“Op 24 maart 2016 is de verdachte op Schiphol aangehouden. Tijdens zijn aanhouding was hij in het bezit van een iPad 2. Deze iPad is in beslaggenomen. Naar de gegevens op deze iPad - in het bijzonder naar de door de verdachte gebezigde zoektermen - is door de politie onderzoek verricht. Dit onderzoek houdt - samengevat - het volgende in.
De iPad van de verdachte is doorzocht op geselecteerde trefwoorden afkomstig uit de user dictionary aangevuld met woorden naar aanleiding van gevonden bevindingen. De woorden werden gevonden in de dictionary onder de titel “https_www.google.nl_0.1ocalstorage” op de iPad van de verdachte. Dit betreft een bestand dat Google cachegegevens bevat, evenals de geschiedenis van zoekacties met Google. Het bestand is voor het laatst aangepast op ‘2016-03-15' (het hof begrijpt: 15 maart 2016). De gezochte woorden of termen worden in de volgorde waarop ze gezocht zijn weggeschreven in twee velden in Google storage, te weten: “msuggest.history..history” en “msuggest.history.i.history”. Voor het wegschrijven van de gezochte woorden of termen geldt voor beide velden dat het eerst opgezochte woord of de eerst opgezochte term als laatste (het hof begrijpt: onderaan) in de map/document is vermeld en het laatstelijk opgezochte woord of de laatst opgezochte term als eerste (het hof begrijpt: bovenaan) in de map/document wordt vermeld.
In het veld “msuggest.history..history” zijn onder meer navolgende zoektermen aangetroffen (van boven naar beneden): (…)
Wat betreft de zoekterm “ [B] tennis” is nog opgemerkt in het onderzoek dat uit de cookies afkomstig uit de iPad is af te leiden dat de website van de [B] op 3 maart 2016 om 13:48:30 uur werd bezocht. Deze onderzoeksbevinding vindt bevestiging in de verklaring van de verdachte ter terechtzitting bij de rechtbank op 8 mei 2017 inhoudende dat hij zich kan herinneren dat hij op 2 of 3 maart 2016 heeft gezocht on “ [B] ”.
In het veld “msuggest.history.i.history” zijn (onder meer) de volgende zoektermen aangetroffen, die niet ook in het veld “msuggest.history..history” zijn aangetroffen (van boven naar beneden): (…).
Om te beoordelen of de volgorde van de woorden een logisch verband hadden is een referentieonderzoek uitgevoerd op een vergelijkbare iPad 2. Gekeken is of de volgorde waarop de zoekwoorden bij de test waren ingegeven weerspiegeld werd in de volgorde binnen de velden “msuggest.history..history” en “msuggest.history.i.history”. In de velden werden de individuele zoekacties weergegeven in omgekeerde volgorde ten opzichte van de volgorde waarop ze waren ingegeven. De oudste (het hof begrijpt: minst recent) ingegeven zoekacties stonden achteraan (het hof begrijpt met de rechtbank: onderaan het overzicht) en de jongste (het hof begrijpt: meest recent) ingegeven zoekacties stonden vooraan (het hof begrijpt met de rechtbank: bovenaan het overzicht). De velden bleken beperkt te zijn tot 100 zoekacties, waarbij telkens wanneer er een nieuwe zoekactie werd uitgevoerd, deze zoekactie er in het veld aan de voorzijde (het hof begrijpt: bovenaan) bijkwam en telkens aan de achterzijde (het hof begrijpt: onderaan) van het veld een zoekactie verviel.
Op 21 april 2016 zijn de ouders van de verdachte en [betrokkene 4] bij de verdachte in de penitentiaire inrichting in Rotterdam op bezoek geweest. De communicatie tussen hen is opgenomen. Het proces-verbaal waarin deze communicatie is uitgewerkt houdt (onder meer) het volgende in:
“ [verdachte] : Verdachte [verdachte] ;
[betrokkene 5] : Moeder, [betrokkene 5] ;
[betrokkene 6] : Vader, [betrokkene 6] ;
[betrokkene 4] : vriendin, [betrokkene 4] (...)
[verdachte] : Thuis, want ik heb bijvoorbeeld ook, omdat ik zo aan het denken was, ik heb, daar in Miami, op mijn iPad, heb ik dingen op zitten zoeken. Euh... celstraf voor moord. Allemaal dat soort dingen...euh...ik...ik...op een gegeven moment ging ik kijken, voor dat horloge, ik heb al die geschiedenis gewist, kan je geschiedenis terugvinden, op mijn iPad?
(...)
[betrokkene 6] : Hoezo, heb je hem gewist, die geschiedenis?
[verdachte] : Honderd keer.
(...)
[verdachte] : Allemaal dat soort dingen. Daarom heb ik ook in mijn aantekeningen gezet... euhm... digitaal onderzoek laptops, wat kunnen ze terughalen. Heb ik iets, heb ik niet, toen ik thuis was, weet je, iets in de krant gelezen en dat op Google opgezocht op mijn telefoon, omdat ik dat altijd doe. Of het nou euh, mooi weer is of een krantenartikel, of dat ik iets wou weten over allemaal dat soort dingen. Zeg maar, is dat niet belastend? Ik heb 2 weken voordat [slachtoffer] vermoord is, er op gezocht, bomexplosies...of...euh...
[betrokkene 5] : ja, maar zo moet je je niet gek maken.
[verdachte] : ‘Dood door messteken! ” Nee, maar ik heb dat wel gedaan, IK heb dat soort dingen wel opgezocht”.
Ook tijdens het bezoek van de vader van de verdachte en [betrokkene 4] op 12 mei 2016 aan de verdachte in de penitentiaire inrichting is er gesproken over de zoektermen op de iPad van de verdachte. De communicatie tussen deze personen is opgenomen. Het OVC-gesprek houdt het volgende in:
“ [verdachte] = verdachte, [verdachte]
[betrokkene 6] = vader van de verdachte, [betrokkene 6]
[betrokkene 4] = vriendin van de verdachte, [betrokkene 4] (...)
[verdachte] : (...) Het digitaal onderzoek. Ja, wat ik zei over die iPad, weet je wel. Dat ik dat, op internet dingen heb opgezocht.
[betrokkene 6] : Ja, euh, daar zou ik niet meer van wakker liggen hoor.
[verdachte] : Ja, maar ja, dat is natuurlijk... Als je al ziet wat ze in het dossier zo eruit lichten.
[betrokkene 6] : Ja, zo bedoel je. Van een mug een olifant.
[verdachte] : Dan is, dan is, een eh, filmpje hoe je iemand knock-out moet krijgen, bij wijze van spreken, door een wurgklem...
[betrokkene 6] : Ja, oké.
[verdachte] : ...vrij verdacht, bij wijze van spreken. Als ik dat een dag van tevoren heb gedaan, en filmpjes naar aanleiding van, al die dingen die ik heb opgezocht, ja, bomexplosies. De meest gekke dingen op basis van.
[betrokkene 6] : Ja, maar dat was allemaal na 3 maart he?
[verdachte] : nee, maar ook daarvoor. Ook daarvoor gewoon. Niet alleen maar. Kijk, na 3 maart heb ik alleen maar op internet gezocht van, over [slachtoffer] . Gewoon hoe die zaak ging. (...)”.
Het hof begrijpt het verweer van de verdediging zo dat niet kan worden vastgesteld wanneer de zoektermen zijn ingevoerd en de zoektermen derhalve niet gelieerd kunnen worden aan het overlijden van [slachtoffer] , zodat het onderzoek naar de zoektermen onvoldoende betrouwbaar is en derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd.
Op basis van het hiervoor genoemde rapport van de politie over de geschiedenis van zoektermen, alsmede de verklaring van de verdachte en de OVC-gesprekken leidt het hof - in onderling verband en samenhang bezien - af dat de zoektermen die onder “tennisvereniging [plaats] ” en “ [B] tennis” in het overzicht staan vermeld, op of vóór 3 maart 2016 en in ieder geval voordat [slachtoffer] om het leven is gebracht op de iPad door de verdachte zijn ingevoerd. Hef hof verwijst naar de hiervoor opgenomen zoektermen die eerder zijn ingevoerd dan het invoeren van de zoekterm “ [B] tennis” en “tennisclub [plaats] ” (het betreft de zoektermen zoals hiervoor weergegeven volgend op “ [B] tennis” en “tennisclub [plaats] ”). Daar komt bij dat een deel van deze zoektermen in verband kan worden gebracht met de wijze waarop [slachtoffer] om het leven is gekomen. Het rapport van de politie is deugdelijk onderbouwd. Het hof heeft derhalve geen reden om aan de betrouwbaarheid van de daarin opgenomen bevindingen te twijfelen en het niet te gebruiken voor het bewijs. Dat niet exact kan worden vastgesteld hoeveel tijd vóór 3 maart 2016 is verstreken alvorens de zoektermen zijn ingevoerd die onder “tennisvereniging [plaats] ” en “ [B] tennis” worden genoemd, doet hieraan niet af. Het hof leidt onder meer uit de periode waarin de aangetroffen zoektermen zijn gebruikt en uit de inhoud en aard van de zoektermen af dat de verdachte z’n minst genomen heeft overwogen om [slachtoffer] om het leven te brengen.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij de op zijn iPad aangetroffen zoektermen heeft ingevoerd bij of naar aanleiding van nieuwsberichten en/of het bekijken van de serie “Dexter”. Het hof acht die verklaring niet aannemelijk geworden, reeds omdat een aantal van de zoektermen die op de iPad van de verdachte is aangetroffen specifiek betrekking heeft op onderwerpen die [slachtoffer] betreffen, zoals onder meer “ [slachtoffer] ”, ‘‘ [slachtoffer] horloge”, “serienummer horloge” en “serienummer horloge IWC”. Het hof gaat voorbij aan het door de verdediging in hoger beroep ingebrachte rapport van Digital Investigation (hierna: Dl) van 8 februari 2019, reeds omdat dat rapport, gezien de eisen die dienen te worden gesteld aan dergelijke rapportages als het gaat om het gebruik daarvan in strafzaken, kwalitatief beneden de maat is.
De verdediging heeft - naar het hof begrijpt - aangevoerd dat de zoektermen in de uiteindelijke vorm niet door de verdachte zijn ingevoerd, maar (gedeeltelijk) automatisch zijn aangevuld door de gebruikte programma’s (zoals zoekmachines). Ter onderbouwing daarvan heeft de verdediging erop gewezen dat een aantal zoektermen dat in het “Google localstorage” (vereenvoudigd: het Google zoekarchief) is gevonden, niet in de “user dictionary” is aangetroffen. Het hof acht de door de verdediging gegeven verklaring voor het aantreffen van de zoektermen niet aannemelijk geworden, in aanmerking genomen dat een aantal zoektermen specifiek betrekking heeft op onderwerpen die [slachtoffer] betreffen, zoals hiervoor ook al is overwogen.”