2 Tenlastelegging
Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij
primair
al dan niet opzettelijk in strijd met het uitvoerverbod van artikel 36 EVOA een mengsel van gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen wilde overbrengen naar Egypte, een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is;
A. al dan niet opzettelijk in strijd met het uitvoerverbod van artikel 36 EVOA gevaarlijke afvalstoffen wilde overbrengen naar Egypte, een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is,
en/of
al dan niet opzettelijk afvalstoffen wilde overbrengen naar Egypte, een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is, zonder kennisgeving en/of toestemming van de betrokken autoriteiten.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis. Die bijlage hoort bij dit vonnis en maakt daarvan deel uit.
5 Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van het primair ten laste gelegde
op 14 maart 2014 te Rotterdam opzettelijk een handeling heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 f van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (nr. 1013/2006),
immers was hij in strijd met het uitvoerverbod van art. 36 van genoemde verordening voornemens en doende een container ([containernummer]) inhoudende een mengsel van gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen die niet onder één enkele code van bijlage V vallen, te weten een hoeveelheid gebruikte en afgedankte en defecte elektrische en elektronische apparaten, waaronder strijkijzers, 30 koel/vriesapparaten, (in plastic verpakte) televisietoestellen en e‑readers/tablets, bestemd voor nuttige toepassing in een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was, en welke afvalstoffen deels (onder code 16 02 13* en A 1180) in lijst V van genoemde Verordening als gevaarlijk waren opgenomen, over te brengen naar Egypte, een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
11 Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het primair bewezen verklaarde
- overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.60, tweede lid, van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete ter hoogte van € 1.500,- (duizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 25 (vijfentwintig) dagen.
Beveelt dat een gedeelte, groot € 750,- (zevenhonderdvijftig euro), van deze geldboete, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 15 (vijftien) dagen, niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.J. Cohen Tervaert, voorzitter,
mrs. A. Eichperger en M.M. Helmers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C. Wolswinkel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 september 2017.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Tenlastelegging [verdachte]
Aan verdachte [verdachte] is ten laste gelegd dat
Primair
hij op of omstreeks 14 maart 2014, althans in of omstreeks de maand maart 2014, te Rotterdam en/of te Utrecht, althans in Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 f van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (nr. 1013/2006),
immers was/waren hij en/of zijn mededader(s) in strijd met het uitvoerverbod van art. 36 van genoemde verordening voornemens en/of doende
een container ([containernummer]) inhoudende een mengsel van gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen die niet onder één enkele code van bijlage V vallen, te weten een hoeveelheid gebruikte en/of afgedankte en/of defecte elektrische en/of elektronische apparaten, waaronder frituurpannen en/of ventilatoren en/of strijkijzers en/of (ongeveer) 30 koel/vriesapparaten en/of (in plastic verpakte) televisietoestellen en/of e-readers/tablets
bestemd voor nuttige toepassing in een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was, en welke afvalstoffen deels (onder code 16 02 13* en A 1180) in lijst V van genoemde Verordening als gevaarlijk waren opgenomen
over te brengen naar Egypte, althans naar een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was;
Subsidiair
dat hij op of omstreeks 14 maart 2014, althans in of omstreeks de maand maart 2014, te Rotterdam en/of te Utrecht, althans in Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A.
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 f van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (nr. 1013/2006),
immers was/waren hij en/of zijn mededader(s) in strijd met het uitvoerverbod van art. 36 van genoemde verordening voornemens en/of doende een container ([containernummer]) waarvan de inhoud (onder meer) bestond uit afvalstof(fen), te weten een aantal afgedankte en/of gebruikte en/of defecte elektrische en/of elektronische apparaten waaronder koel/vriesapparaten en/of (in plastic verpakte) televisietoestellen en/of e-readers/ tablets
bestemd voor nuttige toepassing in een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was, en welke afvalstoffen (onder code 16 02 13* en/of A 1180) in lijst V van genoemde Verordening als gevaarlijk waren opgenomen
over te brengen naar Egypte, althans naar een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was;
B.
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35 a en b van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen (nr. 1013/2006),
immers was/waren hij en/of zijn mededader(s) voornemens en/of doende een container ([containernummer]) waarvan de inhoud (onder meer) bestond uit afvalstof(fen), te weten afgedankte en/of gebruikte en/of defecte elektrische en/of elektronische apparaten waaronder frituurpannen en/of strijkijzers
over te brengen naar Egypte, althans naar een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing was,
terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming van alle betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening.