MCO B.V. heeft ook nog aangevoerd dat de conditie van de koeien te wensen overliet toen zij de nieuwe stal betrokken. Ter onderbouwing daarvan heeft zij verwezen naar het rapport van [naam 1] van 17 november 201613. [naam 1] schrijft daarin:
“(…) In mei 2015 gaf de wederpartij [maat 2] zelf aan dat er over 2014 19 dieren zijn afgevoerd die een relatie zouden hebben met de problemen rondom het functioneren van de melkrobots en de klauwproblemen naar aanleiding van de bouten. Ik heb daar een door [eiseres] opgestelde lijst van ontvangen, waarop ik de achterliggende gegevens bij [eiseres] heb opgevraagd. Daarnaast claimt [eiseres] in hetzelfde overzicht nog een 10 tal koeien die in 2015 nog geruimd moeten worden om de eerder genoemde reden. Uit de opgave van de wederpartij [eiseres] blijkt dat hij zelf maximaal 29 dieren claimt die als gevolg van het niet functioneren van de melkrobot of het achterblijven van de draadeinden.
Uit mijn onderzoek blijkt dat er diverse dieren geclaimd worden die voor het in bedrijf stellen van de robot een hoog celgetal hadden of om andere redenen zijn geruimd. In totaal heb ik vastgesteld dat er > 10 koeien zijn geruimd of nog geruimd moeten worden die voor die tijd al een hoog celgetal, een erg lage LW of een slechtere vruchtbaarheid hadden. (…)”
Ook verwijst MCO B.V. naar het rapport van [naam 1] van 5 juli 201814. Hierin schrijft [naam 1] :
“(…) Bij het ingebruikname van de melkrobots waren er diverse koeien in de veestapel die al meerdere keren een verhoogd tot een sterk verhoogd celgetal lieten zien. Dat geeft aan dat de uiergezondheid van de veestapel voor het opstarten van de robots niet optimaal was. Als de uiergezondheid van de volledige veestapel niet optimaal is geeft dat in alle gevallen een teleurstellend resultaat. (…) Sterker nog, de koeien lopen willekeurig door de melkrobot. Dus, koeien met een goede en koeien met een slecht celgetal lopen willekeurig door de robots. De kans dat er op deze wijze verkeerde cellen van de ene naar de andere koe worden versleept is levensgroot. Ondanks dat de robot voor 100% functioneert is dat niet te voorkomen. (…)”
De Maatschap heeft een en ander weersproken. Zij heeft ter onderbouwing van haar betwisting een rapport van de externe inseminator15 in het geding gebracht. Daaruit blijkt dat de vruchtbaarheidsindex op 30 september 2013 als gemiddeld werd beoordeeld en dat de gemiddelde conditiescore in september 2013 2.68 bedroeg. De vaste dierenarts van de Maatschap, [naam dierenarts] , verklaart hierover16:
“(…) Conditie van de koeien is nooit een probleem geweest bij Mts [eiseres] . In elke stal vind
je wel een paar koeien (…) waar iets mee is maar dat is normaal. Pas toen er
veel problemen kwamen met de robot en de klauwen door de beschadigingen op de
balk had je een verhoogd percentage koeien met een conditie score lager dan 2 en
raakt ook de vruchtbaarheid sterk in verval. De overzichten van fokkerijorganisatie
CRV bevestigen dit duidelijk. De familie [eiseres] scoort altijd goed als het gaat om de
conditie van de koeien en ook het aantal koeien met een conditiescore van 2 of lager
(1 is erg mager en 5 is erg dik) is zeer laag. Ook de eerste vier maanden blijft ondanks
de gewenning van de dieren in de nieuwe stal [eiseres] hierop bovengemiddeld scoren.
De opmerking dat de conditie van de koeien te wensen overliet is volstrekt uit de
lucht gegrepen. De cijfers onderbouwen dit. (…)”
Na deze gemotiveerde betwisting heeft MCO B.V. niet nader onderbouwd dat de (uier)gezondheid van de volledige veestapel niet optimaal was bij de ingebruikname van de melkrobot. Stukken die de rapporten van [naam 1] ondersteunen, zijn niet in het geding gebracht.
Ten aanzien van de door [naam 1] genoemde “versleping” van verkeerde cellen wordt nog overwogen dat door de melkrobot de spenen van de koeien na het melken worden gereinigd met een desinfecterend middel, juist om deze versleping te voorkomen.
Het beroep op eigen schuld voor wat betreft de gezondheidstoestand van de veestapel van de Maatschap wordt daarom verworpen.