RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton - locatie Alkmaar
Zaaknr/repnr.: 419467 \ OA VERZ 12-190 (rvk)
Uitspraakdatum: 14 december 2012
Beschikking in de zaak van:
De Stichting Cultuurcompagnie Noord-Holland, gevestigd te Alkmaar
verzoekende partij
verder ook te noemen: Cultuurcompagnie
gemachtigde: mr. W. Hovingh, advocaat te Alkmaar
tegen
[naam] wonende te [plaats]
verwerende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. J.L.W. Nillesen.
Het procesverloop
Cultuurcompagnie heeft op 16 oktober 2012 een verzoekschrift ingediend.
Daar heeft [werknemer] bij verweerschrift op gereageerd.
De mondelinge behandeling heeft in deze plaatsgevonden op 30 november 2012, gelijktijdig met de behandeling van de verzoeken van Cultuurcompagnie tegen [A] (zaaknr.: 419472 OA VERZ 12-193) en [B] (zaaknr.: 419470 OA VERZ 12-191).
Ter zitting is namens Cultuurcompagnie verschenen dhr. [ C], directeur en dhr. [D], adjunct-directeur; tevens verscheen partij [werknemer]. Partijen werden bijgestaan door hun gemachtigden.
Ter zitting hebben partijen hun verzoek- respectievelijk verweerschrift nader toegelicht aan de hand van pleitnotities en producties.
De inhoud van deze processtukken geldt als hier ingelast.
Vervolgens is heden uitspraak bepaald.
De uitgangspunten
1.[werknemer], geboren op [datum] is vanaf 1 oktober 2011 krachtens schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij (de rechtsvoorganger van) Cultuurcompagnie werkzaam.
2.De functie van [werknemer] is Adviseur A Cultuur en Regio tegen een actueel salaris van € 3.105,60 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. [werknemer] werkt thans op de afdeling Culturele en Regionale Samenwerking.
3.Cultuurcompagnie is een instelling op het gebied van kunst en cultuur en ontwikkelt producten, diensten en projecten die de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het erfgoed en cultuurlandschap in Noord-Holland vergroten. De provincie Noord-Holland is de grootste opdrachtgever en financiert de organisatie op basis van een jaarlijks activiteitenplan.
4.Cultuurcompagnie heeft op 30 augustus 2012 een reorganisatieplan voor 2013 opgesteld. In het kader van de reorganisatie heeft Cultuurcompagnie er voor gekozen om de formatie te laten afnemen van 43,6fte naar 31,6fte. De afname zal vooral plaatsvinden bij de afdelingshoofden, de projectmedewerkers en de adviseurs.
5.In het reorganisatieplan is onder meer het volgende opgenomen:
‘(…) - Wat 100% zeker is dat Cultuurcompagnie Noord-Holland vanaf 1 januari 2013 over € 800.000 minder aan projectsubsidies kan beschikken. Ook zullen per saldo andere inkomsten met € 184.500 afnemen.
- Wat ook zeker is dat Provincie Noord-Holland, onze grootste opdrachtgever, vanaf 1 juli 2013 € 240.000 zal bezuinigen op de ‘vaste’ subsidie aan Cultuurcompagnie en dat die bezuiniging op niet-kerntaken zal plaatsvinden, zoals cultuureducatie. Er is een grote kans dat de Provincie Noord-Holland met het ministerie van OCW een overeenkomst sluit voor het matchen van cultuureducatiegelden, waardoor Cultuurcompagnie weer een extra bedrag aan middelen kan verwachten. Er wordt ingezet op deze regeling, maar besluitvorming vindt plaats in maart 2013.
- Al is het de inzet van de verantwoordelijke gedeputeerde om niet verder te bezuinigen op Cultuurcompagnie de komende drie jaar, er is weinig zeker: zo kan de provinciale begrotingsbehandeling 2013 in november 2012 tot eventueel meer bezuiniging leiden. En ook nieuwe bezuinigingen de komende jaren zijn niet uit te sluiten. (…)’
6.De directie van Cultuurcompagnie heeft de personeelsvertegenwoordiging om advies gevraagd inzake het reorganisatieplan. De personeelsvertegenwoordiging is met het reorganisatieplan akkoord gegaan op voorwaarde dat met de vakbonden een sociaal plan wordt overeengekomen. Inmiddels is er een met de vakbonden overeengekomen sociaal plan.
7.In het sociaal plan is onder meer het volgende opgenomen:
‘(…) De Provincie Noord-Holland zal vanaf 2013 haar activiteitensubsidie aan Cultuurcompagnie verminderen en een aantal projectsubsidies beëindigen.
Hieraan gekoppeld nemen ook inkomsten van fondsen en gemeenten af omdat zij projecten die nu ophouden mede financierden. Ook zakelijke dienstverlening vermindert in vergelijking met 2012. Het betreft € 1.040.000 aan subsidies van de Provincie Noord-Holland en € 184.500. De omzet van € 5.080.300 in 2012 wordt hierdoor per 2013 verlaagd met € 1.226.500 tot € 3.875.500. Dit betreft een teruggang van vrijwel 25% van de omzet. Om per 1 januari 2013 de gewenste basisvoorziening te kunnen realiseren, zal de organisatie zowel in taken als in omvang drastisch wijzigen, op basis van de verminderde financiering. Hierbij is het vertrek van medewerkers onvermijdelijk. (…)’
8.Tevens geeft het sociaal plan de volgende definitie van het begrip uitwisselbare functie:
‘Uitwisselbaar zijn functies die naar functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en vereiste competenties vergelijkbaar zijn en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn.’
9.[werknemer] is in een gesprek van 27 augustus 2012 meegedeeld dat haar functie komt te vervallen.
10.[werknemer] heeft in een e-mail van 25 september 2012 bezwaar gemaakt tegen het voorgenomen ontslag en onder meer het volgende gemeld:
‘(…) ben ik van mening dat de regels voor afvloeiing niet zorgvuldig zijn toegepast en ik daardoor ten onrechte boventallig ben verklaard. Er zijn binnen het team van Plein C uitwisselbare functies waarvoor ik volgens het afspiegelingsbeginsel in aanmerking moet komen. (…)’
Het geschil
11.Cultuurcompagnie verzoekt de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden tegen de vroegst mogelijke datum wegens gewichtige redenen, bestaande uit veranderingen in de omstandigheden, kosten rechtens.
Aan dit verzoek legt Cultuurcompagnie -zakelijk samengevat- ten grondslag zij al enige tijd te maken heeft met bezuinigingen van de Provincie Noord-Holland, die de grootste subsidiegever is. De begroting over 2013 zal daardoor afnemen met ongeveer 25%. Cultuurcompagnie is als culturele instelling afhankelijk van subsidies. Door voormelde kortingen is Cultuurcompagnie genoodzaakt te reorganiseren en op personeelskosten te besparen. De afdeling waar [werknemer] werkt zal worden samengevoegd. [werknemer] komt op basis van het afspiegelingsbeginsel voor ontslag in aanmerking. Er zijn geen alternatieve functies voor [werknemer].
12.Het verweer van [werknemer] strekt tot afwijzing van het verzoek, kosten rechtens.
Hiertoe voert [werknemer] -zakelijk samengevat- aan dat het afspiegelingsbeginsel verkeerd is toegepast en dat er bovendien een alternatieve functie beschikbaar is.
De beoordeling
13.De kantonrechter overweegt in de eerste plaats dat gebleken is dat het onderhavige ontbindingsverzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in de artikelen 7:647, 7:648, 7:670 en 7:670a van het Burgerlijk Wetboek [BW] of enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
14.Vervolgens is de vraag aan de orde of er sprake is van gewichtige redenen. Cultuurcompagnie heeft de economische noodzaak tot reorganiseren onderbouwd met een overzicht van de (toekomstige) kortingen op te ontvangen subsidies. Tevens heeft Cultuurcompagnie er in dat verband op gewezen dat de personeelsvertegenwoordiging akkoord is gegaan met het reorganisatieplan en dat met de vakbond een sociaal plan is overeengekomen. Voorts worden de economische redenen door [werknemer] niet betwist. De kantonrechter is van oordeel dat hiermee voldoende aannemelijk is gemaakt dat Cultuurcompagnie te maken krijgt met bezuinigingen en daarmee de noodzaak is ontstaan om te reorganiseren. Of er ook voldoende grond is voor het aantal voorgenomen ontslagen is – mede gezien de besproken te verwachten vervangende subsidies vanuit de gemeenten – op dit moment niet vast te stellen.
15.Daarna dient beoordeeld te worden of het afspiegelingsbeginsel juist is toegepast. De kantonrechter zal bij deze beoordeling aansluiting zoeken bij de Beleidsregels van het UWV. Volgens deze beleidsregels dient bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel – samengevat – het personeel per categorie uitwisselbare functies in leeftijdsgroepen te worden ingedeeld waarna het personeelsbestand zo wordt ingekrompen dat voor en na de reorganisatie de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies zoveel mogelijk gelijk blijft. Binnen een leeftijdsgroep komt de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking. Bij uitwisselbare functies gaat het om functies die naar inhoud, vereiste kennis en vaardigheden en competenties vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn.
16.Volgens [werknemer] heeft Cultuurcompagnie de met de functie van [werknemer] uitwisselbare functies niet goed benoemd. Cultuurcompagnie heeft daarbij uitsluitend de andere functies van Adviseur A vergeleken, terwijl die functies nu juist niet uitwisselbaar zijn; voor een aantal van die functies is andere expertise vereist of deze liggen op een ander niveau. Echter, zo stelt [werknemer], binnen Plein C (afdeling Educatie) zijn de functies van adviseur juist wel uitwisselbaar met die van haar. Deze adviseursfuncties vereisen dezelfde kennis en vaardigheden, op hetzelfde niveau en worden op hetzelfde niveau beloond (schaal 9).
17.Cultuurcompagnie heeft aangevoerd dat zij voor de afspiegeling heeft gekeken naar de functie Adviseur A. Zij stelt dat in deze functies vier andere medewerkers werkzaam zijn. Zij voert voorts aan dat deze functies op verschillende wijzen wordt uitgevoerd en sterk afwijkende expertise vragen. Zo is één van de adviseurs A archeoloog en ingeschaald in schaal 11, terwijl [werknemer] is ingeschaald in schaal 9. Een andere adviseur A houdt zich bezig met monumentenbeheer en particulier erfgoed en is ingeschaald in schaal 10.
18.Naar het oordeel van de kantonrechter komt bovengenoemd standpunt van Cultuurcompagnie er feitelijk op neer dat zij zelf aangeeft dat de functies die zij in het kader van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel in aanmerking heeft genomen, niet uitwisselbaar zijn. Bovendien heeft Cultuurcompagnie niet gemotiveerd waarom de adviseursfuncties van plein C, waar [werknemer] op wijst, niet uitwisselbaar zijn. Dit klemt te meer omdat [werknemer] al op 25 september 2012 op dezelfde gronden gemotiveerd bezwaar heeft gemaakt tegen de door Cultuurcompagnie gehanteerde indeling. Hier heeft Cultuurcompagnie niet op gereageerd.
19.De kantonrechter overweegt voorts dat geen functiebeschrijvingen zijn overgelegd en dat een overzicht ontbreekt waarop de medewerkers per categorie uitwisselbare functies gegroepeerd zijn. Een en ander leidt tot de slotsom dat Cultuurcompagnie onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij is gekomen tot de categorieën uitwisselbare functies en hoe vervolgens het afspiegelingsbeginsel is toegepast. De kantonrechter kan aldus niet vaststellen dat het afspiegelingsbeginsel juist is toegepast en of [werknemer] voor ontslag in aanmerking komt.
20.Het voorgaande betekent dat de verzochte ontbinding wordt afgewezen.
21.De uitslag van de procedure brengt mee dat de proceskosten voor rekening van Cultuurcompagnie komen.
De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het verzoek af.
Veroordeelt Cultuurcompagnie in de proceskosten, die tot heden voor [werknemer] worden vastgesteld op een bedrag van € 400,- voor salaris van de gemachtigde van [werknemer].
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 14 december 2012 in het openbaar uitgesproken.