Planet Safe vordert in de hoofdzaak - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat PON c.s. onrechtmatig hebben gehandeld jegens Planet Safe;
II. PON c.s. op straffe van een dwangsom zal verbieden klanten van Planet Safe te benaderen en zich onnodig grievend over Planet Safe uit te laten en/of van onjuiste mededelingen over Planet Safe te doen;
III. PON c.s. op straffe van een dwangsom zal verbieden om in het kader van hun commerciële activiteiten gebruik te maken van de term Roofclix,;
IV. PON c.s. zal bevelen om aan Planet Safe een schriftelijke opgave te doen van, onder meer, de totale hoeveelheid geproduceerde en verkochte inbreukmakende daktegels, van de daarbij gehanteerde prijzen en de daarmee gerealiseerde winst en van de bij de inbreuk betrokken (rechts)personen, één en ander eveneens op straffe van een dwangsom; en
V. PON c.s. hoofdelijk zal veroordelen tot vergoeding van de door Planet Safe geleden en nog te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en te vermeerderen met de wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten;
dit alles (VI) met hoofdelijke veroordeling van PON c.s. in de proceskosten en (VII) in de nakosten.