15 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in

vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door

het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door

listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het

verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het

aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (in

totaal):

- 60 VVV-bonnen ter waarde van 10,00 euro per stuk en/of

- 110 VVV-bonnen ter waarde van 12,50 euro per stuk en/of

- 300 VVV-bonnen ter waarde van 15,00 euro per stuk en/of

- 310 VVV-bonnen ter waarde van 20,00 euro per stuk en/of

- 350 VVV-bonnen ter waarde van 25,00 euro per stuk en/of

- 1950 VVV-bonnen er waarde van 50,00 euro per stuk en/of

-een groot aantal pakketzegels,

door

- via de webshop/website van [slachtoffer 4] bovenstaande goederen te bestellen en bij

deze bestellingen (telkens) een valse/fictieve (klant)namen te gebruiken, te

weten (onder andere) [naam 7] en/of [naam 8] en/of [naam 9]

en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of

[naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14] en/of

- bij deze bestellingen (telkens) gebruik te maken van een of meer

(valse/fictieve) e-mailadressen, te weten [naam 15] en/of

[naam 16] en/of

- bij deze bestellingen (telkens) een (aflever)adres op te geven van een of

meer medeverdachten en/of katvangers, waardoor de aldus gedane bestellingen (telkens) ten laste van [slachtoffer 1] zijn

gekomen, althans waarbij telkens de naam van [slachtoffer 1] is misbruikt;

4.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 mei 2017

tot en met 30 oktober 2017 te Apeldoorn en/of Amersfoort, althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar

telecommunicatienetwerk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te

weten het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (te weten Oracle Order

Management), is binnengedrongen met behulp van valse signalen of een valse

sleutel, te weten door middel van de inloggegevens welke waren uitgegeven aan

een medewerker van [slachtoffer 1] , te weten [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander

of ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededaders

en (vervolgens) de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden

overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich

wederrechtelijk bevond

voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen

en/of met het oogmerk zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen

vervolgens gebruik heeft gemaakt van verwerkingscapaciteit van voornoemd

geautomatiseerd werk,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders:

- door middel van de inlog-gegevens [slachtoffer 2] (heimelijk) ingelogd in het

(interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) door middel van/in dit systeem een of meer goederen besteld

en/of - aan deze bestellingen een of meer fictieve/valse (afdelings)namen gekoppeld

en/of

- bij deze bestellingen een (aflever)adres opgegeven van een of meer

medeverdachten en/of katvangers;

en/of

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 februari

2018 tot en met 20 maart 2018 te Apeldoorn en/of Amersfoort, althans in

Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar

telecommunicatienetwerk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te

weten het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (te weten Oracle Order

Management), is binnengedrongen met behulp van valse signalen of een valse

sleutel, te weten door middel van de inlog-gegevens welke waren uitgegeven

aan een medewerker van [slachtoffer 1] , te weten [slachtoffer 3] , in elk geval aan een

ander of ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededaders,

en (vervolgens) de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden

overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich

wederrechtelijk bevond

voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen

en/of met het oogmerk zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen

vervolgens gebruik heeft gemaakt van verwerkingscapaciteit van voornoemd

geautomatiseerd werk,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders:

- door middel van de inlog-gegevens [slachtoffer 3] (heimelijk) ingelogd in het

(interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) door middel van/in dit systeem een of meer goederen besteld

en/of

- aan deze bestellingen een of meer fictieve/valse (afdelings)namen gekoppeld

en/of

- bij deze bestellingen een (aflever)adres opgegeven van een of meer

medeverdachten en/of katvangers.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld dat verdachte van het primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken en dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat [verdachte] de laptop al onder zich had toen hij besloot de laptop zelf te houden. Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft de officier van justitie gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft ten aanzien van feit 1 vrijspraak bepleit van het primair tenlastegelegde vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Met betrekking tot het subsidiair tenlastegelegde heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 heeft de verdediging zich eveneens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De beoordeling door de rechtbank

Feit 1

In haar aangifte heeft [slachtoffer 1] aangegeven dat de bestellingen van [slachtoffer 1] -apparatuur werden gedaan met behulp van een [slachtoffer 1] -bedrijfslaptop (merk: [merk 1] ) op naam van [slachtoffer 2] .2 [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij geen bestellingen heeft geplaatst en dat zij de desbetreffende laptop rond 27 of 28 maart 2017 voor het laatst heeft gezien in het [slachtoffer 1] -gebouw in Amersfoort.3 Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte, gelegen aan de [adres 2] in Apeldoorn, werd een [merk 1] -laptop aangetroffen.4 Deze laptop bleek de desbetreffende [slachtoffer 1] -bedrijfslaptop (merk: [merk 1] ) te zijn en bevatte accountgegevens van [slachtoffer 1] -medewerker [slachtoffer 3] .5 [verdachte] heeft verklaard dat hij een laptop nodig had om bestellingen te kunnen plaatsen. Hij heeft daarvoor de [slachtoffer 1] -laptop op naam van [slachtoffer 2] mee naar huis genomen.6

Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de volgende conclusie. Verdachte heeft de laptop op naam van [slachtoffer 2] , en in eigendom van [slachtoffer 1] , meegenomen zonder dat hij hier toestemming voor had. Hiermee heeft verdachte een zodanige feitelijke heerschappij over het goed verschaft dat sprake is van een voltooide diefstal. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde feit, te weten de diefstal van de laptop, wettig en overtuigend bewezen.

Feit 2

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- Het proces-verbaal inzake aangifte [slachtoffer 1] , p. 182 – 186;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 725 – 728;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 764 – 765;

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 408 – 418;

- het proces-verbaal van het totaaloverzicht van bestellingen, p. 911 – 928;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 december 2021.

Op basis van de hierboven opgegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat feit 2 wettig en overtuigend is bewezen.

Feit 3

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal inzake aangifte [slachtoffer 1] , p. 182 – 186;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 725 – 728;

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 408 – 418;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 856 – 859;

- het proces-verbaal van het totaaloverzicht van bestellingen, p. 911 – 928;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 december 2021.

Op basis van de hierboven opgegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat feit 3 wettig en overtuigend is bewezen.

Feit 4

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 725 – 728;

- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 408 – 418;

- het proces-verbaal van gegevens [slachtoffer 1] , p. 770 – 775;

- het proces-verbaal van computervredebreuk, p. 929 – 934;

- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , p. 1004 – 1005;

- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] , p. 1013 – 1015;

- het proces-verbaal van onderzoek [merk 1] -laptop, p. 1109 – 1111;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 december 2021.

Op basis van de hierboven opgegeven bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat feit 4 wettig en overtuigend is bewezen.

3 De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de feiten 1 primair, 2, 3 en 4 heeft begaan, te weten dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2017 tot en met 28 maart 2017 te

Amersfoort een laptop ( [merk 1] ), in elk geval enig goed, die geheel of te dele

aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het

oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2.

hij op een of meer tijdstip(pen)

- in of omstreeks de periode van 17 mei 2017 tot en met 30 oktober 2017 en/of

- in om omstreeks de periode van 28 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een

dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld

en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (in totaal):

- 341 dozen met draadloze verbindingssets ( [merk 2] dubbel) en/of

- 1383 dozen met draadloze verbindingssets ( [merk 2] triple) en/of

- 710 dozen met IPTV-pakketten en/of

- 730 dozen met wifi-versterkers en/of

- 75 eenheden installatiedraad en/of

- 25 lasklemmen en/of,

door

- ( zonder toestemming en/of overleg) door middel van een wederrechtelijk verkregen / verduisterde bedrijfslaptop van [slachtoffer 1] in te loggen op het interne (bedrijfs)netwerk van [slachtoffer 1] en/of

- ( vervolgens) (zonder toestemming en/of overleg) met de (persoonlijke) inloggegevens van een of meer [slachtoffer 1] -medewerkers, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in te loggen op het door [slachtoffer 1] gebruikte bestelsysteem (te weten Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) bovenstaande goederen te bestellen en bij deze bestellingen (telkens) een valse/fictieve (afdelings)naam te gebruiken, te weten (onder andere): [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en/of

- bij deze bestellingen (telkens) een (aflever)adres op te geven van een of meer medeverdachten en/of katvangers, waardoor de aldus gedane bestellingen (telkens) ten laste van [slachtoffer 1] zijn gekomen;

3.

hij op een of meer tijdstip(pen)

- in of omstreeks de periode van 27 juni 2017 tot en met 1 december 2017 en/of

- in of omstreeks de periode van 13 maart 2018 tot en met 15 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (in totaal):

- 60 VVV-bonnen ter waarde van 10,00 euro per stuk en/of

- 110 VVV-bonnen ter waarde van 12,50 euro per stuk en/of

- 300 VVV-bonnen ter waarde van 15,00 euro per stuk en/of

- 310 VVV-bonnen ter waarde van 20,00 euro per stuk en/of

- 350 VVV-bonnen ter waarde van 25,00 euro per stuk en/of

- 1950 VVV-bonnen er waarde van 50,00 euro per stuk en/of

-een groot aantal pakketzegels,

door

- via de webshop/website van [slachtoffer 4] bovenstaande goederen te bestellen en bij deze bestellingen (telkens) een valse/fictieve (klant)namen te gebruiken, te weten (onder andere) [naam 7] en/of [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] en/of [naam 13] en/of [naam 14] en/of

- bij deze bestellingen (telkens) gebruik te maken van een of meer (valse/fictieve) e-mailadressen, te weten [naam 15] en/of [naam 16] en/of

- bij deze bestellingen (telkens) een (aflever)adres op te geven van een of meer medeverdachten en/of katvangers, waardoor de aldus gedane bestellingen (telkens) ten laste van [slachtoffer 1] zijn

gekomen, althans waarbij telkens de naam van [slachtoffer 1] is misbruikt;

4.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 mei 2017 tot en met 30 oktober 2017 te Apeldoorn en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (te weten Oracle Order Management), is binnengedrongen met behulp van valse signalen of een valse sleutel, te weten door middel van de inlog-gegevens welke waren uitgegeven aan een medewerker van [slachtoffer 1] , te weten [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededaders,

en (vervolgens) de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond

voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen en/of met het oogmerk zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen vervolgens gebruik heeft gemaakt van verwerkingscapaciteit van voornoemd geautomatiseerd werk,

immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders:

- door middel van de inlog-gegevens [slachtoffer 2] (heimelijk) ingelogd in het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) door middel van/in dit systeem een of meer goederen besteld en/of

- aan deze bestellingen een of meer fictieve/valse (afdelings)namen gekoppeld en/of

- bij deze bestellingen een (aflever)adres opgegeven van een of meer medeverdachten en/of katvangers;

en/of

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Apeldoorn en/of Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te

weten het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (te weten Oracle Order Management), is binnengedrongen met behulp van valse signalen of een valse sleutel, te weten door middel van de inlog-gegevens welke waren uitgegeven aan een medewerker van [slachtoffer 1] , te weten [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededaders,

en (vervolgens) de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond

voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen en/of met het oogmerk zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen vervolgens gebruik heeft gemaakt van verwerkingscapaciteit van voornoemd geautomatiseerd werk, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders:

- door middel van de inlog-gegevens [slachtoffer 3] (heimelijk) ingelogd in het (interne) bestelsysteem van [slachtoffer 1] (Oracle Order Management) en/of

- ( vervolgens) door middel van/in dit systeem een of meer goederen besteld en/of

- aan deze bestellingen een of meer fictieve/valse (afdelings)namen gekoppeld en/of

- bij deze bestellingen een (aflever)adres opgegeven van een of meer medeverdachten en/of katvangers.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1, primair:

Diefstal

feiten 2 en 3, telkens:

Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd

feit 4:

Medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd

5 De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met het tijdsverloop, de schending van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

Verdachte heeft zich samen met zijn mededader in de periode van mei 2017 tot en met 30 oktober 2017 en in de periode van 28 februari tot en met 20 maart 2018 schuldig gemaakt aan oplichting en computervredebreuk. Hierbij zijn zij geraffineerd te werk gegaan waarbij verdachte zijn kennis en kunde die hij als (voormalig) [slachtoffer 1] -medewerker had, heeft ingezet om deze grootschalige oplichting mogelijk te maken. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop van [slachtoffer 1] zodat hij het plegen van de oplichting en computervredebreuk kon bewerkstelligen. Verdachte heeft zijn eigen geldelijk gewin boven alles gesteld. Door zijn handelen heeft verdachte zijn voormalig werkgever, [slachtoffer 1] , ernstige schade berokkend. Verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door snel, makkelijk en illegaal geld te willen verdienen. Dit zijn ernstige feiten.

Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank bekeken of er in deze zaak feiten en omstandigheden zijn die oplegging van een lichtere of juist zwaardere straf rechtvaardigen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank allereerst rekening met een overschrijding van de redelijke termijn van ruim één jaar. Verdachte is op 21 maart 2018 aangehouden en kon daaraan in redelijkheid de verwachting ontlenen dat strafvervolging zou worden ingesteld. Tot aan de inleidende zitting op 11 maart 2021, bijna drie jaar later, heeft de zaak vervolgens stilgelegen. Dit is niet aan verdachte te wijten.

De rechtbank houdt verder, ten voordele van verdachte, rekening met het volgende.

De rechtbank heeft gelet op het uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 25 oktober 2021. Daaruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Daarnaast wordt bij de strafoplegging rekening gehouden met de inspanningen die verdachte heeft geleverd om de schade die is veroorzaakt door de door hem gepleegde strafbare feiten te herstellen. Zo heeft verdachte een schikking getroffen met [slachtoffer 1] en heeft hij het desbetreffende bedrag van € 65.000,00 reeds betaald. De rechtbank heeft verder acht geslagen op de inhoud van het opgestelde reclasseringsrapport van 22 maart 2021. Hieruit volgt dat verdachte in een vrijwillig kader hulpverlening heeft gezocht. Uit de opgestelde rapportage van Kairos, daterend van 14 juni 2021, volgt onder meer dat verdachte zijn behandeling aldaar met goed gevolg heeft voltooid.

Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden opleggen. De rechtbank verbindt hieraan een proeftijd voor de duur van twee jaren. Deze voorwaardelijke straf dient er toe om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw inlaat met strafbare feiten. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis en met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis. De rechtbank ziet gelet op de proceshouding van verdachte en het lange tijdsverloop sinds het plegen van de strafbare feiten, aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie.

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 138ab, 310 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9 De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de feiten 1 primair, 2, 3 en 4, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden;

 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;

 veroordeelt verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren;

 beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;

 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. E.H.T. Rademaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Damme en mr. A.A.M. Disberg, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 januari 2022.

mr. van Damme is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen

1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2017562566, gesloten op 15 februari 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

2 Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 725; Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 1] , p. 764.

3 Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , p. 1004.

4 Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 373 – 375; Het proces-verbaal van doorzoeking, p. 384 – 386.

5 Het proces-verbaal van digitaal onderzoek, p. 1109.

6 Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 410.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.