2 Tenlastelegging
2.1.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1. hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met heden te Amsterdam en/of Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) geschrift(en), te weten (onder meer)
- -
een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van die [slachtoffer 1] alsmede een (niet-bestaand/foutief) V-nummer [V-nummer] en/of
- -
een advies van de korpschef/politie aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en/of
- -
een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede V-nummer en/of
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 2] alsmede V-nummer [V-nummer] en/of
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 3] alsmede V-nummer [V-nummer] en/of
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 4] alsmede V-nummer [V-nummer] en/of
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 5] alsmede V-nummer [V-nummer] en/of
- ( telkens) zijnde één of meerdere geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk valselijk en/of (telkens) in strijd met de waarheid op genoemd(e) geschrift(en) vermeld of doen vermelden dat dit/deze geschrift(en) betrekking heeft/hebben op (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning van de daarop genoemde persoon en/of het daarop genoemde V-nummer, te weten de bovengenoemde V-nummers, en/of dat dit/deze geschrift(en) afkomstig en/of ontvangen en/of verzonden is/zijn van/door/aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst en/of genoemd(e) geschrift(en) voorzien van een of meer handtekening(en) ter bevestiging van de juistheid van de daarin gedane opgave(n), zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met heden te Amsterdam en/of Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) valselijk opgemaakte en/of vervalste geschrift(en), te weten (onder meer)
- -
een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van die [slachtoffer 1] alsmede een (niet-bestaand/foutief) V-nummer [V-nummer] en/of
- -
een advies van de korpschef/politie aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en/of
- -
een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011
- -
een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede V-nummer [V-nummer] en/of
- ( telkens) zijnde één of meerdere geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig te feit te dienen - bestaande die valsheid/valsheden of vervalsing(en) hierin dat (telkens) in strijd met de waarheid (onder meer) op dat/die geschrift(en) staat vermeld dat deze betrekking heeft/hebben op (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning van de daarop genoemde persoon en/of het daarop genoemde V-nummer, te weten het bovengenoemde V-nummer, en/of dat dit/deze geschrift(en) afkomstig en/of ontvangen en/of verzonden is/zijn van/door/aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst, bestaande dat gebruikmaken hierin (onder meer) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) dat/die geschrift(en) heeft/hebben verstrekt of doen toekomen aan illegale vreemdelingen, waaronder [slachtoffer 1] , teneinde die illegale vreemdelingen en/of [slachtoffer 1] te doen voorkomen dat daadwerkelijk (een) aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning is/zijn gedaan en/of die illegale vreemdeling [slachtoffer 1] te bewegen de/het verschuldigde bedrag(en) te betalen aan hem, verdachte, en/of zijn mededaders, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij (telkens) echt en onvervalst;
2. hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met heden te Amsterdam en/of Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meerdere listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere perso(o)n(en) , te weten (onder meer) [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een of meerdere geldbedrag(en), te weten ten aanzien van die [slachtoffer 1] in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 12.000 euro, althans 8100 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededaders toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- -
die [slachtoffer 1] doen voorkomen dat hij, al dan niet in zijn hoedanigheid als gemeenteambtenaar te Amsterdam, en/of zijn mededaders tegen betaling van een of meerdere geldbedrag(en), te weten in totaal (ongeveer) 12.000 euro per verblijfsvergunning, (een) verblijfsvergunning(en) kon/konden regelen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders daartoe feitelijk niet in staat was/waren en/of
- -
die [slachtoffer 1] ten behoeve van een aanvraag verblijfsvergunning bewogen een aanbetaling van 3000 euro en/of 2500 euro en/of 2600 euro aan verdachte en/of zijn mededaders te doen en/of
- -
aan die [slachtoffer 1] vervolgens een of meerdere (valse en/of vervalste) geschriften/documenten verstrekt, te weten: een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van die [slachtoffer 1] alsmede een niet-bestaand/foutief V-nummer, te weten [V-nummer] , en/of een "bijlage fotokaart" van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede bovengenoemd V-nummer en/of een advies van de korpschef/politie aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en/of een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
hij in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met heden te Amsterdam en/of Almere, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meerdere listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere perso(o)n(en), te weten (onder meer) [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] te bewegen tot de afgifte van een of meerdere geldbedrag(en), per persoon/verblijfsvergunning in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 12.500 euro en/of 12.000 euro en/of 10.000 euro, althans enig geldbedrag in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededaders toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- -
die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] doen voorkomen dat hij, al dan niet in zijn hoedanigheid als gemeenteambtenaar te Amsterdam, en/of zijn mededaders tegen betaling van een of meerdere geldbedrag(en), te weten in totaal (ongeveer) 12.500 euro en/of 12.000 euro en/of 10.000 euro per verblijfsvergunning, (een) verblijfsvergunning(en) kon/konden regelen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders daartoe feitelijk niet in staat was/waren en/of
- -
die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] ten behoeve van een aanvraag/aanvragen verblijfsvergunning bewogen, althans getracht te bewegen een of meerdere (aan)betalingen aan verdachte en/of zijn mededaders te doen en/of
- -
aan die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] een of meerdere (valse en/of vervalste) geschriften/documenten verstrekt, waardoor die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.2.
De rechtbank leest het in eerste gedachtestreepje van het onder 1 als eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde vermelde “die [slachtoffer 1] ” als “ [slachtoffer 1] ” en het in het vierde gedachtestreepje van het onder 1 ten laste gelegde als eerste cumulatief/alternatief vermelde “V-nummer” als “V-nummer [V-nummer] ”, aangezien hier sprake is van kennelijke misslagen. Door de verbetering van deze misslagen wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.
4 Waardering van het bewijs
4.1.1.
De rechtbank stelt aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast. Nadat [slachtoffer 1] , die als illegale vreemdeling in Nederland verbleef, te horen had gekregen dat verdachte bij de gemeente werkte en voor veel geld een verblijfsvergunning voor hem kon regelen, is hij via degene die hem dit had verteld, met verdachte in contact gekomen. Zij hebben vervolgens afgesproken op Stadsdeel Oost in Amsterdam – de werkplek van verdachte – en zij hebben daar in het restaurant met elkaar gesproken. Vervolgens zijn zij naar café het Badhuis gegaan en daar heeft verdachte [slachtoffer 1] aangeboden voor 12.000 euro een verblijfsvergunning voor hem te regelen, hoewel hij dat – zo bleek later – in het geheel niet waar kon maken. Verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] gezegd dat hij een eigen advocaat had die de verblijfsvergunning kon regelen. [slachtoffer 1] heeft toen desgevraagd 3.000 euro aan verdachte (aan)betaald en een week later hiervoor een reçu ontvangen. Daarna heeft [slachtoffer 1] verdachte 2.500 euro betaald, omdat verdachte hem had gezegd dat hij dat bedrag moest geven om samen met een advocaat naar de IND te gaan. Ongeveer drie maanden later belde verdachte naar [slachtoffer 1] dat hij en de advocaat bijna klaar waren met het document dat [slachtoffer 1] moest ondertekenen. Verdachte vroeg hier een bedrag van 2.600 euro voor. Ten slotte heeft verdachte de in de tenlastelegging genoemde documenten die op [slachtoffer 1] betrekking hebben aan [slachtoffer 1] gegeven en heeft [slachtoffer 1] hem de gevraagde 2.600 euro betaald. Bij elke afspraak met verdachte meldde [slachtoffer 1] zich bij de balie van de gemeente (stadsdeelkantoor Oost). Verdachte werd vanuit daar gebeld op zijn werkplek.
4.1.2.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte door een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen bij [slachtoffer 1] een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven waardoor deze is bewogen tot de afgifte van diverse geldbedragen aan verdachte. De verdichtsels bestaan eruit dat verdachte het heeft doen voorkomen dat hij, al dan niet via een derde, in staat zou zijn voor [slachtoffer 1] tegen betaling een verblijfsvergunning te regelen en dat [slachtoffer 1] geld moest betalen om met een advocaat naar de IND te gaan. De listige kunstgrepen bestaan eruit dat verdachte documenten van de IND op zodanige manier heeft gemanipuleerd, dat daardoor de indruk bestond dat deze betrekking hadden op een bij de IND in behandeling zijnde procedure voor een aanvraag van een verblijfsvergunning voor [slachtoffer 1] .
4.1.3.
Verdachte heeft bij deze oplichting gebruik gemaakt van bescheiden die hij heeft vervalst en/of valselijk heeft opgemaakt. Bij hem thuis en op zijn werk zijn nog meer documenten gevonden waarvan is komen vast te staan dat deze vals zijn of valselijk zijn opgemaakt. Mede op grond van (de conclusie van) het vergelijkend handschriftonderzoek door het NFI is boven redelijke twijfel verheven dat verdachte dit heeft gedaan.
4.1.4.
Verdachte heeft ten slotte geprobeerd met hetzelfde verhaal dat hij aan [slachtoffer 1] heeft verteld over het kunnen regelen van een verblijfsvergunning [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] te bewegen hem geld te geven in ruil voor een verblijfsvergunning.
4.2.1.
Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten ter zitting en bij de politie ontkend. Kort samengevat komt zijn verklaring erop neer dat hij wel betrokken was bij het regelen van de verblijfsvergunning van [slachtoffer 1] , maar dat hij alleen als tussenpersoon voor [naam] is opgetreden. Niet hij maar [naam] , die alles regelde, is derhalve schuldig aan de oplichting van [slachtoffer 1] . De raadsman van verdachte heeft bij pleidooi aangevoerd dat het scenario van verdachte niet geheel is uit te sluiten en dat verdachte op grond hiervan dient te worden vrijgesproken.
4.2.2.
De rechtbank is van oordeel dat, hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat [naam] bestaat en dat verdachte zelf mogelijk slachtoffer is geworden van oplichting door deze [naam] , het verre van aannemelijk is dat [naam] ook verantwoordelijk is voor de onderhavige feiten. De versie van verdachte wordt immers in de eerste plaats al weersproken door de omstandigheid dat het handschrift van verdachte terugkomt op een groot aantal van de vervalste documenten. Bovendien spreekt geen van de getuigen over de prominente rol die verdachte aan [naam] toedicht. Dat al de getuigen onderdeel zijn van een complot tegen verdachte, zoals hij ter zitting heeft betoogd, is op geen enkele manier aannemelijk geworden.
4.2.3
Ten aanzien van de ontmoetingen met [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] heeft verdachte verklaard dat deze weliswaar hebben plaatsgevonden, maar dat hierbij slechts is gesproken over de mogelijkheid om een inschrijving op zijn adres te regelen, maar niet over het regelen van een verblijfsvergunning tegen betaling. Deze verklaring van verdachte wordt tegengesproken door de opnamen die van die gesprekken zijn gemaakt. Alhoewel niet alles wat is besproken op die opnamen even goed verstaanbaar is, valt uit de transcriptie van die gesprekken af te leiden dat gesproken werd over het aanvragen van verblijfsvergunningen tegen betaling van aanzienlijke bedragen.
4.2.4.
De rechtbank acht – met de officier van justitie – bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift, het gebruiken van een aantal van die valse/vervalste geschriften en (poging tot) oplichting zoals hierna onder 4.3. staat weergegeven.
4.3.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
1. in of omstreeks de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 24 april 2014 te Amsterdam en/of Almere, meermalen geschriften, te weten
- -
een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van [slachtoffer 1] alsmede een niet-bestaand V-nummer [V-nummer] en
- -
een advies van de korpschef aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en
- -
een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011 en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede V-nummer [V-nummer] en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 2] alsmede V-nummer [V-nummer] en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 3] alsmede V-nummer [V-nummer] en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 4] alsmede V-nummer [V-nummer] en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van [slachtoffer 5] alsmede V-nummer [V-nummer]
– zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid op genoemde geschriften vermeld dat deze geschriften betrekking hebben op aanvragen verblijfsvergunning van de daarop genoemde personen en het daarop genoemde V-nummers, te weten de bovengenoemde V-nummers, en dat deze geschriften afkomstig en/of ontvangen en/of verzonden zijn van/door/aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
in de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 24 april 2014 te Amsterdam, meermalen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften, te weten
- -
een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van die [slachtoffer 1] alsmede een niet-bestaand V-nummer [V-nummer] en
- -
een advies van de korpschef aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en
- -
een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011 en
- -
een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede V-nummer [V-nummer]
– zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig te feit te dienen – bestaande die valsheden of vervalsing(en) hierin dat in strijd met de waarheid op die geschriften staat vermeld dat deze betrekking hebben op een aanvraag verblijfsvergunning van de daarop genoemde persoon en het daarop genoemde V-nummer, te weten het bovengenoemde V-nummer, en dat deze geschriften afkomstig of ontvangen of verzonden zijn van/door/aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, die geschriften heeft verstrekt aan een illegale vreemdeling, te weten [slachtoffer 1] , teneinde die [slachtoffer 1] te doen voorkomen dat daadwerkelijk een aanvraag verblijfsvergunning is gedaan en die illegale vreemdeling [slachtoffer 1] te bewegen het verschuldigde bedrag te betalen aan hem, verdachte, terwijl hij wist dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als ware zij echt en onvervalst;
2. in de periode vanaf 1 januari 2011 tot en met 24 april 2014 te Amsterdam en/of Almere, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van meerdere geldbedragen, te weten in totaal een geldbedrag van 8100 euro, hebbende verdachte, toen aldaar met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- -
die [slachtoffer 1] doen voorkomen dat hij tegen betaling van een of meer geldbedragen, te weten in totaal 12.000 euro per verblijfsvergunning, een verblijfsvergunning kon regelen, terwijl hij, verdachte, daartoe feitelijk niet in staat was en
- -
die [slachtoffer 1] ten behoeve van een aanvraag verblijfsvergunning bewogen een betaling van 3000 euro en 2500 euro en 2600 euro aan verdachte te doen en
- -
aan die [slachtoffer 1] valse of vervalste geschriften/documenten verstrekt, te weten: een brief/advies d.d. 30 oktober 2012 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de Politie Amsterdam-Amstelland met als onderwerp M46 en daarop de naam en geboortedatum van die [slachtoffer 1] alsmede een niet-bestaand V-nummer, te weten [V-nummer] , en een “bijlage fotokaart” van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met daarop de gegevens en een foto van die [slachtoffer 1] alsmede bovengenoemd V-nummer en een advies van de korpschef aan de GBA omtrent de inschrijving van een huwelijk en een met gegevens van die [slachtoffer 1] ingevulde vragenlijst van de Immigratie- en Naturalisatiedienst d.d. 6 september 2011,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
in de periode vanaf 1 januari 2014 tot en met 24 april 2014 te Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, meermalen, met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen, door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer personen, te weten [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] , te bewegen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, per persoon/verblijfsvergunning in totaal een geldbedrag van 12.500 euro of 10.000 euro, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – in strijd met de waarheid, die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] doen voorkomen dat hij tegen betaling van een of meer geldbedragen, te weten in totaal 12.500 euro of 10.000 euro per verblijfsvergunning, (een) verblijfsvergunning(en) kon regelen, terwijl hij, verdachte, daartoe feitelijk niet in staat was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
10 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.3 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 eerste en tweede cumulatief bewezen verklaarde voor zover betrekking op de eerste vier gedachtestreepjes en het onder 2 eerste cumulatief bewezen verklaarde:
Eendaadse samenloop van: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en het opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd en oplichting.
Ten aanzien van het onder 1 eerste cumulatief bewezen verklaarde voor zover betrekking op de laatste vier gedachtestreepjes:
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
Ten aanzien van het onder 2 tweede cumulatief bewezen verklaarde:
Poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 2 (twee) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Gelast de teruggave van de volgende genummerde voorwerpen op de lijst van in beslag genomen voorwerpen:
- aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van:
1. een document (4756781);
2. een document (4756783);
- aan verdachte van:
3. een schrijfmap met opschrift trainingsproducties (4811335);
4. acht stukken papier (4811338);
5. twee stukken papier (4811339);
6. een stuk papier (4784835);
7. elf stukken papier (4784837);
10. een document (4748457);
11. een stuk papier (4944120);
12. een stuk papier (4944122);
15. een stuk papier (4944127);
16. een stuk papier (4944129);
17. een stuk papier (494413);
- aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van:
8. vijf stukken papier (4784839);
9. vier stukken papier (4784842);
13. een stuk papier (4944124);
14. een stuk papier (4944126);
- aan [slachtoffer 6] van:
18. een zwart dicteerapparaat merk Philips Dss (5130312).
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.H.C. Jongeneel, voorzitter,
mrs. O.P.M. Fruytier en R. Funke Küpper, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 december 2017.
De voorzitter is buiten staat
dit verkort vonnis mede te ondertekenen.