Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2017:5705

Rechtbank Gelderland
09-10-2017
07-11-2017
C/05/325815 / KG ZA 17-435
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2018:9120
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2019:10564
Civiel recht
Kort geding

Kort geding. Overeenkomst van opdracht betreffende samenwerking rechtsgeldig beëindigd. In dat verband gesloten licentieovereenkomst niet rechtsgeldig beëindigd. Met die licentie toegestaan is het gedaagde toegestaan om door eiser ontwikkelde software te gebruiken. Geen inbreuk op auteursrechten.

Rechtspraak.nl
AR 2017/5942

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/325815 / KG ZA 17-435

Vonnis in kort geding van 9 oktober 2017

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LIZARD APPS B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaten mrs. E.O.H. Martens en J.G. Reus te Rotterdam,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HAERST B.V.,

gevestigd te Ermelo,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. M. R. Maathuis te Amsterdam,

en

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AUTODIDACT B.V.,

gevestigd te Soest,

gedaagde in conventie,

advocaat mr. M.E. Beukers te Soest.

Partijen zullen hierna Lizard Apps, Haerst en Autodidact worden genoemd.

1 De procedure

in conventie en in reconventie

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met productie 1 tot en met 18

- de nagezonden productie 19 van Lizard Apps

- de akte houdende eis in reconventie met producties 1 tot en met 20 van Haerst

- de nagezonden producties 21 tot en met 23 van Haerst

- de mondelinge behandeling van 25 september 2017

- de pleitnota van Lizard Apps

- de pleitnota van Haerst

- de pleitnota van Autodidact met productie 1.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

in conventie en in reconventie

2.1.

Lizard Apps is een jong IT-bedrijf dat actief is in Nederland en Maleisië. Lizard Apps richt zich met name op het ontwikkelen van software, applicaties (apps), websites en e-commerce-platforms (zoals webwinkels), de hosting van websites en content en het grafisch ontwerpen van de interfaces van websites en apps.

2.2.

Autodidact is een familiebedrijf dat zich onder andere bezig houdt met de ontwikkeling en levering van leermiddelen aan educatieve instellingen en binnen het technisch beroepsonderwijs.

2.3.

Haerst is opgericht door [naam oprichter 1] , onder andere werkzaam als psychiater, en [naam oprichter 2] , werkzaam als specialist op het gebied van beveiligingstechniek, en houdt zich bezig met videotechnologie en diagnostiek. In dat verband hebben de oprichters van Haerst het idee opgevat om een diagnostische camera binnen de psychiatriepraktijk te introduceren en ontwikkelen.

2.4.

Haerst heeft vervolgens in 2014 Autodidact benaderd voor de ontwikkeling van de hardware van de camera en Lizard Apps voor de ontwikkeling van de software voor de camera, waarbij Haerst zelf als projectleider zou fungeren.

2.5.

Autodidact is gestart met de ontwikkeling van de hardware van de camera. Bij brief van 6 mei 2014 heeft [medewerker Lizard apps 1] namens Lizard Apps een offerte uitgebracht voor de uitvoering van Fase 0 van het project wat betreft de software. In deze offerte heeft Lizard Apps geschreven dat zij de uitvoering van Fase 0 kon aanbieden voor een bedrag van € 3.700,00 exclusief BTW en dat de geschatte doorlooptijd vier weken zou bedragen. Haerst heeft de offerte geaccepteerd en Lizard Apps heeft vervolgens Fase 0 uitgevoerd en opgeleverd.

2.6.

[medewerker Lizard apps 1] heeft namens Lizard Apps bij brief van 9 juli 2014 vervolgens ook voor Fase 1 van het project wat betreft de software een offerte uitgebracht. Haerst heeft ook deze offerte geaccepteerd en Lizard Apps heeft ook Fase 1 uitgevoerd en opgeleverd.

2.7.

Op 27 januari 2015 is tussen Haerst en Lizard Apps een licentieovereenkomst gesloten en een zogenaamde Service Level Agreement. De licentieovereenkomst ziet op het gebruik van de door Lizard Apps ontwikkelde software, waarvoor Haerst aan Lizard Apps per camera per maand een bedrag van € 10,00 is verschuldigd. De Service Level Agreement ziet op de behandeling van problemen die zich rondom de software zullen voordoen, waarvoor tussen Haerst en Lizard Apps afzonderlijke (maand)tarieven zijn overeengekomen. Op de Service Level Agreement zijn de Nederland ICT Voorwaarden van toepassing verklaard.

2.8.

Begin 2016 hebben Haerst, Autodidact en Lizard Apps het bedrijf Innovencio B.V. opdracht gegeven een subsidieaanvraag in te dienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor een MIT-R&D-samenwerkingsproject binnen de topsector Life Science & Health. Het betrof het project “Intelligent psychodiagnostisch platform: Sensor ondersteunde diagnostiek”. Bij besluit van 25 november 2016 is besloten om voor dit project subsidie te verlenen tot een bedrag van maximaal € 139.335,00. De looptijd van het project is daarbij bepaald op de periode van 1 september 2016 tot en met 1 mei 2018.

2.9.

Bij e-mailbericht van 29 april 2016 heeft [medewerker Lizard apps 2] namens Lizard Apps een inschatting gegeven van de tijd en kosten die gemoeid zouden zijn met de uitvoering van Fase 2 van het project. Lizard Apps schatte de duur van deze fase op circa twee tot vier weken, waarbij het uurtarief op een bedrag van € 65,00 werd gesteld. Dit voorstel is namens Haerst geaccepteerd en Lizard Apps is vervolgens gestart met de uitvoering van Fase 2 van het project.

2.10.

Vanaf de start van fase 2 is tussen Haerst en Lizard Apps uitvoerig gecorrespondeerd over de voortgang van die fase, vanwege diverse vertragende problemen die zich in die periode hebben voorgedaan. Lizard Apps heeft Fase 2 uiteindelijk niet binnen de overeengekomen twee tot vier weken afgerond. Haerst heeft hierdoor afspraken met derde partijen over de afname en levering van de camera moeten verzetten.

2.11.

Fase 2 is begin 2017 door Lizard Apps afgerond en opgeleverd. Lizard Apps heeft de ontwikkelde software aan Haerst ter beschikking gesteld via een digitale serverruimte die Lizard Apps afnam van hosting provider TransIP. Haerst heeft de software vervolgens aan Autodidact ter beschikking gesteld, waarna Autodidact de software op de camera heeft geïnstalleerd. De camera wordt vanaf dat moment geleverd aan en gebruikt door derde partijen.

2.12.

Haerst heeft bij e-mailbericht van 3 april 2017 onder meer het volgende aan Lizard Apps bericht:

‘De opdracht die wij hebben gegeven voor het ontwikkelen van de software voor versie 2 van de diagnostische camera in februari 2016 heeft Lizard apps kort geleden afgerond. Over de oorzaak van de vertraging hebben wij genoeg gediscussieerd en is niet meer actueel. Inmiddels hebben wij een aantal camera units uitgeleverd aan onze klanten. De ervaring die zij hebben met de software en de back end is erg wisselend. Het is gebleken dat er toch diverse bugs in de software zitten. Het is, ondanks alle inspanningen van jullie medewerkers, niet gelukt om aan onze wensen te voldoen.

(…)

Ik heb de communicatie van de afgelopen maanden hierna bestudeerd over de ontwikkeling en de voortgang en het is duidelijk dat de prioriteiten van onze beide bedrijven niet hetzelfde zijn.

Tijdens onze laatste aandeelhoudersvergadering hebben wij het dossier Lizard apps besproken en hebben gevraagd om een advies. Na een stemming is besloten dat wij de samenwerking met Lizard apps gaan beëindigen.

(…)’

2.13.

Haerst heeft daarna de door Lizard Apps via de serverruimte van TransIP beschikbaar gestelde software voor de camera gekopieerd en op haar eigen server opgeslagen.

2.14.

Lizard Apps heeft in reactie daarop bij monde van haar toenmalige advocaat bij brief van 30 april 2017 aan Haerst kenbaar gemaakt het niet eens te zijn met de beëindiging van de samenwerking, maar deze wel te accepteren, met de kanttekening dat Haerst aan haar door de onregelmatige opzegging wel een bedrag aan schadevergoeding is verschuldigd. Lizard Apps heeft daarbij tevens kenbaar gemaakt dat het Haerst vanaf de opzegging op

3 april 2017 niet meer is toegestaan de door haar ontwikkelde software te gebruiken. Lizard Apps heeft daarna ook de digitale serverruimte bij TransIP opgezegd, zodat Haerst daar geen toegang meer tot had.

2.15.

Haerst heeft vervolgens aan Lizard Apps kenbaar gemaakt dat zij de software zal blijven gebruiken, totdat zij een derde partij vervangende software heeft laten ontwikkelen. De camera is op dit moment bij enkele afnemers van Haerst in gebruik. Onduidelijk is welke afnemers dit precies zijn.

2.16.

Haerst heeft de voor het project verkregen subsidie van € 139.335,00 medio 2017 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geretourneerd, met als reden dat het onwaarschijnlijk is dat het project op uiterlijk 1 mei 2018 gereed zal zijn en aan de voorwaarden voor het behoud van de subsidie zal kunnen worden voldaan.

3 Het geschil

in conventie

3.1.

Lizard Apps vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I Haerst en Autodidact te verbieden inbreuk te maken op Lizard Apps’ auteursrechten op haar software, en derhalve te verbieden het (doen) laden, het (doen) in beeld brengen, (doen) kopiëren, (doen) te koop aanbieden, (doen) openbaar maken, (doen) leveren, (doen) gebruiken, dan wel in opslag (doen) hebben van de door Lizard Apps ontwikkelde programmatuur voor de camera, te weten:

a. backend-software;

b. image-software;

c. iPad-app-software;

II Haerst en Autodidact te bevelen binnen uiterlijk 28 dagen na betekening van dit vonnis aan één van de advocaten van Lizard Apps te doen toekomen een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte, opgave van de volgende informatie:

a. de gebruikers en afnemers (voor zover bekend), alsmede de verkochte of in gebruik gegeven aantallen, nummers, prijzen, leverdata en afleveradressen van de inbreukmakende software, zulks gerangschikt per gebruiker/afnemer, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en onder mededeling van adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en telefaxnummer(s) van de afnemers;

b. de bij Haerst en Autodidact, dan wel in door hen gecontroleerde IT-systemen/omgevingen, nog aanwezige kopieën van de inbreukmakende software onder vermelding van de locatie waar de inbreukmakende software zich bevindt;

c. de met de software behaalde omzet en winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte kostenposten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost;

III Haerst en Autodidact te bevelen binnen uiterlijk 14 dagen na betekening van dit vonnis aan al hun Nederlandstalige afnemers, voor zover bekend, in een voor de geadresseerde begrijpelijke taal, een brief te zenden met uitsluitend de volgende inhoud:

‘Geachte …,

Bij vonnis van [datum vonnis] heeft de (fungerend) voorzieningenrechter van rechtbank Gelderland beslist dat het verdere gebruik van de voor de diagnostische camera (“ Camera ”) benodigde software (de iPad-app, de backend en de image op de Camera) [dan wel de precieze elementen met betrekking waartoe de voorzieningenrechter inbreuk aannemelijk acht] (“Software”). Inbreuk maakt op de exclusieve auteursrechten van ontwikkelaar Lizard Apps B.V. (“Lizard Apps”). In verband hiermee dient u binnen drie dagen na heden de bij u aanwezige camera’s aan ons te retourneren, vergezeld van een schriftelijke verklaring dat er geen (exemplaren van de) Camera’s of Software meer bij u of uw vestiging(en) aanwezig zijn. Door u gemaakte kosten, waaronder verzendkosten, zullen door ons worden vergoed. Voor de goede orde wijzen wij erop dat het in voorraad houden en/of verhandelen van Software inbreuk maakt op de exclusieve auteursrechten van Lizard Apps.

Hoogachtend,”

onder gelijktijdige toezending van kopieen van deze brieven alsmede een lijst van geadresseerden met volledige adresgegevens aan één van de advocaten van Lizard Apps;

IV Haerst en Autodidact te bevelen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis alle software – en bijgewerkte en gekopieerde versies daarvan – die zij in hun bezit hebben of waar zij controle over kunnen uitoefenen, waaronder begrepen de door hun klanten gebruikte software op kosten van Haerst en Autodidact en onder toezicht van een door Haerst en Autodidact te betalen deurwaarder te verwijderen en binnen twee dagen na deze verwijdering een op kosten van Haerst en Autodidact opgesteld proces-verbaal van constatering van de verwijdering toe te zenden aan één van de advocaten van Lizard Apps;

V Haerst en Autodidact ieder afzonderlijk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 750,00, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor iedere overtreding van de onder I en/of II en/of III en/of IV verzochte verbod en bevelen, waarbij elk aangetroffen exemplaar van de inbreukmakende zaken geldt als een afzonderlijke overtreding of, naar keuze van Lizard Apps, een dwangsom van € 2.000,00 voor iedere dag of deel daarvan dat Haerst en/of Autodidact met de gehele of gedeeltelijke nakoming van dit verbod en die bevelen in gebreke blijft;

VI Haerst en Autodidact hoofdelijk, althans subsidiair gezamenlijk, te veroordelen tot betalng van een voorschot tot schadevergoeding ten bedrage van € 47.315,00, te voldoen in de volgende termijnen:

( i) een bedrag van € 24.333,00 te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis;

(ii) een bedrag van € 8.111,00 te voldoen op uiterlijk 15 januari 2018;

(iii) een bedrag van € 8.111 te voldoen op uiterlijk 15 april 2018;

(iv) een bedrag van € 6.760,00 te voldoen op uiterlijk 15 mei 2018;

VII Haerst en Autodidact hoofdelijk, althans subsidiair gezamenlijk,t e veroordelen tot betaling van de redelijke en evenredige kosten van dit geding ten bedrage van € 6.000,00 overeenkomstig het bepaalde in artikel 1019h Rv, te vermeerderen met de nakosten en wettelijke rente;

VIII op basis van artikel 1019i Rv te bepalen dat de termijn waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt zes maanden zal zijn, te rekenen van de datum van dit vonnis;

IX het door Lizard Apps gevorderde zowel uit te spreken tegen Haerst als Autodidact apart, althans in ieder geval tegen Haerst, dan wel Autodidact.

3.2.

Haerst voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

3.3.

Autodidact voert zelfstandig verweer en concludeert tevens tot afwijzing van de vorderingen.

3.4.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

in reconventie

3.5.

Haerst vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Lizard Apps te veroordelen tot afgifte op diens kosten van de diagnostische camera’s van Haerst, die zij onder zich heeft, dit binnen 7 dagen na de datum van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.000,00 dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag per dag of gedeelte van een dag, dat Lizard Apps daarmee in gebreke blijft, met veroordeling van Lizard Apps in de proces- en nakosten.

3.6.

Lizard Apps voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.

3.7.

Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.

4 De beoordeling van het geschil

in conventie

4.1.

De spoedeisendheid van de vordering vloeit voldoende uit de stellingen van Lizard Apps voort.

4.2.

In de kern genomen komt het onderhavige geschil neer op de vraag of het Haerst na beëindiging van haar samenwerking met Lizard Apps op dit moment nog is toegestaan om de door Lizard Apps ontwikkelde software te (blijven) gebruiken. Lizard Apps is van mening dat dit niet het geval is. Zij stelt daartoe dat de samenwerkingsovereenkomst met Haerst op 3 april 2017 is beëindigd en dat daarmee tevens de onlosmakelijk met die overeenkomst samenhangende licentieovereenkomst en Service Level Agreement per dezelfde datum zijn beëindigd. Lizard Apps stelt dat op de door haar ontwikkelde software auteursrechten rusten en dat Haerst inbreuk op deze rechten maakt door de software, ondanks dat zij daarvoor geen licentie meer bezit, ook na 3 april 2017 te blijven gebruiken en ook aan derde partijen ter beschikking te stellen. Haerst voert verweer. Zij voert aan dat de samenwerking met Lizard Apps weliswaar bij e-mailbericht van 3 april 2017 is opgezegd, maar dat de licentieovereenkomst nog onverminderd voortduurt. Haerst voert aan dat zij door het bestaan van de licentieovereenkomst op dit moment gerechtigd is gebruik te maken van de door Lizard Apps ontwikkelde software en dat, nu de software noodzakelijk is om de camera te laten functioneren, deze software ook door derde partijen mag worden gebruikt, ten minste tot het moment dat in opdracht van Haerst nieuwe vervangende software is ontwikkeld. Autodidact voert zelfstandig verweer, welk verweer afzonderlijk zal worden besproken en beoordeeld.

4.3.

De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vaststaat dat Haerst met Lizard Apps en Autodidact heeft samengewerkt bij de ontwikkeling van een diagnostische camera. Partijen zijn het erover eens dat ten behoeve van deze samenwerking nimmer een expliciete drie-partijenovereenkomst op schrift is gesteld en door partijen is ondertekend. Lizard Apps stelt weliswaar dat de drie-partijenconstructie nader is geconcretiseerd en vastgelegd in de subsidieaanvraag die medio 2016 namens haarzelf, Haerst en Autodidact is opgesteld en bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is ingediend, maar de daarin vervatte mededelingen en taakverdelingen zijn door een derde en niet door partijen zelf vorm gegeven. In dit kort geding kan niet worden vastgesteld dat tussen partijen over al deze afspraken wilsovereenstemming bestond, zodat partijen elkaar aan de inhoud van de subsidieaanvraag onderling dan ook niet (zonder meer) kunnen houden. Aannemelijk is dan ook dat Lizard Apps haar werkzaamheden in het kader van het project niet op basis van een drie-partijenovereenkomst heeft uitgevoerd, maar op basis van verschillende overeenkomsten van opdracht in de zin van artikel 7:400 BW die met Haerst tot stand zijn gekomen. Vaststaat immers dat Lizard Apps voor de verschillende projectfases telkens afzonderlijke offertes aan Haerst heeft gestuurd en dat Haerst deze offertes vervolgens heeft geaccepteerd, waarna Lizard Apps de desbetreffende fase ging uitvoeren en Lizard Apps daarvoor geheel of gedeeltelijk door Haerst is betaald. Vaststaat dat Haerst de samenwerking met Lizard Apps bij e-mailbericht van 3 april 2017 heeft opgezegd, zodat deze samenwerking tot een einde is gekomen.

4.4.

Naast bovengenoemde overeenkomst van opdracht is tussen Lizard Apps en Haerst in één document, het contract van 27 januari 2015, zowel een zogenaamde Service Level Agreement als een licentieovereenkomst tot stand gekomen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze overeenkomsten vanwege hun aard en inhoud los van elkaar en ook los van de samenwerkingsovereenkomst kunnen worden gezien. Ten aanzien van de Service Level Agreement bestaat tussen partijen geen geschil, zodat deze overeenkomst verder onbesproken zal blijven. Ten aanzien van de licentieovereenkomst heeft te gelden dat de stelling van Lizard Apps dat met het einde van de samenwerkingsovereenkomst van rechtswege tevens een einde aan die overeenkomst is gekomen niet houdbaar is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze overeenkomst kwalificeert als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. Partijen kwalificeren deze overeenkomst in het document van 27 januari 2015 als mantelovereenkomst en ten aanzien van de duur is overeengekomen dat deze de verschillende fases overstijgt en voor een initiële duur van twaalf maanden is aangegaan en telkens met eenzelfde periode zou worden verlengd indien niet rechtsgeldig werd opgezegd.

4.5.

Een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd is in beginsel opzegbaar, tenzij partijen hebben afgesproken dat deze niet opzegbaar is of dat de niet-opzegbaarheid uit de aard van de overeenkomst voortvloeit. Gesteld noch gebleken is dat partijen op enig moment zijn overeengekomen dat de overeenkomst per definitie niet opzegbaar is, zodat ervan moet worden uitgegaan dat de overeenkomst dat wel is. Tussen partijen staat vast dat Haerst nimmer tot opzegging van de licentieovereenkomst is overgegaan. Hoewel Lizard Apps dit bij brief van haar advocaat aan Haerst van 2 juli 2017 wel stelt te hebben gedaan, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de aard van de overeenkomst zich tegen een rechtsgeldige opzegging van de overeenkomst door Lizard Apps verzet. In dat verband is van belang dat partijen al vanaf 2015 bezig zijn met de ontwikkeling van een diagnostische camera en dat de camera uitsluitend functioneert met gebruik van software. Vaststaat dat de enige bruikbare software op dit moment de software van Lizard Apps is en dat de camera dus uitsluitend kan worden gebruikt met die specifieke software. Lizard Apps heeft voor de ontwikkeling van de software alle door haar gedeclareerde uren van Haerst vergoed gekregen, ook waar deze de eerder geoffreerde uren (flink) te boven gingen. Het gaat dan ook niet aan om het gebruik van de software door het enkele beëindigen van de samenwerking tussen partijen te verbieden, juist op het moment dat de camera na jarenlang werk op de markt is gebracht en aan derde partijen is verkocht en geleverd en de kosten voor dat werk ook steeds aan Lizard Apps zijn vergoed. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het Haerst in de gegeven omstandigheden dan ook moet worden toegestaan om de software gedurende enige tijd te blijven gebruiken, zodat zij door een ander bedrijf vervangende software kan laten ontwikkelen. Aannemelijk is dat het Haerst daardoor ook was toegestaan om intussen de software van de serverruimte van TransIP te kopiëren om de functionaliteit van de camera te waarborgen. Dit temeer omdat niet in geschil is dat Haerst (nog altijd) bereid is daarvoor het overeengekomen tarief van € 10,00 per camera per maand aan Lizard Apps te (blijven) voldoen. Nu voorts evenmin in geschil is dat de camera zonder software niet kan worden gebruikt, is het verschaffen van sublicenties daarvoor aan derde partijen die de camera gebruiken onontbeerlijk en handelt Haerst ook daarmee niet onrechtmatig jegens Lizard Apps.

4.6.

Dit alles leidt tot de slotsom dat Haerst de door Lizard Apps ontwikkelde software niet op onrechtmatige wijze gebruikt en dat van een inbreuk op auteursrechten zoals Lizard Apps stelt geen sprake kan zijn. Het antwoord op de vraag of de door Lizard Apps ontwikkelde software kwalificeert als auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet kan daarom in het midden blijven. De vordering in kort geding strekkende tot het aanstonds staken van het maken van inbreuk zal worden afgewezen.

4.7.

Nu van inbreuk op auteursrechten geen sprake is, bestaat evenmin grond voor veroordeling van Haerst tot het verstrekken van de gegevens van de afnemers van de camera en tot het versturen van een brief aan haar klanten als opgenomen onder vordering III, zodat ook deze vorderingen zullen worden afgewezen. Voor het verwijderen van de bij Haerst en haar klanten aanwezige door Lizard Apps ontwikkelde software bestaat gelet op het voorgaande ook geen deugdelijke juridische grondslag, zodat deze vordering eveneens zal worden afgewezen.

4.8.

Voorts vordert Lizard Apps veroordeling van Haerst tot betaling van een voorschot van € 47.315,00 op de door haar geleden schade, te betalen in een aantal termijnen. Lizard Apps legt aan deze vordering ten grondslag dat zij door de beëindiging van de

samenwerking met Haerst door toedoen van Haerst een groot bedrag aan subsidie misloopt, welk bedrag zij al in haar jaaromzet had ingecalculeerd en wel had ontvangen indien de samenwerking was voortgezet. Haerst betwist de verschuldigdheid van de gevorderde schadevergoeding, ten eerste omdat zij van mening is dat de samenwerking met Lizard Apps op goede gronden en door toedoen van Lizard Apps zelf is beëindigd en ten tweede omdat de subsidie waaraan Lizard Apps refereert door Haerst is opgezegd vanwege de onhaalbaarheid van tijdige afronding van het project en aldus niet langer tot haar of Lizard Apps’ beschikking staat.

4.9.

De voorzieningenrechter overweegt als volgt. De vordering van Lizard Apps strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. Bij de afweging van de belangen van partijen wordt mede betrokken het risico dat niet kan worden terugbetaald. Gelet op het door Haerst gevoerde verweer, staan het bestaan en de omvang van het thans gevorderde bedrag aan schadevergoeding in deze kort gedingprocedure niet vast. Daarom is voor toewijzing van deze vordering in dit geding geen plaats en zal deze vordering worden afgewezen.

4.10.

Lizard Apps heeft jegens Autodidact dezelfde vorderingen ingesteld als jegens Haerst. Autodidact heeft zich afzonderlijk tegen deze vorderingen verweerd. Autodidact voert aan dat zij nimmer een (samenwerkings)overeenkomst met Lizard Apps is aangegaan en dat zij het gebruik van de door Lizard Apps ontwikkelde software voor de camera op eerste verzoek van Lizard Apps heeft beëindigd. Ten aanzien van de samenwerkingsovereenkomst op basis waarvan Lizard Apps haar werkzaamheden heeft uitgevoerd is reeds geoordeeld dat dit een overeenkomst is waarbij Autodidact geen contractspartij is, zodat de vorderingen gebaseerd op deze overeenkomst jegens Autodidact zullen worden afgewezen. Nu Lizard Apps voorts niet heeft weersproken dat Autodidact het gebruik van de software heeft beëindigd en dat gebruik niet zal hervatten indien zij daartoe niet gerechtigd blijkt te zijn, zullen ook de overige vorderingen, die allen betrekking hebben op het maken van inbreuk op auteursrechten, worden afgewezen.

4.11.

Nu het gevorderde verbod op gebruik van de software wordt afgewezen, bestaat geen belang bij toewijzing van een termijn voor het instellen van een eis in een bodemzaak als bedoeld in artikel 1019i Rv, zodat deze vordering zal worden afgewezen.

4.12.

Lizard Apps zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Haerst vordert vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten voor juridische bijstand op de voet van artikel 1019h Rv. In dit artikel is kort gezegd bepaald dat de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd kan worden veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Haerst vordert een fixed fee van € 6.000,00 zoals opgenomen in de indicatietarieven IE voor kort gedingen van eenvoudige aard. Nu Haerst echter in het geheel geen uren- en kostenspecificatie in het geding heeft gebracht, kan de voorzieningenrechter niet vaststellen dat het bedrag van € 6.000,00 aan advocaatkosten redelijk en evenredig is zoals bedoeld in artikel 1019h Rv. Daarom zal slechts het gebruikelijke liquidatietarief worden toegewezen. Met inachtneming daarvan worden de proceskosten aan de zijde van Haerst tot op heden begroot op:

- griffierecht € 1.924,00

- salaris advocaat € 816,00

Totaal € 2.740,00

4.13.

Ook Autodidact vordert op de voet van artikel 1019h Rv vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten voor juridische bijstand. Autodidact heeft een uren- en kostenspecificatie overgelegd en vordert een bedrag van € 6.000,00 aan advocaatkosten. Hoewel Lizard Apps zich ter zitting tegen toewijzing van deze kosten heeft verweerd, acht de voorzieningenrechter de hoogte van de kosten gelet op de onderbouwing van Autodidact en de omvang van het onderhavige geschil redelijk en evenredig. Dit bedrag aan advocaatkosten zal daarom worden toegewezen. De proceskosten aan de zijde van Autodidact worden met inachtneming daarvan tot op heden begroot op:

- griffierecht € 1.924,00

- salaris advocaat € 6.000,00

Totaal € 7.924,00

In reconventie

4.14.

Haerst vordert in reconventie veroordeling van Lizard Apps tot afgifte van twee camera’s die zij, ondanks de beëindiging van de onderlinge samenwerking, nog niet aan Haerst heeft geretourneerd. Nu Lizard Apps geen verweer heeft gevoerd tegen deze vordering, zal de vordering worden toegewezen.

4.15.

De gevorderde dwangsom zal op de voet van artikel 611a Rv eveneens worden toegewezen als na te melden.

4.16.

Lizard Apps zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Haerst tot op heden begroot op (0,5 punt x tarief € 816,00 =) € 408,00 aan salaris advocaat.

4.17.

De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

in conventie

5.1.

wijst de vorderingen jegens Haerst en Autodidact af,

5.2.

veroordeelt Lizard Apps tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Haerst tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 2.740,00, waarin begrepen € 816,00 aan salaris advocaat,

5.3.

veroordeelt Lizard Apps tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Autodidact tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 7.924,00, waarin begrepen

€ 6.000,00 aan salaris advocaat,

5.4.

verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

in reconventie

5.5.

veroordeelt Lizard Apps tot afgifte op haar kosten van de diagnostische camera’s van Haerst die zij onder zich heeft binnen zeven dagen na de datum van dit vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat Lizard Apps daarmee na betekening van dit vonnis in gebreke blijft, tot een maximum van

€ 10.000,00 is bereikt,

5.6.

veroordeelt Lizard Apps tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Haerst tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 408,00 aan salaris advocaat,

5.7.

veroordeelt Lizard Apps, onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Haerst volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,

5.8.

verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,

5.9.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.H.J. Krijnen op 9 oktober 2017.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.