2 Tenlastelegging
Aan verdachte is – kort samengevat – tenlastegelegd dat hij zich in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 heeft schuldig gemaakt aan
1. oplichting van International Card Services B.V. (hierna ICS) door het wijzigen van de accounts van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en vervolgens met die gegevens creditcards aan te maken en te laten verzenden;
2. oplichting van ICS door in het personeelsbestand van ICS te laten opnemen dat hij woonachtig is in Breda en reiskosten voor dit traject heeft gedeclareerd terwijl hij in [woonplaats] zou verblijven;
3. misbruik van de identificerende persoonsgegevens van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;
4. valsheid in geschrift door creditcards en/of pincodes ten name van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] valselijk op te maken met het oogmerk om deze te gebruiken en/of door deze creditcards en pincodes te gebruiken;
5. diefstal van ICS van geldbedragen van in totaal € 15.000,- door middel van een valse sleutel, te weten één of meer creditcards op naam van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] .
De precieze tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.
4 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, ICS (vestiging Wisselwerking) heeft bewogen tot de afgifte van vijf creditcards ten name van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid gegevens van de accounts van die van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (welke voorkwamen in het systeem van ICS) gewijzigd (waaronder e-mailadres en adres) en vervolgens met die gegevens een nieuwe creditcard aangemaakt en die nieuwe creditcards naar een nieuw adres laten verzenden waardoor ICS werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
ten aanzien van feit 3:
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] heeft gebruikt met het oogmerk om de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan, immers heeft hij, verdachte, gegevens van de accounts van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] gewijzigd en met die nieuwe gegevens nieuwe creditcards aangemaakt en aangevraagd en pincodes voor die nieuwe creditcards aangevraagd en die nieuwe creditcards en pincodes naar een nieuw adres laten verzenden en van die nieuwe creditcards de gestorte tegoeden gepind;
ten aanzien van feit 5:
in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 te Almere en Aalsmeer, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen geldbedragen, toebehorende aan een ander dan aan verdachte, en wel
a. a) in de periode van 18 april 2018 tot en met 19 april 2018 te Almere met een creditcard ten name van [slachtoffer 1] uit een geldautomaat geldbedragen van in totaal 2500 euro heeft gepind en
b) in de periode van 2 juni 2018 tot en met 13 juni 2018 te Almere en Aalsmeer met een creditcard ten name van [slachtoffer 2] uit een geldautomaat geldbedragen van in totaal 5000 euro heeft gepind en
c) in de periode van 28 juli 2018 tot en met 30 juli 2018 te Almere met een creditcard ten name van [slachtoffer 3] uit een geldautomaat geldbedragen van in totaal 5000 euro heeft gepind,
waarbij verdachte telkens de weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een of meer creditcards ten name van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
hij in de periode van 18 december 2018 tot en met 19 december 2018 te Almere tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen het hierna te noemen geldbedrag, toebehorende aan een ander dan aan verdachte, en wel
d) in de periode van 18 december 2018 tot en met 19 december 2018 te Almere met een creditcard ten name van [slachtoffer 4] uit een geldautomaat geldbedragen van in totaal 2500 euro hebben gepind
waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een creditcard ten name van [slachtoffer 4] tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en zijn mededader niet gerechtigd waren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
9 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 en 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 3 en 5 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te misbruiken, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 5:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 90 dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 87 dagen, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 140 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 70 dagen.
De tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. Veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd van twee jaar bij Tactus Reclassering [adres] melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
2. Veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd onder behandeling stellen van Forensisch Amethist, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische welzijn, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Een klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter al de reclassering nodig vindt.
3. Veroordeelde moet gedurende de proeftijd meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
- drie sleutels (5681125);
- zaktelefoon HTC (5681124);
- zaktelefoon Huawei (5681530);
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- geldbedrag van € 1.900,- (5681121);
- creditcard ABN AMRO (5681203);
- twee poststukken (5681206);
- brief (5681215)
- pas (5681130)
- creditcard op naam van [slachtoffer 5] (5681216).
Wijst de vordering van de benadeelde partij International Card Services B.V. toe tot een bedrag van € 24.590,00 (vierentwintigduizend vijfhonderdnegentig euro), bestaande uit materiële schade.
Veroordeelt verdachte aan International Card Services B.V. voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter,
mrs. M.C. Eggink en J.H. Beestman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Leenstra, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 september 2019.