Coffee@Work heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen en heeft daartoe, samengevat, het volgende aangevoerd.
Weliswaar is er sprake van onderscheid naar leeftijd, maar dat onderscheid is, aldus Coffe@Work, objectief gerechtvaardigd als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder c WGBLA. Van een beroep op de uitzondering op het verbod op leeftijdsdiscriminatie van artikel 8 WGBLA is geen sprake, aldus Coffe@Work.
Er is een objectieve rechtvaardiging voor het gemaakte onderscheid omdat er een legitiem doel is en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
Het doel is erin gelegen dat werknemers, ongeacht hun leeftijd, voldoende premie kunnen inleggen om een adequaat pensioen op te bouwen. Als de premie voor iedere leeftijdscategorie hetzelfde zou zijn, zouden ouderere werknemers geen adequaat pensioen kunnen opbouwen omdat de op hogere leeftijd ingehouden pensioenpremies gedurende een kortere tijd kunnen renderen. Een gelijke premie voor iedereen gebaseerd op de noodzakelijke premie voor oudere werknemers, waarbij door jongere werknemer een hogere inleg betalen is feitelijk niet mogelijk omdat dat zou leiden tot een pensioenopbouw die hoger is dan het (fiscaal) maximaal toegelaten pensioen.
De leeftijdsafhankelijke premie is daartoe een passend middel nu een leeftijdsonafhankelijke premie dat onmogelijk maakt.
Omdat er geen ander middel is om dit doel, een adequate pensioenopbouw, te bereiken is het middel ook noodzakelijk, aldus nog steeds Coffe@Work.