vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/716668 / KG ZA 22-343 AB/LO
Vonnis in kort geding van 13 mei 2022
[eiser]
,
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 22 april,
advocaat mr. E.L. Pasma te Utrecht,
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE ROEIBOND,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. Z. Etemadi te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en de KNRB worden genoemd.
1 De procedure
Ter zitting van 6 mei 2022 heeft [eiser] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en na wijziging van eis in de pleitnota toegelicht. De KNRB heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aanwezig:
[eiser] met mr. Pasma en mr. A.A. Donders, en aan de kant van de KNRB:
[naam 1] en [naam 2] , bestuurders, [naam 3] , algemeen directeur,
met mr. Etemadi.
Vonnis is bepaald op vandaag.
2 De feiten
2.1.
[eiser] is sinds 1 maart 2013 als technisch directeur in dienst bij de KNRB. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Sport van toepassing.
2.2.
Na de Olympische en Paralympische Spelen in Tokio in de zomer van 2021 zijn in september en oktober 2021 binnen de KNRB evaluatiegesprekken gehouden tussen atleten en coaches, en tussen coaches en leidinggevenden.
2.3.
[naam 4] , tot 20 november 2021 als commissaris Toproeien lid van het bestuur, heeft omstreeks oktober 2021 met een deel van de olympische roeiploeg gesproken, met het idee om voor zijn opvolger ( [naam 2] ) een evaluatie en aandachtspuntenlijst te maken. In dat gesprek is naar voren gekomen dat atleten evaluatiemomenten hebben gemist waarbij zij zich konden uitspreken over het functioneren van coaches en staf, en dat in de evaluatiegesprekken tussen coach en atleet nauwelijks werd gesproken over het selectieproces. Ook zijn in dat gesprek klachten geuit over de manier van communiceren van [eiser] .
2.4.
Op 28 oktober 2021 heeft [eiser] aan de atleten een e-mail gestuurd met een uitnodiging voor een bijeenkomst op 2 november 2021. In de e-mail staat onder meer het volgende.
“(…)
Allereerst mijn excuses voor het feit dat bij een aantal van jullie door een gebrekkige communicatie van mijn kant de indruk is ontstaan dat er geen plaats meer zou zijn voor betrokkenheid en inbreng van de atleet. En wat ook opgevat kan worden als een gebrek aan waardering. Dat spijt mij enorm, want precies het tegenovergestelde is onze intentie. (…)
Dinsdag hadden we (…) op verzoek van de atletencommissie – een prima overleg en hebben we bedacht dat het om te beginnen een goed idee zou zijn wanneer we de aankomende tijd de communicatie verbeteren om samen de plannen vorm te geven. En dat het goed zou zijn dat we eventueel wekelijks, in de vorm van een inloop uurtje, bijpraten en de voortgang bespreken. Aanstaande dinsdag 2 november om 11.00 uur gaan we daar gelijk mee van start in de ergoruimte.
(…)”
2.5.
Op 2 november 2021 is een bijeenkomst gehouden, waarbij is gesproken over het vergroten van de veiligheid en het verbeteren van het topsportklimaat, dit naar aanleiding van een reorganisatie van de coachstructuur die gaande was.
[eiser] heeft daarna aan de atleten het volgende ge-e-maild.
“(…) Goed dat we (30-40 van 100+) vanmiddag bijgepraat hebben. Dank ook voor jullie feedback. Het was voornamelijk “one-way” zenden, maar nodig. We hebben daarom afgesproken dat ik met [naam 5] en [naam 6] de agenda voor de volgende meeting ga bespreken en dat we de rollen omdraaien. (…)
Mensen, schroom niet, kom met je ideeën, suggesties, ervaringen en leg deze bij mij neer. Ik reken op jullie: SAMEN! (…)”
2.6.
Op 10 november 2021 was de eerder door [eiser] geplande bijeenkomst met (onder meer) een deel van de atleten en [eiser] . Daarin is gesproken over de uitkomsten van een door de atletencommissie (AC) gehouden anonieme enquête, waarin atleten de coaches en staf van de KNRB konden beoordelen ( [eiser] kende toen het verslag van die enquête nog niet). Ook is vooraf afgesproken dat er na de bijeenkomst een meeting zou zijn met de AC, [eiser] , [naam 4] , [naam 2] en de hoofdcoach, ‘met als doel om afspraken te maken hoe en wanneer de atleten worden meegenomen in het vervolgtraject’.
2.7.
In een e-mail van 16 november 2021 heeft de AC een deel van de uitkomsten van de enquête met [naam 4] en [naam 2] gedeeld en het volgende aangekondigd.
“(…)
Hierbij wil ik jullie alvast de ruwe data sturen van de beoordeling van de atleten van [eiser] en (…) Dit doen we zodat jullie een compleet beeld krijgen van hoe atleten hen ervaren, maar ook welke type gedragingen in onze ogen ver in het grijze gebied liggen. Wij hopen dat dit een startpunt kan zijn om dit gedrag te adresseren, zodat het bijgestuurd kan worden. Zoals jullie kunnen lezen zijn atleten op veel punten positief over beide mannen, maar is bepaald gedrag in bepaalde omstandigheden ongewenst.
(…)”
2.8.
Bij e-mail van 18 november 2021 heeft de AC een verslag van de enquête aan [eiser] gestuurd. In de begeleidende e-mail staat onder meer het volgende.
“(…)
Zoals wij vorige week hebben gecommuniceerd hebben wij als atleten een enquête uitgestuurd waarin atleten hun reflectie konden geven over coaches en staf binnen de KNRB. Dit doen wij omdat wij vinden dat dit gedeelte ontbreekt in de huidige evaluatiestructuur.
Wij zijn ons bewust dat dit niet de ideale opzet is, maar wij zagen geen andere initiatieven van bovenaf om deze informatie op te halen. Uiteraard doen wij er alles aan om hier vertrouwelijk mee om te gaan. De resultaten worden alleen gedeeld met bestuur en TD en niet met de overige atleten.
(…)”
2.9.
De AC heeft de resultaten van de enquête over [eiser] als volgt samengevat:
“[eiser] – Technisch Directeur
Veel atleten geven aan [eiser] niet goed te kunnen beoordelen op zijn taken als Technisch Directeur, dit is ook omdat wij als atleten niet op al deze taken zicht hebben. Toch hebben atleten over het algemeen het idee dat hij bestuurlijk en organisatorisch richting NOC*NSF een goede rol vervult. Veel zaken zijn goed geregeld en op orde en de resultaten zijn uiteraard beter dan ooit. Ook zijn de faciliteiten en het programma sinds zijn komst aanzienlijk verbeterd.
Wel heeft een grote groep atleten zorgen over hoe [eiser] communiceert richting atleten en hoe zij zich gedraagt binnen de KNRB. [eiser] is veel aanwezig op het OTC en makkelijk te benaderen, toch zijn er zorgen over zijn omgang met atleten. Atleten hebben niet altijd het idee dat hun boodschap goed wordt ontvangen en vinden hem soms onbetrouwbaar. Hij zendt veel, maar luistert te weinig. Hierdoor is hij niet op de hoogte van wat er speelt op ‘de werkvloer’. Op momenten dat hij emotioneel wordt kan hij uit zijn slof schieten, op dat soort momenten kan hij intimideren en voelen atleten zich onder druk gezet. Ook communiceert hij richting pers soms onhandig, waardoor het roeien of de roeiers in het slechte daglicht komen te staan. (…)
Ook zijn er atleten die [eiser] tijdens toernooien te aanwezig vinden en hem ervaren als stoorzender.
(…)”
2.10.
In een e-mail van 18 november 2021 aan de AC heeft [eiser] als volgt gereageerd op het hem toegezonden verslag van de enquête.
“(…)
Dank voor deze spiegel, goede punten, veel herkenbaar, daar kan ik wel wat mee!
Ook mijn complimenten voor de zorgvuldige en discrete aanpak en de vele uren die jullie hier in hebben zitten. Van goed naar beter naar best dat geldt ook voor mij.
(…)”
2.11.
Op 22 december 2021 heeft de KNRB intern en extern een extern onderzoek aangekondigd. Op de website van de KNRB staat in de aankondiging het volgende.
“(…) Na de onthullingen vorig jaar van grensoverschrijdend gedrag in het turnen, kwamen in 2021 ook andere sporten in de spotlights te staan waar het gaat om een onveilig sportklimaat. Onder meer naar aanleiding van grote kwesties in het turnen en triatlon is NOC*NSF een groter onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag gestart. (…) Ook wij willen als roeibond graag weten wat de ervaring is van iedereen binnen het toproei programma met betrekking tot een veilig sportklimaat. Om een objectief beeld te krijgen en een veilige omgeving te creëren werken we samen met een extern onderzoeksbureau. (…)”
2.12.
In januari 2022 heeft het ingeschakelde onderzoeksbureau [naam onderzoeksbureau] gesprekken gevoerd met acht atleten.
2.13.
Op 18 maart 2022 heeft [naam onderzoeksbureau] het concept-rapport aan de KNRB doen toekomen. Vanwege vertrouwelijkheid is het in eerste instantie alleen met [naam 2] gedeeld. In het kader van dit onderzoek is geen wederhoor toegepast, omdat het om een signaal-analyse gaat. De onderzoeker heeft zijn bevindingen als volgt samengevat:
2.14.
In een e-mail van 7 april 2022 heeft [naam 2] [eiser] uitgenodigd om de uitkomsten van het rapport van [naam onderzoeksbureau] met hem te bespreken op 8 april 2022, waarbij ook [naam 1] en [naam 3] aanwezig zouden zijn. Het rapport is niet aan [eiser] toegezonden en over de inhoud daarvan is hem tevoren niets meegedeeld.
2.15.
In het gesprek op 8 april 2022 heeft de KNRB [eiser] met onmiddellijke ingang geschorst.
2.16.
In artikel 7 van de cao Sport 2022-2023 staat het volgende:
“Artikel 7 Schorsing
1. De werkgever mag een werknemer maximaal twee weken schorsen uitsluitend indien:
a. het vermoeden bestaat dat een dringende reden in de zin van artikel 7:677 en 7:678 BW aanwezig is om een werknemer op staande voet te ontslaan;
én
b. schorsing naar het oordeel van de werkgever in het belang van het werk en/of de organisatie noodzakelijk is.
(…)
4. In geval:
a. een onderzoek loopt naar gedragingen van de werknemer die aanleiding zijn tot de schorsing, kan de werknemer geschorst worden gedurende de looptijd van het onderzoek;
b. het belang van de organisatie de schorsing van de werknemer vereist, kan de werknemer worden geschorst tot het belang van de organisatie naar het oordeel van de werkgever niet meer in het geding is.
5. Voordat de werkgever een besluit tot schorsing neemt, zal hij de werknemer horen. De werknemer kan zich hierbij (juridisch) laten bijstaan. (…)
2.17.
In een persbericht van de KNRB van 8 april 2022 staat onder meer het volgende:
(…)
Naar aanleiding van een evaluatie over de uitzending naar de Olympische Spelen in Tokio onder de atleten heeft het bestuur van de KNRB eind 2021 opdracht gegeven aan onderzoeksbureau [naam onderzoeksbureau] Consultancy voor een onafhankelijke signaalanalyse. Het onderzoek richtte zich op de sociale omgang binnen het TeamNL Roeiteam van de afgelopen olympische cyclus (atleten en staf). Deze week zijn de resultaten bekend geworden.
Het rapport bevestigt de signalen naar aanleiding van de evaluatie. Uit het rapport blijkt dat er een topsportcultuur is ontstaan waarin kwetsing en intimidatie te veel ruimte kregen. Dit kon bovendien onvoldoende bespreekbaar worden gemaakt. Uit het rapport is duidelijk dat het niet om seksueel grensoverschrijdend gedrag gaat. Het bestuur van de KNRB neemt de signalen van de topsporters zeer serieus en is van mening dat een veilig sportklimaat een vanzelfsprekendheid moet zijn voor alle sporters. Voorzitter [naam 1] , namens het bestuur: “Ten eerste betreurt het ons enorm dat dit binnen ons topsportprogramma mogelijk is geweest. Dat moet voor de getroffen atleten een zeer nare ervaring zijn. Ik dank de atleten daarom voor hun moed en openheid en het delen van hun ervaringen. De signalen hebben mij en de andere bestuurders zeer geraakt.”
Helaas blijkt dat er ook eerder signalen door atleten zijn afgegeven. De voorzitter: “Binnen de topsportcultuur is er onvoldoende gelegenheid geweest om eerdere signalen op de juiste tafel terecht te laten komen, waardoor er onvoldoende opvolging is gegeven.”
De KNRB heeft vanmiddag gesproken met de direct betrokkenen. Als bond gaan we transparant en zorgvuldig aan de slag met de aanbevelingen. (…)”
2.18.
In de (landelijke) media zijn naar aanleiding van het persbericht artikelen verschenen, waarbij ook wordt vermeld dat [eiser] is geschorst.
2.19.
In een e-mail van 9 april 2022 heeft [eiser] aan [naam 1] laten weten dat hij zeer aangeslagen was door de mededeling van de dag daarvoor om hem met onmiddellijke ingang te schorsen. “De genoemde reden dat ik niet de juiste man ben om de cultuuromslag te begeleiden die na het – mij onbekende – onderzoeksrapport nodig is deel ik niet, en kan ook geen reden zijn mij te schorsen. Ik maak daar dan ook uitdrukkelijk bezwaar tegen (…)”.
2.20.
In een e-mail van 12 april 2022 heeft het bestuur van de KNRB de schorsing en de redenen daarvoor aan [eiser] bevestigd/uiteen gezet.
“(…)
De aanleiding van het gesprek van afgelopen vrijdag is geweest de uitkomsten van de enquête van de atletencommissie (november 2021), de daaropvolgende rapportage signaal-analyse (…) en zorgelijke geluiden na afloop van een trainingskamp in februari en de eigen waarnemingen van verschillende bestuursleden. (…)
Uit de bevindingen van het onderzoek komt naar voren dat binnen de KNRB sprake is geweest van een topsportcultuur met ruimte voor kwetsing en intimidatie. Meerdere atleten hebben melding gemaakt van ongewenst gedrag en een onveilig sportklimaat. (…)
Het bestuur gaat met de aanbevelingen aan de slag. Een van de aanbevelingen is om een vervolgonderzoek te doen naar de sociale onveiligheid binnen het topsportprogramma. Een andere aanbeveling is een vervolgonderzoek te doen naar de individuele casuïstiek.
Aangezien jij als Technisch Directeur verantwoordelijk bent voor het topsportklimaat, maar ook volgens sommige atleten zelf een rol hebt gespeeld en mogelijk nog speelt in het onveilige sportklimaat binnen de KNRB, heeft het bestuur zich genoodzaakt gezien om jou in het belang van de organisatie en hangende het onderzoek te schorsen met inachtneming van de daarvoor bestemde bepalingen uit de cao Sport. (…)
Onderdeel van het vervolgonderzoek is uiteraard dat ook jij wordt gehoord in het kader van dit onderzoek. Jij zal hiervoor op korte termijn een uitnodiging ontvangen. (…)
Zoals door jou gevraagd, zullen we je de rapportage van de signaal-analyse toe doen komen.
(…)”
2.21.
De KNRB heeft [eiser] kort daarop het algemene deel van het rapport van [naam onderzoeksbureau] toegezonden, zonder de bijbehorende gespreksverslagen.
4 De beoordeling
4.1.
[eiser] is sinds 8 april 2022 geschorst. Het spoedeisend belang is daarmee gegeven.
4.2.
Vanaf 2013 is [eiser] technisch directeur. In de periode van 2013 tot de zomer van 2021 is bij de KNRB geen structurele aandacht geweest voor een veilig sportklimaat. In de taakomschrijving van [eiser] stond ook niet dat hij daarvoor verantwoordelijk was. Na de Olympische Spelen in Tokio is [eiser] gestart met een reorganisatie van de coachstructuur, met als doel het verbeteren van een verantwoord sportklimaat. Hij heeft daartoe een beleidsdocument opgesteld (‘Naar een toekomstbestendige coachstructuur’). Een van de gesignaleerde problemen waarvoor een oplossing moest worden gezocht was de dubbelrol van de hoofdcoach, die een eigen ploeg had om te coachen maar tegelijk ook de selectie deed.
Bij de atleten heerste onvrede over de manier van selecteren en over het gebrek aan mogelijkheden voor hen om feedback te geven aan coaches en staf. [naam 4] heeft voor zijn vertrek wel een poging gedaan om die feedback te vragen, maar de atleten vonden dat zij hun kritiek niet terugzagen in het verslag daarvan. Om die reden heeft de AC een anonieme enquête opgezet. [eiser] kreeg daarin van de atleten een tamelijk slecht cijfer (een 5,9). De samenvatting van de feedback is met hem gedeeld. [eiser] was het niet eens met de opzet van die enquête (anoniem, geen vooraf vastgestelde prestatie-indicatoren), maar heeft het goed opgepakt in zijn reactie aan de atleten (zie 2.10), door ze te laten weten dat hij de kritiekpunten herkent en dat hij er wel wat mee kan, en dat ‘van goed naar beter naar best’ ook voor hem geldt. Ook heeft hij rond die periode twee bijeenkomsten georganiseerd om onder andere de communicatie tussen hem en de atleten te verbeteren. Daarbij heeft hij de atleten uitdrukkelijk uitgenodigd om suggesties en ervaringen met hem te delen, en heeft hij laten weten open te staan voor kritiek.
4.3.
De AC heeft aan het bestuur laten weten dat de enquête wat haar betreft het startpunt was om bepaald gedrag te adresseren en bij te sturen. Dit zou dan ook een goed moment zijn geweest voor de KNRB om met [eiser] om de tafel te gaan zitten om te praten over de klachten die tot dit lage cijfer hadden geleid (te veel zenden en te weinig luisteren, emotioneel worden en uit zijn slof schieten, waardoor atleten zich geïntimideerd of onder druk gezet voelen) en afspraken met hem te maken om dit gedrag in de toekomst te vermijden. In plaats daarvan heeft de KNRB onderzoeksbureau [naam onderzoeksbureau] in de arm genomen. Dat is intern en extern aangekondigd in het licht van ‘onthullingen vorig jaar van grensoverschrijdend gedrag in het turnen’, waarna ook de KNRB wilde onderzoeken wat de ervaringen zijn met betrekking tot een veilig topsportklimaat.
4.4.
[naam onderzoeksbureau] heeft in maart 2022 een concept-rapport afgeleverd. Daarin wordt onderstreept dat het is gebaseerd op gesprekken met een kleine selectie van atleten, dat geen wederhoor is toegepast en dat het geen representatief onderzoek is. Het rapport bestaat uit een algemeen deel, waarin [naam onderzoeksbureau] zijn conclusies uiteenzet, en de gespreksverslagen, die vanwege vertrouwelijkheid aanvankelijk alleen met [naam 2] zijn gedeeld. [naam onderzoeksbureau] heeft acht respondenten geïnterviewd, Vier van hen hebben zich kennelijk niet over [eiser] uitgelaten, althans niet negatief. Van de vier die wel over hem hebben gesproken wil één atleet anoniem blijven. Die verklaring is dan ook vertrouwelijk gebleven. De andere drie atleten hebben toestemming gegeven om hun gespreksverslag in het geding te brengen.
4.5.
Uit de drie gespreksverslagen kan het volgende worden afgeleid. Alle drie de atleten beschrijven vooral hun ervaringen met twee coaches (die inmiddels allebei zijn vertrokken). De ene coach maakte opmerkingen waardoor atleten zich soms ongemakkelijk voelden en pestte atleten onder het mom van ‘weerbaarheidstraining’, de ander hield de A-status (en het bijbehorende stipendium) boven iemands hoofd om hem na een vakantie van enkele maanden aan het trainen te krijgen. Tegelijkertijd zeggen de atleten ook alle drie dat zij zelf geen last van dit gedrag hebben gehad omdat zij mondig genoeg waren om voor zichzelf op te komen. De ene atleet kon alles zeggen tegen de coach met de rare opmerkingen, en daar werd dan ook wel iets mee gedaan door die coach. De ander liet zich niet in een bepaald trainingsschema of een bepaalde ploeg dwingen en zei tegen de coach dat hij hem die A-status dan maar moest afnemen. Er zijn volgens hen atleten die er wel last van hebben gehad, maar dat hebben zij van horen zeggen. Over [eiser] zeggen ze alle drie dat hij vreemd uit de hoek kan komen en heel erg boos kan worden, waardoor atleten zich geïntimideerd kunnen voelen, en dat hij niet luistert en alleen maar zendt. Wel zeggen ze ook dat zij persoonlijk niet veel met hem te maken hebben gehad. Ook de slogan ‘lekken is vertrekken’ wordt door atleten genoemd. Die is door [eiser] in 2018 bedacht, naar eigen zeggen om duidelijk te maken dat er niets over trainingsschema’s of strategieën naar buiten mocht worden gebracht omdat die informatie niet bij de concurrentie terecht mocht komen. Deze slogan zou volgens sommige atleten betekenen dat werd gedreigd met vertrek zodra kritiek werd geuit op coaches en staf. De geïnterviewde zelf neemt de slogan overigens niet serieus, en zegt dat de atleten daar onder elkaar grapjes over maakten en er een afkorting voor hadden (liv).
Verder zijn er veel klachten over het selectieproces. De criteria daarvoor zijn niet voor iedereen duidelijk en coaches hebben lievelingetjes die worden bevoordeeld. Voor de Olympische Spelen streden bijvoorbeeld twee boten om plaatsing. De vier met de jonge atleten ging sneller, maar de boot met de gevestigde roeiers mocht naar de Spelen. Daar waren veel atleten het niet mee eens. Een andere klacht is dat er veel druk ligt op prestaties en weinig aandacht is voor de individuele atleet. Bovendien voelen de atleten zich niet gehoord en niet gewaardeerd. Er is geen bestaande evaluatiestructuur waarbij zij iets over hun coaches kwijt kunnen, en niemand wist de weg naar een vertrouwenspersoon te vinden. Na de laatste Olympische Spelen hebben zij eerst een periode helemaal niets van de KNRB gehoord, en op de eerste bijeenkomst sprak [eiser] in zijn speech alleen over toekomstige toernooien, in plaats van zijn waardering te uiten voor de behaalde prestaties op de Olympische Spelen. Ook dat werd niet op prijs gesteld.
4.6.
De conclusie die uit deze gespreksverslagen kan worden getrokken is dat er onvrede is onder de atleten, dat atleten zich niet gehoord en niet gewaardeerd voelen, dat een structureel en verantwoord evaluatiesysteem van coaches door atleten ontbreekt, en dat er klachten zijn over de manier van coachen en de manier van selecteren. Er wordt naar het idee van de atleten te veel druk gelegd op prestaties en er is te weinig aandacht voor de ontwikkeling van de atleet op andere gebieden dan het roeien (sociaal, emotioneel, op het gebied van studie of andere bezigheden). Ook zijn er klachten over een tweetal coaches (die inmiddels zijn vertrokken), en over de manier van communiceren door [eiser] . Dit zijn concrete punten, die voor het grootste deel ook al in de enquête naar voren waren gekomen, en die zeker om verbetering vragen. Met de uitkomst van dit onderzoek had de KNRB dan ook alsnog kunnen doen wat zij na de enquête had nagelaten, namelijk die uitkomst en de concrete klachten aan [eiser] voorleggen en hem om een reactie vragen. Aan de hand daarvan had kunnen worden bekeken of hij in staat zou zijn zich meer empathisch op te stellen, of dat hij inderdaad niet de juiste man zou zijn om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen. In plaats daarvan heeft de KNRB op basis van het rapport van [naam onderzoeksbureau] een overhaaste conclusie getrokken en [eiser] geschorst; dit zonder hem voorafgaand het rapport toe te zenden.
4.7.
Voor schorsing geldt het criterium van artikel 7 van de cao Sport, dat verwijst naar het criterium voor ontslag op staande voet (artikel 6:677 en 6:678 BW). Het moet gaan om een dringende reden zoals bedoeld in die artikelen, bijvoorbeeld het in ernstige mate de bekwaamheid of geschiktheid blijken te missen tot de arbeid waarvoor men zich heeft verbonden of het grovelijk zijn plichten veronachtzamen. Daarvan is echter niet gebleken. In het rapport staat niets dat, indien bewezen, zou meebrengen dat van de KNRB als werkgever redelijkerwijze niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst met [eiser] langer te laten voortduren.
4.8.
Bovendien valt op het (concept-) rapport nog wel het een en ander aan te merken. Behalve dat het geen representatief onderzoek is en geen wederhoor is toegepast (zoals door [naam onderzoeksbureau] ook wordt erkend; dat was namelijk niet de insteek), hebben de drie atleten die zich over [eiser] beklagen het vooral over klachten van horen zeggen, en heeft [naam onderzoeksbureau] hier en daar een sturende rol. Hij snijdt zelf thema’s aan die de atleet niet noemt en kwalificeert zaken als ‘ernstig’ en ‘intimidatie’ zonder dat de atleet dat noemt. (‘Ja ik ben niet zo te spreken over die ratings, dat die aan iedereen publiekelijk worden rondgestuurd, dat komt over als iets dat eigenlijk niet zou moeten kunnen’; ‘Je zegt echt best wel ernstige dingen’; ‘dat is dus gewoon een lijn van intimidatie volgens het boekje’) En zo zijn er meer voorbeelden van een sturende rol van [naam onderzoeksbureau] , die de onafhankelijkheid van het rapport niet ten goede komen.
4.9.
[eiser] is dan ook ten onrechte geschorst. Daar komt nog bij dat niet is voldaan aan de formaliteiten van artikel 7 cao Sport. [eiser] is niet gehoord voorafgaand aan de schorsing, het besluit daartoe is immers in de bestuursvergadering van 5 april 2022 genomen; aan [eiser] is voorafgaand aan het gesprek van 8 april 2022 niet gemeld dat hij zich juridisch kon laten bijstaan in dat gesprek, en het rapport dat de grond is voor de schorsing is pas later aan [eiser] gestuurd. In eerste instantie heeft hij alleen het algemene deel ontvangen. Pas een dag voor de zitting, een maand na de schorsing, heeft [eiser] drie van de vier gespreksverslagen waarin hij wordt genoemd ontvangen. Ook formeel is de schorsing dus niet in de haak.
4.10.
De vraag is hoe het nu verder moet. De op de zitting aanwezige bestuursleden en de nieuwe directeur hebben duidelijk laten merken dat zij geen enkel vertrouwen hebben in verdere samenwerking met [eiser] als technisch directeur. Zij zijn bovendien bang dat het veilige sportklimaat dat zij nastreven in het gedrang komt als hij weer op het werk zou verschijnen. De KNRB heeft echter niet alleen een verantwoordelijkheid tegenover de atleten om een veilig sportklimaat te scheppen, maar ook een verantwoordelijkheid tegenover zijn werknemer [eiser] . Door op basis van deze eerste signaalanalyse direct over te gaan tot schorsing, zonder dat rapport met [eiser] te delen en zonder hem de kans te geven om daarop te reageren en zijn manier van communiceren te verbeteren, heeft de KNRB geen recht gedaan aan de positie van zijn werknemer. De schorsing, die naar viel te verwachten binnen de kortste keren naar buiten moest komen, was uitermate diffamerend voor [eiser] , die prompt werd weggestuurd naar aanleiding van een rapport waaruit volgens het persbericht van de KNRB is gebleken dat ‘een cultuur is ontstaan waarin kwetsing en intimidatie teveel ruimte kregen’, wat ‘voor de getroffen atleten een zeer nare ervaring [moet] zijn’.
4.11.
De KNRB heeft erop gezinspeeld dat, mocht de schorsing worden opgeheven, zou kunnen worden overgegaan tot non-actiefstelling, waaraan de cao minder strenge eisen stelt. [eiser] heeft verzocht om over dat voornemen ook uitspraak te doen, maar dat is geen onderwerp van het debat geweest en bovendien zou dan moeten worden beslist over een mogelijke beslissing, die nog niet eens is genomen, laat staan gemotiveerd. Daarover zal dus geen uitspraak worden gedaan. Wel kan hier worden gezegd dat een dergelijke beslissing in strijd lijkt met de geest van dit vonnis. Die is dat onnodig beschadigende maatregelen achterwege moeten blijven en dat partijen moeten praten over hoe de gewenste cultuuromslag tot stand kan worden gebracht met [eiser] als technisch directeur, dan wel, als hij daarin definitief niet zou blijken te passen, hoe zij op een fatsoenlijke manier afscheid van elkaar kunnen nemen. Door [eiser] aansluitend aan de schorsing onder een andere noemer weer naar huis te sturen zou de KNRB, die zelf niet goed schijnt te weten wat hij verder met de zaak aan moet – van een vervolgonderzoek was het een maand na de schorsing nog niet gekomen – zich bovendien een langdurige en kostbare juridische strijd op de hals halen, waarmee niemand is gediend.
4.12.
De conclusie is dat [eiser] per ommegaande weer zal moeten worden toegelaten tot al zijn oude werkzaamheden en informatie (vordering I en III) en dat de KNRB conform artikel 7 lid 8 cao Sport aan allen die zij op de hoogte heeft gebracht van de schorsing schriftelijk moet laten weten dat de schorsing ongegrond is geweest (vordering II). De vorderingen tot afgifte van bepaalde documenten (IV en V) zullen worden afgewezen, omdat [eiser] na toewijzing van de eerste drie vorderingen daarbij onvoldoende belang heeft. De zesde vordering, een verbod om uitlatingen te doen over [eiser] , zal ook worden afgewezen, nu niet is gebleken dat de KNRB eerder officiële uitlatingen over [eiser] of de schorsing heeft gedaan, of dat van plan is. Ook de zevende vordering, een verbod om vervolgonderzoek door [naam onderzoeksbureau] te laten doen, zal worden afgewezen, nu de KNRB ter zitting heeft toegezegd dat zij dit onderzoek niet door [naam onderzoeksbureau] zal laten uitvoeren.
4.13.
De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd en gematigd zoals hierna is vermeld.
4.14.
Op de kosten van bijstand als bedoeld in artikel 7 lid 7 van de cao zal een voorschot van € 5.000,00 worden toegewezen.
4.15.
De KNRB zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat 1.016,00
Totaal € 1.455,03
4.16.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt de KNRB de schorsing van [eiser] met onmiddellijke ingang op te heffen en [eiser] zonder enige belemmering toe te laten tot al zijn werkzaamheden, waaronder maar niet beperkt tot al zijn taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en overlegstructuren,
5.2.
gelast de KNRB om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de leden, medewerkers, topatleten en relaties van de KNRB die zij op de hoogte heeft gebracht van de schorsing, schriftelijk in kennis te stellen van het feit dat de KNRB [eiser] op 8 april 2022 op onterechte gronden heeft geschorst,
5.3.
gelast de KNRB om [eiser] onverkort toegang te verschaffen tot alle gebouwen en terreinen en tot de IT-omgeving van de KNRB alsmede tot alle bestanden, mails, apps, en alle andere informatie, schriftelijk, audiovisueel, digitaal of in welke andere vorm of wijze dan ook waar hij uit hoofde van zijn functie toegang toe had of had behoren te hebben,
5.4.
veroordeelt de KNRB om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000,- voor iedere dag dat niet aan de veroordelingen onder 5.1, 5.2 en/of 5.3 wordt voldaan, met een maximum van € 100.000,-,
5.5.
veroordeelt de KNRB tot betaling van € 5.000,00 als voorschot op de kosten van bijstand als bedoeld in artikel 7 lid 7 van de cao,
5.6.
veroordeelt de KNRB in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 1.455,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
veroordeelt de KNRB in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,- voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2022.1