RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/165877-21
Datum uitspraak: 5 januari 2022
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in het [naam Justitieel Complex] te [plaats] .
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
in de periode van 15 maart 2021 tot met 24 juni 2021
1. het medeplegen van (gewoonte)witwassen van geldbedragen en twee horloges;
2. het medeplegen van het handelen in en/of het aanwezig hebben van een hoeveelheid cocaïne van in totaal ongeveer 101 kilogram.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.
6 De bewezenverklaring
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte
1.
in of omstreeks de periode van 15 maart 2021 tot en met 24 juni 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en zijn mededader(s) telkens een of meer voorwerpen, te weten:
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 500.000,- euro, op 5 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 500.000,- euro, op 6 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 465.277,- euro, op 24 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal ongeveer 500.000,- euro, althans 499.600,- euro, op 25 mei 2021) en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 31.500,- euro, op 25 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 96.425,- euro, op 26 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 467.030,- euro, op 26 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 621.500,- euro, althans 621.000,- euro, op 26 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 500.000,- euro, in elk geval enig geldbedrag op 29 mei 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 113.000,- euro, op 15 juni 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 76.260,- euro, op of omstreeks 22 juni 2021 en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 73.000,- euro, in elk geval enig geldbedrag op 24 juni 2021) en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 160.000,- euro, op 24 juni 2021 in de Mini Country met kenteken [kenteken] en
- een contant geldbedrag, te weten in totaal 5.350,- euro, in zijn woning [verdachte] en
- twee Rolex horloges, te weten een Rolex, type GMT-Master II Oyster Perpetual ( [nummer] ) en een Rolex, type Oyster Perpetual ( [nummer] ),
verworven en voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) wisten dat bovenomschreven voorwerpen/geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - geheel of gedeeltelijk (mede) afkomstig waren uit enig misdrijf.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van gewoontewitwassen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 12 (twaalf) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 25.000,- (vijfentwintigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 160 (honderdzestig) dagen.
Verklaart verbeurd: de nummers 3 tot en met 9, zoals vermeld op de beslaglijst, bijlage 2.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.P. Bleeker voorzitter,
mrs. J. Knol en M. Smit, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Verkaik, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 januari 2022.