Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBGEL:2015:4404

Rechtbank Gelderland
15-04-2015
07-07-2015
279546
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Veroordeling van gedaagden sub 1 en 2 ter zake van het onrechtmatig gebruik maken van de naam en het beeldmerk van eiseres. Veroordeling t.a.v. gedaagde sub 1 uitvoerbaar bij lijfsdwang.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/279546 / KG ZA 15-105

Vonnis in kort geding van 15 april 2015

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SANTANDER CONSUMER FINANCE BENELUX B.V.,

gevestigd te Utrecht,

eiseres,

advocaat mr. E.H.J. Slager te Amsterdam,

tegen

1 [gedaagde sub 1],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

verschenen in persoon,

2. de commanditaire vennootschap

TOP-INCASSO C.V. IN LIQUIDATIE,

voorheen gevestigd te [woonplaats],

gedaagde,

niet verschenen,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TOP-INCASSO B.V.,

gevestigd te Rheden,

gedaagde,

niet verschenen,

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

niet verschenen.

Eiseres zal hierna Santander worden genoemd. Gedaagden afzonderlijk zullen respectievelijk worden aangeduid als [gedaagde sub 1], Top-Incasso C.V., Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4].

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de mondelinge behandeling

- de pleitnota van Santander

- de pleitnota van [gedaagde sub 1].

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Santander is een financieringsmaatschappij die deel uitmaakt van de internationaal opererende Santander Groep.

2.2.

[gedaagde sub 1] heeft een incassobureau geëxploiteerd onder de (handels)naam “Top-Incasso”, aanvankelijk vanaf 13 september 2010 als eenmanszaak en later vanaf 7 augustus 2012 in de vorm van een commanditaire vennootschap, zijnde Top-Incasso C.V. [gedaagde sub 1] was beherend vennoot van Top-Incasso C.V. Top-Incasso C.V. is per 1 januari 2015 opgeheven.

2.3.

Op 12 januari 2015 is Top-Incasso B.V. opgericht. Bestuurder en enig aandeelhouder van Top-Incasso B.V. is [gedaagde sub 1] Beheer B.V., waarvan [gedaagde sub 4] de bestuurder is en [gedaagde sub 1] de enig aandeelhouder.

2.4.

Begin januari 2015 is Santander door L.A. [betrokkene 1] benaderd die in de veronderstelling verkeerde dat hij een kredietverzekering bij Santander had afgesloten.

Als bewijs van de vermeende kredietverzekering heeft [betrokkene 1] een aan hem geadresseerde brief van 17 december 2014, die afkomstig lijkt te zijn van Santander, overgelegd. Deze brief is aan hem ter beschikking gesteld door Top-Incasso C.V. c.q. [gedaagde sub 1]. De brief is voorzien van het logo/beeldmerk en de naam van Santander. De brief is namens Santander ondertekend door [betrokkene 2], “assistent financial director”. De brief vermeldt, kort gezegd, dat er sprake zou zijn van een via Top-Incasso C.V. afgesloten kredietverzekering bij Santander, waarbij tegen betaling van een provisie aan Top-Incasso C.V. een uitkering aan [betrokkene 1] zou plaatsvinden door Santander.

2.5.

Op 7 januari 2015 heeft Santander Top-Incasso C.V. en [gedaagde sub 1] aangeschreven dat de brief van 17 december 2014 niet afkomstig is van Santander, dat Santander überhaupt geen kredietverzekeringen afsluit, dat Santander onbekend is met de ondertekenaar van die brief en dat de brief aldus valselijk is opgemaakt door Top-Incasso C.V. c.q. [gedaagde sub 1] teneinde met gebruikmaking daarvan [betrokkene 1] te bewegen betalingen te verrichten aan Top-Incasso C.V. c.q. [gedaagde sub 1] Daarnaast heeft Santander in haar brief vermeld dat zij vanwege dit frauduleus handelen aangifte zal doen tegen Top-Incasso C.V. en [gedaagde sub 1]. Verder heeft zij hen gesommeerd om het gebruik van de (handels)naam en het beeldmerk van Santander onmiddellijk te staken en ook overigens op geen enkele manier naar Santander te verwijzen in de communicatie met derden of op welke andere wijze dan ook. Voorts zijn zij gesommeerd om binnen 24 uur een schriftelijke opgave te doen van het overig gebruik van soortgelijke brieven en/of e-mailcorrespondentie waarin de indruk wordt gewerkt dat er sprake is van een kredietverzekering of enige overige betrokkenheid van Santander bij de werkzaamheden van Top-Incasso C.V. c.q. [gedaagde sub 1]. Daarbij is gevraagd de naam, het adres en de overige gegevens van de desbetreffende personen te verstrekken.

2.6.

Eind januari en medio februari 2015 is Santander geconfronteerd met twee soortgelijke vervalste Santander-brieven respectievelijk d.d. 22 januari 2015 geadresseerd aan R. [betrokkene 3] van Siko B.V. en d.d. 2 januari 2015 geadresseerd aan M. [betrokkene 4].

2.7.

Santander en de drie ontvangers van de vervalste Santander-brieven hebben tegen Top-Incasso C.V. en [gedaagde sub 1] bij de politie aangifte gedaan van valsheid in geschrift en oplichting.

2.8.

Op 26 februari 2015 heeft Santander de aanzeggingsbrief van 7 januari 2015 aan Top-Incasso C.V. en [gedaagde sub 1] per e-mail doorgestuurd aan [gedaagde sub 4]. De e-mail vermeldt dat de aanzegging ook gericht is tegen Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4], omdat zij zich bezighouden met dezelfde praktijken als voordien Top-Incasso C.V. en [gedaagde sub 1].

2.9.

Gedaagden hebben niet gereageerd op de aanzegging van Santander.

2.10.

[gedaagde sub 1] is na de dagvaarding bij beschikking van 24 maart 2015 van deze rechtbank in staat van faillissement verklaard met aanstelling van mr. S.J.B. Drijber tot curator.

Mr. Drijber heeft de rechtbank bericht zich in de hoedanigheid van curator in het faillissement van [gedaagde sub 1], vanwege het ontbreken van belang voor de boedel, niet te stellen in de onderhavige procedure.

3 Het geschil

3.1.

Santander vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

a. gedaagden te verbieden om jegens derden, in woord, geschrift of op welke andere wijze dan ook de indruk te wekken dat (1) er tussen hen en Santander enige juridische of feitelijke relatie bestaat en/of (2) er via gedaagden contractuele relaties met Santander zijn of worden gesloten;

b. gedaagden te verbieden om gebruik te maken in woord, geschrift of op welke andere wijze dan ook, van de naam en het beeldmerk van Santander, in communicatie met derden en/of publicaties, een en ander in de meest brede zin des woords;

c. gedaagden te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan Santander een schriftelijke opgave te doen van de namen en adressen en overige gegevens van alle personen aan wie gedaagden door middel van brieven, e-mail of welke andere wijze, de indruk hebben gewekt dat er sprake is van een kredietverzekering of enige overige betrokkenheid van Santander, zulks in de meest brede zin des woords;

d. de hiervoor onder a. en b. genoemde veroordelingen uitvoerbaar te verklaren door middel van lijfsdwang voor de duur van 60 dagen voor elke (afzonderlijke) overtreding van deze veroordelingen;

e. de hiervoor onder c. genoemde veroordelingen uitvoerbaar te verklaren door middel van lijfsdwang voor de duur van 30 dagen voor elke dag dat gedaagden met de nakoming van deze veroordeling in gebreke zijn gebleven;

f. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding alsmede in de nakosten.

3.2.

Santander stelt dat gedaagden onrechtmatig handelen doordat zij, om zichzelf te verrijken, gebruik maken van vervalste brieven met daarop de naam en het logo/beeldmerk van Santander. Die brieven wekken de indruk afkomstig te zijn van Santander en suggereren dat er sprake zou zijn van een via Top-Incasso C.V. afgesloten kredietverzekering bij Santander.

Santander heeft geen enkele betrokkenheid bij gedaagden en de door hen voorgewende kredietverzekeringen. Door dit frauduleus handelen van gedaagden wordt haar goede naam in diskrediet gebracht en wordt zij ernstig geschaad. Zij wil niet geassocieerd worden met gedaagden en hun frauduleuze praktijken. Dit handelen van gedaagden moet onmiddellijk worden gestaakt.

3.3.

[gedaagde sub 1] voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

4.1.

Ten aanzien van de niet in het geding verschenen gedaagden Top-Incasso C.V., Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4] geldt het volgende. Bij de dagvaarding van hen zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek tegen hen zal worden verleend. Het in deze te wijzen vonnis moet jegens hen op de voet van artikel 140 Rv als een vonnis op tegenspraak worden beschouwd. Op grond van het bepaalde in artikel 139 Rv moeten de vorderingen jegens hen voor zover deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, in beginsel worden toegewezen.

4.2.

[gedaagde sub 1] betwist niet dat hij via zijn bedrijf Top-Incasso C.V. jegens Santander onrechtmatig heeft gehandeld door gebruik te maken van de door Santander genoemde drie valse Santander-brieven van Top-Incasso C.V. Desgevraagd heeft hij toegelicht dat hij geld nodig had en dat hij door wanhoop vanwege zijn slechte persoonlijke en financiële situatie zo heeft gehandeld. Gelet hierop staat het onrechtmatig handelen van [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. jegens Santander vast. Onweersproken is dat dit onrechtmatig handelen, neerkomende op het onrechtmatig gebruik van de naam en het beeldmerk van Santander in de valse Santander-brieven en de daarin ten onrechte gewekte indruk dat er sprake is van een via Top-Incasso C.V. bij Santander afgesloten kredietverzekering en aldus een (contractuele) relatie tussen Santander en Top-Incasso C.V., schade berokkent aan Santander. Nu [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. niet hebben gereageerd op de aanzegging c.q. sommatie van Santander en zij puur uit financieel gewin hebben gehandeld, is de vrees van Santander gerechtvaardigd dat dit onrechtmatig handelen in de toekomst kan worden voortgezet. Mede ter bescherming van de (exclusieve) rechten van Santander op haar (handels)naam en beeldmerk zullen de verboden onder a. en b. jegens [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. dan ook worden toegewezen.

4.3.

Dat ook Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4] zich jegens Santander onrechtmatig zouden hebben gedragen dan wel dat nog zullen doen is onvoldoende aannemelijk geworden, zodat de vorderingen jegens hen als ongegrond moeten worden afgewezen. Uit het door Santander gestelde en de door haar overgelegde stukken kan de betrokkenheid van Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4] bij de vervalste Santander-brieven niet worden afgeleid. In de drie valse Santander-brieven en de door Santander overgelegde facturen van Top-Incasso C.V. gericht aan de ontvangers van die brieven wordt alleen de naam van Top-Incasso C.V. genoemd. In die stukken wordt nergens verwezen naar Top-Incasso B.V. of [gedaagde sub 4]. Ook de drie ontvangers van die brieven hebben in hun verklaringen het alleen maar over [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V.

Dat één valse Santander-brief is gedateerd na de opheffing van Top-Incasso C.V. en de oprichting van Top-Incasso B.V. is onvoldoende om de betrokkenheid van Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4] bij deze brief aan te nemen. Dat [gedaagde sub 4] in het verleden voor een week ingeschreven stond als beherende vennoot van Top-Incasso C.V. is eveneens onvoldoende om zijn betrokkenheid te construeren. Immers, in die periode zijn geen valse Santander-brieven verstuurd. Dat [gedaagde sub 1] zijn frauduleus handelen via Top-Incasso C.V. zou hebben voortgezet via Top-Incasso B.V. en dat in dat kader [gedaagde sub 4] als middellijk bestuurder van Top-Incasso B.V. eveneens verantwoordelijk is, heeft Santander al met al onvoldoende aannemelijk weten te maken. De toelichting van [gedaagde sub 1] over zijn relatie tot [gedaagde sub 4] en Top-Incasso B.V. daarentegen is niet onaannemelijk. [gedaagde sub 1] zou met [gedaagde sub 4] zakelijk gaan samenwerken in een besloten vennootschap met welk doel Top-Incasso B.V. is opgericht. [gedaagde sub 4] zou uiteindelijk hiervan hebben afgezien door het onderhavige frauduleus handelen van [gedaagde sub 1]. [gedaagde sub 4] zou nu alleen doorgaan met Top-Incasso B.V. en met [gedaagde sub 1] in onderhandeling zijn om zijn aandelen in Top-Incasso B.V. over te nemen.

4.4.

Het gevorderde onder c. is ook jegens [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. niet toewijsbaar. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde sub 1] heeft Santander de mogelijkheid van het bestaan van andere valse Santander-brieven dan de onder 2.4 en 2.6 genoemde drie gevallen onvoldoende onderbouwd. Ter zitting heeft [gedaagde sub 1] uitdrukkelijk meerdere malen aangegeven dat er buiten de drie bekende gevallen geen andere valse Santander-brieven zijn verstuurd of een kredietverzekering met Santander is voorgewend. Ook uit de overgelegde stukken kan niet worden afgeleid dat [gedaagde sub 1] dan wel Top-Incasso C.V. gebruik heeft gemaakt van meer soortgelijke valse Santander-brieven. Dit staat er niet aan in de weg dat het Santander vrij staat om de administratie van [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. in te zien als de curator daaraan wil meewerken.

4.5.

De toegewezen verboden onder a. en b. zullen jegens [gedaagde sub 1] worden versterkt met de gevorderde lijfsdwang. Dit is het enige effectieve middel om [gedaagde sub 1] te weerhouden het hiervoor omschreven onrechtmatig handelen voort te zetten. Aannemelijk is dat toepassing van een ander dwangmiddel onvoldoende uitkomst zal bieden. [gedaagde sub 1] is failliet zodat het opleggen van een dwangsom voor hem geen prikkel tot nakoming van de verboden oplevert. Het grote (financiële) belang van Santander bij naleving van de verboden rechtvaardigt de toepassing van lijfsdwang. [gedaagde sub 1] zal van toepassing van dit ingrijpende middel geen last hebben indien hij zich onthoudt van de in de verboden omschreven onrechtmatige handelingen. De gevorderde lijfsdwang zal worden beperkt als hierna aan te geven.

4.6.

[gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk in de proceskosten aan de zijde van Santander worden veroordeeld. De kosten worden begroot op:

- dagvaarding € 94,19

- griffierecht € 613,00

- salaris advocaat € 816,00

Totaal € 1.523,19

4.7.

De vordering tot hoofdelijke veroordeling van [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. in de nakosten zal worden toegewezen als na te melden.

4.8.

Nu de vorderingen van Santander jegens Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4] worden afgewezen, zal Santander in relatie tot hen als de in het ongelijk gestelde partij hun proceskosten moet dragen, welke kosten worden begroot op nihil.

5 De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

verleent verstek tegen Top-Incasso C.V., Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4],

5.2.

verbiedt [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. om jegens derden, in woord, geschrift of op welke andere wijze dan ook de indruk te wekken dat (1) er tussen hen en Santander enige juridische of feitelijke relatie bestaat en/of (2) er via [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. contractuele relaties met Santander zijn of worden gesloten,

5.3.

verbiedt [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. gebruik te maken in woord, geschrift of op welke andere wijze dan ook, van de naam en het beeldmerk van Santander, in communicatie met derden en/of publicaties, een en ander in de meest brede zin des woords,

5.4.

verklaart ten aanzien van [gedaagde sub 1] de hiervoor onder 5.2 en 5.3 uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij lijfsdwang voor de duur van 60 dagen voor elke (afzonderlijke) overtreding van deze veroordelingen, tot de maximumtermijn van één jaar is bereikt,

5.5.

veroordeelt [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de ander is bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Santander tot op heden begroot op € 1.523,19,

5.6.

veroordeelt [gedaagde sub 1] en Top-Incasso C.V. hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een betaalt ook de ander is bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,

5.7.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.8.

wijst het meer of anders gevorderde, waaronder de vorderingen jegens

Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4], af,

5.9.

veroordeelt Santander in de proceskosten aan de zijde van Top-Incasso B.V. en [gedaagde sub 4], tot op heden begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2015.

Coll.: HS

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.