veroordeelt Radboudumc binnen een week na betekening van dit vonnis een
e-mailbericht en, als dat niet mogelijk is een brief, te versturen aan alle personen en/of organisaties aan wie namens of door Radboudumc – mondeling, schriftelijk of door welk (digitaal) communicatiemiddel dan ook – is meegedeeld dat [eisende partij] niet meer werkzaam is bij Radboudumc en/of dat [eisende partij] op non-actief is gesteld, met als onderwerp “Rectificatie” en met de volgende tekst:
“Geachte lezer,
Wij hebben eerder gemeld dat [eisende partij] niet meer werkzaam is in het Radboudumc en/of dat zij op non-actief is gesteld.
In een vonnis van 10 mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank
Gelderland aan Radboudumc opgedragen aan u bekend te maken dat:
3. zowel de kantonrechter te Nijmegen als het Gerechtshof Arnhem-
Leeuwarden, in uitspraken van respectievelijk 20 december 2019 en 16 september 2020, hebben geoordeeld dat er geen grond is voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst van [eisende partij] , en
4. [eisende partij] in de gelegenheid dient te worden gesteld haar werkzaamheden te hervatten op de in het vonnis van 10 mei 2021 vermelde wijze.
Door het versturen van dit bericht willen wij aan dit vonnis voldoen en beogen wij
eerdere berichtgeving over [eisende partij] te rectificeren.
Radboudumc
[persoon X] , voorzitter Raad van Bestuur
[persoon Y] , afdelingshoofd Medische Oncologie”,
en bepaalt dat van de aldus verzonden e-mailberichten en/of brieven gelijktijdig afschriften moeten worden toegezonden naar het postadres van mr. W.J.F. Nieuwenhuis (Postbus 9220, 6800 KA Arnhem);
bepaalt dat Radboudumc aan [eisende partij] een dwangsom verbeurt van € 500,-- voor elke dag of gedeelte van een dag dat Radboudumc nalaat aan de hiervoor onder 5.2. uitgesproken veroordeling te voldoen, met een maximum van € 15.000,--;