vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/655976 / KG ZA 18-1119 MvW/BB
Vonnis in kort geding van 29 november 2018
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUTCH BRAND HOUSE INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Baarn,
eiseres bij gelijkluidende dagvaardingen van 24 oktober 2018,
advocaat mr. L. van Leeuwen te Haarlem,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADIDAS INTERNATIONAL TRADING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de vennootschap naar Duits recht,
ADIDAS AG,
gevestigd te Herzogenaurach (Duitsland),
gedaagden,
advocaat mr. G.S.P. Vos te Amsterdam.
Eiseres zal hierna DBHI worden genoemd en gedaagden zullen hierna gezamenlijk als Adidas en ieder afzonderlijk als Adidas B.V. en Adidas AG worden aangeduid.
1 De procedure
Ter zitting van 15 november 2018 heeft DBHI gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Adidas heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van DBHI: [naam 1] (en zijn zoon [naam 2] ) met mr. Van Leeuwen en mr. J.E. Mascini;
aan de zijde van Adidas: [naam 3] (bedrijfsjurist) met mr. Vos en mr. I.M. Naves.
2 De feiten
2.1.
Huis & Haard Holding B.V. (hierna: Huis & Haard) is merkhouder van de volgende woord- en beeldmerken met de aanduiding ‘Falcon’.
I. Het internationaal beeldmerk geregistreerd op 5 juli 1993 onder nummer 60521 voor klasse 18 (kort gezegd: lederen en kunstlederen producten), klasse 25 (kleding, schoenen en hoofddeksels) en klasse 28 (kort gezegd: sportartikelen).
In de registratie is voor zover hier relevant het volgende opgenomen:
‘Delete from list:
25 Footwear.’
Voor hetzelfde beeldmerk bestond ook een Benelux-registratie van 1 september 1993, waarin schoeisel wel in de specificatie was opgenomen. Dit beeldmerk staat inmiddels als vervallen geregistreerd.
II. Het Benelux beeldmerk geregistreerd op 1 december 1972 onder nummer 43303 voor klasse 25 (Regenkleding):
III. Het Benelux woordmerk ‘Falcon’ geregistreerd op 13 juni 1990 onder nummer 475047 voor klasse 18 (kort gezegd: lederen en kunstlederen producten), klasse 25 (kleding, hoofddeksels) en klasse 28 (kort gezegd: sportartikelen).
IV. Het Benelux beeldmerk geregistreerd op 1 januari 2004 onder nummer 738123 voor klasse 18 (kort gezegd: lederen en kunstlederen producten), klasse 25 (kleding, hoofddeksels) en klasse 28 (kort gezegd: sportartikelen):
V. Het Benelux beeldmerk geregistreerd op 1 september 2003 onder nummer 730097 voor klasse 18 (kort gezegd: lederen en kunstlederen producten), klasse 25 (kleding, hoofddeksels) en klasse 28 (kort gezegd: sportartikelen):
VI. Het Benelux woordmerk ‘Falcon Sportswear’ geregistreerd op 24 november 2005 onder nummer 779266 voor klasse 18 (kort gezegd: lederen en kunstlederen producten), klasse 25 (kleding, hoofddeksels) en klasse 28 (kort gezegd: sportartikelen).
2.2.
DBHI heeft in 2013 met Huis & Haard een licentieovereenkomst gesloten, op basis waarvan DBHI tegen een vergoeding de intellectuele eigendomsrechten van Huis & Haard mag gebruiken voor de productie en verkoop van haar producten. In deze licentieovereenkomst is onder artikel 5.4 het volgende overeengekomen:
‘Licentienemer zal naar eigen goeddunken en op eigen initiatief maatregelen nemen om de Intellectuele Eigendomsrechten te beschermen tegen directe en indirecte inbreuken door of claims van derden. Indien Licentienemer besluit gerechtelijke of andere, passende stappen te nemen om de Intellectuele Eigendomsrechten te beschermen en te handhaven zal de Licentiegever daaraan haar volledige medewerking verlenen en alle door Licentienemer gewenste bijstand verlenen. De kosten van dergelijke gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures zijn voor rekening van Licentienemer.’
2.3.
DBHI is een in 2013 opgerichte onderneming die in de Kamer van Koophandel staat ingeschreven als een groothandel in textiel. Op haar website presenteert DBHI zich als volgt:
‘Falcon was founded in 1929 in Amsterdam. Ever since Falcon is innovating and developing apparel for everyday use. (…) PS: It’s all about protection’
Op de website www.falconshop.nl van DBHI is over haar falconproducten onder meer het volgende opgenomen:
‘Falcon is een Nederlands outdoor kledingmerk dat al sinds 1929 bestaat. De kleding van Falcon beschermt uitstekend tegen weer en wind en overige omstandigheden het hele jaar door. Alle jassen en broeken worden gemaakt op basis van vele jaren ervaring. Falcon is daarom geschikt voor de mensen die graag outdoor activiteiten verrichten en graag op skivakanties gaan en modieus voor de dag willen komen.’
2.4.
Adidas B.V. exploiteert verschillende websites in Europa waarop door verschillende Adidas entiteiten (sport)kleding, schoenen en aanverwante artikelen worden aangeboden onder het merk ‘Adidas’. Adidas AG is de moedermaatschappij van de Adidas Group, waaronder onder meer Adidas B.V. valt.
2.5.
Adidas heeft vanaf 1997 met regelmaat in de Benelux gebruik gemaakt van de aanduiding Falcon voor een aantal van haar schoenen.
2.6.
In september 2018 heeft Adidas een kleding- en schoenenlijn gelanceerd onder de aanduiding Falcon.
2.7.
Bij brief van 27 september 2018 heeft DBHI Adidas gesommeerd, kort gezegd, om haar inbreuk op de aan DBHI toekomende merkrechten te staken en gestaakt te houden.
Adidas heeft hierop laten weten de verhandeling van kleding onder de aanduiding Falcon in Europa te hebben gestaakt en gestaakt te zullen houden. Ten aanzien van de schoenen die Adidas onder de aanduiding Falcon op de markt aanbiedt heeft Adidas de inbreuk betwist en iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen.
4 De beoordeling
4.1.
Nu Adidas B.V. gevestigd is in Amsterdam heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel 4.6 lid 1 Benelux-verdrag Intellectuele Eigendom (BVIE) rechtsmacht ten aanzien van de vorderingen betreffende de Beneluxmerken. De voorzieningenrechter van deze rechtbank is op grond van datzelfde artikel en artikel 7 Rv ook relatief bevoegd om van die vorderingen kennis te nemen, omdat Adidas B.V. is gevestigd in Amsterdam en de vorderingen tegen Adidas B.V. en Adidas AG zodanig samenhangen dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
4.2.
Adidas heeft primair aangevoerd dat DBHI niet de bevoegdheid heeft om Adidas in rechte te betrekken omdat dat volgens haar alleen kan met een procesvolmacht in de vorm van een lastgeving die hier ontbreekt.
Dit verweer wordt verworpen. DBHI is licentienemer van verschillende door Huis & Haard gehouden Benelux woord- en beeldmerken ‘Falcon’, zoals weergegeven onder 2.1. In artikel 5.4. van de tussen DBHI en Huis & Haard gesloten licentieovereenkomst (weergegeven onder 2.2) is door Huis & Haard aan DBHI de bevoegdheid gegeven om zelfstandig in rechte op te treden tegen inbreuken en om de merkrechten te beschermen en te handhaven. Niet valt in te zien waarom DBHI met deze volmacht niet op eigen naam kan optreden tegen de gestelde merkinbreuk (vgl. gerechtshof Amsterdam 12 december 1996, BIE 1998, 354).
4.3.
Adidas heeft verder aangevoerd dat Adidas AG ten onrechte is gedagvaard omdat Adidas AG niet is betrokken bij de verhandeling van de vermeende inbreukmakende producten in de Benelux. Ook dit verweer slaagt niet.
DBHI heeft er in dit verband terecht op gewezen dat via de website adidas.lu Adidas artikelen die onder het teken Falcon worden aangeboden, gekocht kunnen worden bij Adidas AG. De website adidas.lu is op de Luxemburgse markt gericht en degene die via deze website een aankoop doet, koopt van Adidas AG. De conclusie is dan ook dat Adidas AG de kleding/schoenen in de Benelux heeft verhandeld/verhandelt.
4.4.
Ter beoordeling is of de kleding- en schoenenlijn van Adidas die in september 2018 is gelanceerd inbreuk maakt op de merkrechten die DBHI als licentiehouder wenst te beschermen. Dit zijn, naar de voorzieningenrechter begrijpt, het Benelux woordmerk Falcon zoals weergegeven onder 2.1. sub III en het Benelux beeldmerk zoals weergegeven onder 2.1. sub V. Deze merken zijn (ook) geregistreerd voor kleding en sportartikelen maar niet specifiek voor schoenen.
4.5.
DBHI heeft gesteld dat Adidas met haar kleding uit de gelanceerde Falcon-lijn inbreuk maakt in de zin van artikel 2.20 lid 1 onder a BVIE en dat zij met haar schoenen uit de gelanceerde Falcon-lijn inbreuk maakt in de zin van artikel 2.20 lid 1 onder b BVIE.
4.6.
Voor een inbreuk als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 onder a BVIE is vereist dat merk en teken gelijk zijn en in het economisch verkeer gebruikt wordt voor dezelfde waren of diensten. Nu het teken Falcon van Adidas gelijk is aan het woordmerk Falcon en in het economisch verkeer gebruikt wordt voor dezelfde waren (kleding) maakt Adidas met de kleding uit de Falcon-lijn inbreuk op dit woordmerk. Het beeldmerk zoals weergegeven onder 2.1. sub V wijkt echter zodanig af van het door Adidas gebruikte teken Falcon dat de hier bedoelde inbreuk er niet is.
Adidas is na de sommatie van DBHI gestopt met de handel in de Falcon-kleding in de Benelux en heeft toegezegd dit ook zo te houden.
4.7.
Voor inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE moet het gaan om een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk en in het economisch verkeer gebruikt wordt voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten. Verder moet er sprake zijn van verwarringsgevaar, inhoudende het gevaar van associatie met het merk. Ook voor de schoenen uit de Falcon-lijn van Adidas geldt dat het teken Falcon gelijk is aan het woordmerk Falcon. Het door Adidas gebruikte teken Falcon is echter niet gelijk aan het beeldmerk zoals genoemd onder 2.1. sub V. Het stemt, gelet op de karakteristieke valkenkop in het beeldmerk dat ontbreekt in het door Adidas gebruikte teken, ook niet overeen.
De vraag ten aanzien van het woordmerk is vervolgens of hier sprake is van soortgelijke waren. Adidas heeft dit betwist en heeft daartoe aangevoerd dat de uitsluitend functionele outdoor- en skikleding van DBHI in een geheel andere categorie waren valt dan de modieuze sneakers van Adidas.
4.8.
Bij de beoordeling van de soortgelijkheid van de betrokken waren moet rekening worden gehouden met alle relevante factoren die de verhouding tussen de waren kenmerken, zoals onder meer hun aard, bestemming en gebruik, maar ook het concurrerende dan wel complementaire karakter van de waren (HvJEG 29 september 1998, C-39/97 ( [partij] / [partij] )).
Kleding en schoenen zijn van identieke of zeer vergelijkbare aard en worden beide gebruikt om het menselijk lichaam te bedekken en te beschermen tegen het weer. Daar komt bij dat kleding en schoenen in de jurisprudentie worden beoordeeld als verwant op commercieel gebied en dikwijls worden verkocht in dezelfde winkels (HvB Brussel 12 oktober 2001, I.R.D.I. 2002, 206 (B.S.A./B.D.)).
Gelet hierop worden de schoenen van Adidas als soortgelijk beschouwd aan de kleding waarvoor DBHI bescherming geniet. Dat het hier uitsluitend om outdoor- en skikleding (van DBHI) en modieuze sneakers (van Adidas) gaat, zoals Adidas heeft aangevoerd, doet hieraan niet af. De sneakers van Adidas blijven, hoe modieus ook, (sport)schoenen die verwant zijn aan de kleding waarvoor DBHI bescherming heeft. DBHI heeft in dit verband gemotiveerd weersproken dat zij de Falcon-merken uitsluitend voor outdoor- en skikleding gebruikt. Dit valt ook niet op te maken uit de wijze waarop DBHI zich op haar websites presenteert (zie 2.3). Daaruit volgt eerder dat DBHI haar kleding door de jaren heeft ontwikkeld van overwegend skikleding naar (sport)kleding voor ‘everyday use’. Voldoende aannemelijk is dan ook dat de kleding van DBHI en de schoenen van Adidas (die eveneens (sport)kleding en schoenen voor ‘everyday use’ verkoopt) in dezelfde categorie vallen. Dit wordt ook ondersteund door de omstandigheid dat DBHI en Adidas voor de verkoop van hun waren (deels) dezelfde distributiekanalen gebruiken.
4.9.
Voor inbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE is verder vereist dat er sprake is van verwarringsgevaar, inhoudende het gevaar van associatie met het merk. Het verwarringsgevaar is een ruim begrip. Niet alleen is er gevaar voor verwarring als het merk en het teken zelf door elkaar kunnen worden gehaald (directe verwarring) maar ook als de indruk wordt gewekt dat er enig verband bestaat tussen het merk en het teken, bijvoorbeeld doordat de ondernemingen die de waren produceren dezelfde zijn of met elkaar een band hebben (indirecte verwarring).
Het verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het geval, zoals de overeenstemming tussen merk en teken, de onderscheidende kracht van het merk, de bekendheid van het merk van eiser en het merk van gedaagde en de soortgelijkheid van de waren.
4.10.
Zoals hiervoor reeds is overwogen zijn het woordmerk en teken Falcon identiek en worden ze door DBHI en Adidas gebruikt voor soortgelijke waren die via deels identieke distributiekanalen worden aangeboden en verkocht. Verder is ter beoordeling van het verwarringsgevaar het volgende van belang.
4.11.
Adidas heeft erkend dat de aanduiding ‘Falcon’ voor kleding onderscheidend vermogen heeft. Zij heeft zich echter op het standpunt gesteld dat het woordmerk Falcon waarop DBHI een beroep doet, is verwaterd doordat derden veelvuldig onder de aanduiding Falcon kleding op de markt hebben gebracht (en nog steeds doen) zonder dat daartegen door DBHI dan wel Huis & Haard is (wordt) opgetreden. Gelet op hetgeen DBHI hierover naar voren heeft gebracht, is verwatering van het merk Falcon niet aannemelijk geworden. Voor verwatering moet het merk zijn verworden tot soortnaam. Daarvan is bij Falcon-kleding geen sprake. Zoals DBHI dat heeft verwoord: ‘je eet hagelslag en je drinkt ranja maar je draagt geen Falcon.’ Verder is niet aannemelijk geworden dat het merk Falcon geen of onvoldoende onderscheidend vermogen meer heeft door het gebruik van derden waartegen door DBHI niet zou zijn opgetreden. DBHI heeft in dit verband laten zien dat er eerder sprake is van incidenteel gebruik van het merk Falcon voor kleding/schoenen door derden, waartegen zij, voor zover het in haar macht lag en voor zover zij het de moeite waard vond, heeft opgetreden.
4.12.
Dat DBHI het merk Falcon mogelijk alleen in Nederland gebruikt, hetgeen zij overigens heeft betwist, maakt niet dat gesproken kan worden van minimaal gebruik door DBHI dat van invloed kan zijn op de beschermingsomvang van haar merk.
4.13.
Voorts is voldoende aannemelijk dat het relevante publiek bij het naast elkaar bestaan van het merk en teken Falcon kunnen denken dat er een economische verbondenheid bestaat tussen DBHI en Adidas. In dit verband heeft DBHI terecht naar voren gebracht dat Adidas veelvuldig gebruik maakt van samenwerkingsverbanden zodat het publiek van een veronderstelde samenwerking tussen DBHI en Adidas ook niet zal opkijken.
4.14.
Nu, gelet op het voorgaande, ook van verwarringsgevaar wordt uitgegaan, wordt voorshands geoordeeld dat Adidas met het gebruik van het teken Falcon voor haar schoenen inbreuk maakt op het woordmerk Falcon als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE.
Het recht om tegen deze inbreuk op te treden is niet verdwenen door eerder (incidenteel) gebruik van het teken Falcon door derden en Adidas. In dit verband is nog relevant dat het gebruik van het teken Falcon voor een enkele schoen of kledingstuk niet te vergelijken is met de lancering wereldwijd door Adidas van een kleding- en schoenenlijn onder de naam Falcon en alleen een schoenenlijn in de Benelux, met bijbehorende reclamecampagne. Dat het teken Falcon niet op de producten zelf is aangebracht, maar uitsluitend staat op ‘hangtags’ en schoenendozen maakt dat niet anders.
4.15.
Gelet op het voorgaande zijn de gevraagde voorzieningen, met inachtneming van het navolgende, toewijsbaar. DBHI heeft er een spoedeisend belang bij dat de inbreuk door Adidas zo spoedig mogelijk eindigt en haar schade als gevolg van deze inbreuk kan worden beperkt en bepaald.
4.16.
Ten aanzien van het gevorderde inbreukverbod (onder I) geldt dat, nu het teken Falcon niet staat op de producten zelf, het Adidas uitsluitend wordt verboden om het teken Falcon voor haar producten te gebruiken. De producten zelf mag zij gewoon blijven produceren en verhandelen maar dan moet zij ze onder een andere naam op de markt brengen.
4.17.
Het aanbieden van kleding onder het teken Falcon is reeds door Adidas gestaakt, zodat dit deel van de vordering zal worden afgewezen. Ondanks de toezegging van Adidas het aanbieden van kleding onder het teken Falcon ook gestaakt te zullen houden, zal dit deel van de vordering zekerheidshalve wel worden toegewezen.
4.18.
Een termijn van veertien dagen na betekening van dit vonnis voor het staken van het gebruik van het teken Falcon wordt redelijk geacht.
4.19.
Ten aanzien van de vordering strekkende tot het terugroepen van het (promotie)materiaal waarop de Falconproducten zijn afgebeeld (onder II) geldt dat deze vordering alleen toewijsbaar is voor zover op het materiaal het teken Falcon staat en niet als er alleen de kleding en/of schoenen op afgebeeld staan.
Omdat in geschil is welk promotiemateriaal Adidas gebruikt, wordt ter vermijding van executiegeschillen aan deze veroordeling geen dwangsom verbonden. Adidas moet dus wel het materiaal waarvan in redelijkheid niet te ontkennen valt dat het Falcon promotiemateriaal is, verwijderen. Hiervoor wordt een termijn van 28 dagen na betekening van het vonnis redelijk geacht.
4.20.
De vordering strekkende tot vernietiging van het (promotie)materiaal is eveneens zonder dwangsom toewijsbaar, met dien verstande dat Adidas niet tot vernietiging hoeft over te gaan als het materiaal buiten de Benelux kan worden gebruikt. De termijn voor vernietiging van het materiaal wordt gesteld op 14 dagen nadat de termijn voor terugroeping is verlopen.
4.21.
De onder III gevorderde rectificatie behoeft uitsluitend op adidas.nl te worden geplaatst. Bij plaatsing op overige websites en het Facebookaccount van Adidas heeft DBHI onvoldoende belang, nu niet aannemelijk is geworden dat DBHI op noemenswaardige schaal haar kleding buiten Nederland verkoopt. Plaatsing op andere media is als te ongericht en onbepaald niet toewijsbaar. De rectificatietekst zal in die zin worden aangepast dat het hier om een voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gaat.
4.22.
De gevorderde opgave van professionele afnemers (gevorderd onder IV) is op na te melden wijze eveneens toewijsbaar. Het gaat hier immers om een bepaalde kleding- en schoenenlijn, dus voor Adidas moet voldoende duidelijk zijn aan welke afnemers (in de Benelux) de producten die onder de naam Falcon worden verhandeld zijn geleverd. Bovendien heeft DBHI er een (spoedeisend) belang bij om na te kunnen gaan of de producten niet meer worden aangeboden en een schadeberekening te kunnen maken ter begroting van haar schadevordering in een bodemprocedure.
4.23.
De aan de veroordelingen te verbinden dwangsommen zullen worden beperkt en gemaximeerd.
4.24.
Adidas zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. DBHI heeft, aangezien het hier om een intellectueel eigendomsrecht gaat, met een beroep op artikel 1019h Rv om de werkelijke proceskosten gevraagd. Zij heeft daarbij de advocaatkosten begroot op € 16.994,45.
De voorzieningenrechter kwalificeert deze zaak als een gewoon IE-kort geding waarvoor in het indicatietarief IE-zaken een bedrag van € 15.000,00 als redelijk en evenredig is begroot en zal dan ook van dit bedrag uitgaan. De kosten aan de zijde van DBHI worden derhalve begroot op:
- dagvaarding € 185,90
- griffierecht 626,00
- salaris advocaat 15.000,00
Totaal € 15.811,90.
4.25.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Adidas om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis elke inbreuk in de Benelux op het onder 2.1 sub III vermelde woordmerk Falcon, waaronder begrepen het aanbieden, verkopen, leveren of anderszins verhandelen van schoenen en kleding waarbij gebruik wordt gemaakt van het teken Falcon te staken en gestaakt te houden (ten aanzien van de schoenen) en gestaakt te houden (ten aanzien van de kleding),
5.2.
veroordeelt Adidas om binnen 28 dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot de terugroeping uit het handelsverkeer van al het promotiemateriaal in de Benelux waarop (ook) het teken Falcon staat en om binnen 14 dagen nadat de termijn voor de terugroeping is verlopen over te gaan tot vernietiging van het teruggeroepen promotiemateriaal, voor zover het materiaal buiten de Benelux niet kan worden gebruikt, waarbij de terugroeping en vernietiging op kosten van Adidas plaatsvindt en de vernietiging plaatsvindt in het bijzijn van een deurwaarder die hiervan proces-verbaal opmaakt en welk proces-verbaal binnen zeven dagen na de vernietiging wordt toegezonden aan de advocaat van DBHI,
5.3.
veroordeelt Adidas om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis en gedurende drie weken na plaatsing daarvan op de homepage van de website www.adidas.nl een rectificatie te plaatsen met de volgende inhoud, zonder verwijderingen en/of toevoegingen en/of commentaren en/of begeleidende teksten, in een leesbaar lettertype en in normale grootte:
‘The Amsterdam District Court has sentenced Adidas by judgement of 29 November 2018 to inform you of the following. Since its release in the autumn of 2018, we have offered and sold clothing and footwear under the name ‘FALCON’. The Amsterdam District Court has provisionally ruled that the products offered and delivered by us infringe the trademark rights of Dutch Brand House International B.V., since Dutch Brand House International B.V. has been offering for sale and sells clothing under the trademark (brand) ‘FALCON’ existing since 1929.’
5.4.
veroordeelt Adidas om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis voor haar rekening de advocaat van DBHI schriftelijk en gedetailleerd opgave te doen van de volledige contactgegevens van de professionele afnemers van de kleding en schoenen die onder de naam Falcon in de Benelux zijn aangeboden, ter staving daarvan vergezeld door kopieën van alle relevante documenten (facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, (elektronische) correspondentie, voorraadadministratie en andere bewijsstukken),
5.5.
veroordeelt Adidas om aan DBHI een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere overtreding van de veroordeling onder 5.1. en van € 1.000,- voor iedere dag dat de overtreding van de veroordelingen onder 5.3. en 5.4. voortduurt, tot een maximum van (totaal) € 50.000,= is bereikt,
5.6.
veroordeelt Adidas B.V. en Adidas AG hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van DBHI begroot op € 15.811,90, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.7.
veroordeelt Adidas B.V. en Adidas AG hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met
€ 68,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.8.
stelt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv vast op zes maanden,
5.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. B.P.W. Busch, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2018.1