Internationale zaak over onrechtmatige publicaties op een Russische website. Verstek verleen, Nederlandse rechter is bevoegd en Nederlands recht van toepassing. Vorderingen toegewezen.
zaaknummer / rolnummer: C/13/696100 / KG ZA 21-36 MDvH/MV
Vonnis in kort geding van 9 maart 2021
in de zaak van
1. de stichting
STICHTING BELLINGCAT,
gevestigd te Amsterdam,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 18 januari 2021,
advocaten mr. J.A. Schaap en mr. J. Klopper te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar Russisch recht
OOO FAN,
gevestigd te Sint-Petersburg (Rusland),
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook Bellingcat, [eiser 2] en FAN worden genoemd.
1 De procedure
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 23 februari 2021 hebben Bellingcat en [eiser 2] de dagvaarding toegelicht. Zij hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Bij de mondelinge behandeling waren [eiser 2] , mr. Schaap en mr. Klopper aanwezig. FAN is niet verschenen. Vonnis is bepaald op 9 maart 2021.
2 De beoordeling
bevoegdheid
2.1.
De vorderingen van Bellingcat en [eiser 2] hebben betrekking op een verbintenis uit onrechtmatige daad, in die zin dat zij onder meer strekken tot verkrijging van een rechterlijk bevel ter beëindiging van een schade brengend feit, dat zich in Nederland voordoet. De (beweerd) onrechtmatige publicaties zijn wereldwijd via internet toegankelijk en dus doet het schade brengende feit zich (mede) voor in Nederland. Nu het centrum van de belangen van Bellingcat en [eiser 2] zich in Nederland bevindt is de Nederlandse rechter op grond van artikel 6 aanhef en sub e Rv bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam is op grond van artikel 102 Rv relatief bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen. Voor de uitleg van artikel 6 aanhef en sub e Rv wordt verwezen naar het arrest van Hof van Justitie van de EU (HvJEU 25 november 2011, ECLI:EU:C:2011:685 in de zaak eDate Advertising GMBH en Martinez) en naar het arrest van het Gerechtshof Den Bosch van 25 oktober 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:3904).
verstek
2.2.
FAN is gevestigd te Sint Petersburg (Rusland) en volgens de vereisten van het Haags Betekeningsverdrag op 18 januari 2021 openbaar gedagvaard op de voet van artikel 55 lid 1 Rv. De voorzieningenrechter kan in spoedeisende gevallen in kort geding verstek verlenen tegen een in het buitenland gevestigde gedaagde wanneer nog niet is gebleken dat de betekeningsvoorschriften in acht zijn genomen, indien zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft gehad verweer te voeren. De advocaten van Bellingcat en [eiser 2] hebben in dit verband gesteld dat zij FAN op 24 december 2020 een sommatiebrief hebben gestuurd (per e-mail naar het op de website van FAN vermelde e-mailadres info@riafan.ru) en per aangetekende post, met daarbij gevoegd de in het Russisch vertaalde conceptdagvaarding. Op 19 januari 2021 heeft de deurwaarder een afschrift van de dagvaarding (eveneens in een Russische vertaling) per aangetekende post en per UPS koerier verzonden naar het adres van FAN in Rusland, alsmede per e-mail, naar het op de website van FAN vermelde e-mailadres info@riafan.ru. Een bewijs dat de aangetekende zending op 12 februari 2021 bij FAN is bezorgd is in het geding gebracht. Ook zijn op 5 februari 2021 de producties per aangetekende post, UPS koerier en per e-mail verzonden. Een bewijs dat de UPS-zending met producties op 16 februari 2021 is afgeleverd is in het geding gebracht. Bij e-mail van 15 februari 2021 van de advocaat van Bellingcat en [eiser 2] is FAN geïnformeerd over het tijdstip van de kortgedingzitting. Op 16 februari 2021 zijn alle producties (nogmaals) per e-mail aan FAN verzonden. Al met al is hiermee – tegen de achtergrond van het spoedeisende karakter van de vorderingen – voldoende gewaarborgd dat FAN op de hoogte is van de inhoud van de dagvaarding en dat zij de mogelijkheid heeft gehad om verweer te voeren. Tegen FAN zal dan ook verstek worden verleend. Zie het arrest van de Hoge Raad van 14 december 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BB7192).
Nederlands recht
2.3.
Op de vordering uit onrechtmatige daad van Bellingcat en [eiser 2] is gezien het bepaalde in artikel 10:159 BW en artikel 4 lid 1 van de Rome II- Verordening (EG nr. 864/2007) Nederlands recht van toepassing. De plaats “waar de schade zich voordoet” uit artikel 4 lid 1 Rome II-Vo als bepalend voor het toepasselijke recht wordt op dezelfde wijze uitgelegd als in het hierboven genoemde arrest inzake eDate Advertsising GMBH en Martinez. Waar Bellingcat en [eiser 2] onweersproken het centrum van hun belangen in Nederland hebben, leidt dit tot toepasselijkheid van Nederlands recht. Zie het arrest van de Hoge Raad van 3 juni 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1054).
de vordering
2.4.
De vordering komt erop neer dat FAN vijf artikelen, gepubliceerd op haar website riafan.ru, in het geding gebracht als productie 11 en omschreven onder punt 11 van de dagvaarding (hierna: de FAN Publicaties), van haar website dient te verwijderen omdat de inhoud daarvan onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW jegens Bellingcat en [eiser 2] , en dat FAN op de voet van artikel 6:167 BW op haar website een rectificatie – naar de voorzieningenrechter aanneemt in de Russische taal – dient te plaatsen.
Deze artikelen zijn te vinden via de volgende URL’s: https://riafan.ru/1290640-bellingcat-gotovit-novuyu-antirossiiskuyu-provokaciyu-svyazannuyu-s-federalnym-agentstvom-novostei
Bellincat en [eiser 2] stellen dat de FAN publicaties valse beschuldigingen aan hun adres bevatten en wijzen daartoe op het volgende:
(i) [eiser 2] heeft de berichten die zijn opgenomen in de publicatie van 3 juli 2020 nooit verzonden. Op dat moment was hij niet betrokken bij het onderzoek naar Prigozhin (het onderwerp van deze publicatie).
(ii) De achternaam van [eiser 2] is verkeerd gespeld in het cyrillisch. De berichten zouden zijn verstuurd door “ [russische naam] ”, terwijl [eiser 2] in een eerdere publicatie van Bellingcat “ [russische naam] ” had gebruikt.
(iii) De WhatsApp berichten zouden zijn verstuurd van een Belgisch telefoonnummer (+32), terwijl [eiser 2] Nederlander is (+31) en geen Belgisch nummer heeft.
(iv) De stem op de audiofragmenten die onderdeel zijn van de publicatie van 3 juli 2020 die volgens FAN aan een Bellingcat medewerker (niet zijnde [eiser 2] ) zou toebehoren, komt geheel niet overeen met die van enige medewerker van Bellingcat. Voorts zouden de gebruikte voice messages zijn verstuurd vanaf hetzelfde Belgische telefoonnummer dat is gebruikt voor de berichten die aan [eiser 2] worden toegeschreven.
2.6.
Gezien deze aanwijzingen staat voorshands vast dat de artikelen van FAN onrechtmatig zijn, zodat de vorderingen in kort geding toewijsbaar zijn. Bellingcat en [eiser 2] hebben hierbij een spoedeisend belang, onder meer omdat de onjuiste beschuldigingen aan hun adres worden overgenomen op andere websites en op social media.
2.7.
FAN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bellingcat en [eiser 2] worden begroot op:
- betekening oproeping € 85,81
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat 656,00
Totaal € 1.408,81
3 De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen FAN,
3.2.
gebiedt FAN binnen 24 uur na betekening van dit vonnis van haar website rafian.ru te verwijderen en verwijderd te houden de FAN publicaties, in het geding gebracht als productie 11 en omschreven onder punt 11 van de dagvaarding, die beschikbaar zijn via de volgende URL’s: https://riafan.ru/1290640-bellingcat-gotovit-novuyu-antirossiiskuyu-provokaciyu-svyazannuyu-s-federalnym-agentstvom-novostei
gebiedt FAN binnen 48 uur na betekening van dit vonnis op haar website rafian.ru het volgende bericht te plaatsen, in de Russische taal, en daar gedurende zes (6) maanden geplaatst te houden, waarbij lettertype en lettergrootte van de kop en van de tekst hetzelfde zijn als die van de onder 3.2 genoemde publicaties, zonder weglatingen, aanvullingen of commentaar en zonder de mogelijkheid daarbij reacties te plaatsten:
“Op 3 juli, 4 juli, 14 augustus en 20 augustus 2020 hebben wij op deze website geschreven dat Bellingcat en de aan Bellingcat verbonden journalist [eiser 2] geprobeerd hebben medewerkers van onze organisatie om te kopen. Ook zouden onze medewerkers door hen zijn bedreigd. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 9 maart 2021 geoordeeld dat deze beschuldigingen geen steun vonden in de feiten en derhalve onrechtmatig waren. Wij hadden niet tot publicatie van deze artikelen over mogen gaan.
De redactie van FAN.”
3.4.
veroordeelt FAN om aan Bellingcat en [eiser 2] een dwangsom te betalen van € 25.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.2 of in 3.3 uitgesproken veroordeling voldoen, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
3.5.
veroordeelt FAN in de proceskosten, aan de zijde van Bellingcat en [eiser 2] tot op heden begroot op € 1.408,81,
3.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2021.1