uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2020 op het verzet van
[Opposant] , te [woonplaats] , opposant
(gemachtigde: drs. W.M.A.M. Herbers),
tegen de uitspraak van de rechtbank in zijn zaak tegen
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
Procesverloop
Opposant heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 16 augustus 2019 beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 28 november 2019 (de buiten-zittinguitspraak) heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.
Opposant heeft niet verzocht om op zitting te worden gehoord.
Overwegingen
1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffiercht niet is betaald.
2. In deze verzetzaak is op grond van artikel 8:55, eerste lid, van de Awb uitsluitend aan de orde of de rechtbank terecht de zaak niet op een zitting heeft behandeld. De rechtbank kan het beroep pas inhoudelijk behandelen als het verzet gegrond is.
3. Opposant voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat de herinnering voor het betalen van het griffierecht niet op zijn adres kan zijn uitgereikt, aangezien hij de hele maand september 2019 in het buitenland verbleef.
4. Uit wat opposant heeft aangevoerd, volgt niet dat de rechtbank in de buiten-zittinguitspraak ten onrechte heeft geoordeeld dat zij het beroep zonder zitting kon afdoen. De stelling van opposant dat de herinnering niet aan hem is uitgereikt, omdat hij de hele maand september 2019 in het buitenland verbleef, treft geen doel. Volgens gegevens van PostNL is er op het adres, [straat] [huisnummer] te [plaats] op dinsdag 24 september 2019 om 16.21 uur voor ontvangst van de herinnering met code [codenummer] getekend. Hiermee wordt het standpunt dat geen herinnering voor het griffierecht is ontvangen noch het standpunt dat deze herinnering niet zou zijn bezorgd niet gevolgd. Het verzet is dan ook ongegrond. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.
Beslissing
De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A. Dirks, rechter, in aanwezigheid van
Z. Jainullah, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 17 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: