Deze bewezenverklaring steunt onder meer op de volgende bewijsmiddelen:
“3. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 30 september 2013, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als aangifte van [benadeelde 2] (p. 11-14):
(...) Op een gegeven moment zag ik dat de zwarte auto naar rechts reed. Ik reed toen naast die zwarte auto. Ik zag dat onze snelheid nog redelijk hoog was. Ik had zoiets: als hij ons dienstvoertuig nu raakt dan vertel ik dit niet meer na. Ik trapte toen op de rem. De bestuurder van de zwarte auto raakte toen net niet het dienstvoertuig. Als de bestuurder daar onze dienstauto had geraakt dan waren wij de vangrail ingevlogen met alle gevolgen van dien. Als hij ons daar geraakt hadden waren wij verongelukt en waren dan minimaal zwaar gewond geweest.
Vervolgens lukte het ons weer om dezelfde tactiek toe te passen. Ik ging toen weer rechts naast de zwarte auto rijden. Ik merkte toen dat de snelheid eruit ging, omdat de bestuurder van het voorste dienstvoertuig begon te remmen. Wetend dat hij niets om onze veiligheid gaf, bleef ik iets schuin achter de zwarte auto rijden. Op dat moment zie ik de bestuurder naar rechts kijken. Dat duurde zeker drie seconden. Vervolgens zie ik dat de bestuurder van de zwarte auto duidelijk naar rechts stuurt met een blik in zijn ogen van ‘jij zit mij in de weg’.
In eerste instantie wijk ik nog iets uit, om een aanrijding te voorkomen. De bestuurder van de zwarte auto stuurde naar rechts en toen het dienstvoertuig geraakt werd, stuurde ik meteen hard naar links om niet van de weg gedrukt te worden. Ik heb nog nooit zo heftig moeten reageren om het dienstvoertuig op de weg te houden. Het is me ook nog niet gelukt trouwens. Ik werd alsnog van de weg gedrukt. Ik zag toen de zwarte auto voor mij weg slippen. Ik was toen nog steeds vol bezig met correcties uitvoeren. Ik had zoiets van ‘Ik ga de berm in, ik ga de berm in’.
De vangrail ligt ter plaatse een stuk van de rijbaan af. Ik schoof de berm in en toen duwde ik vol op de rem om tot stilstand te komen. De zwarte auto draaide voor mijn dienstauto en kwam tot stilstand gedeeltelijk in de berm. (...)
Het was een behoorlijke impact, die aanrijding.
Ik wil toch even mijn gevoel benadrukken. Ik ben vader van twee kinderen en een derde op komst. Als dit fout was gegaan, had ik mijn kinderen nooit meer gezien. Ik heb daar wel een traan over gelaten.
4. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 30 september 2013, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als aangifte van [benadeelde 1] (p. 8-10):
(...) De bestuurder van de Audi reed met hoge snelheid de N281 op. Rijdende over deze weg, zag ik dat de snelheidsmeter van ons dienstvoertuig 180 kilometer per uur aangaf. Ik zag dat mijn collega de Audi wilde inhalen, maar dit lukte niet omdat de bestuurder van de Audi ons de weg afsneed. De bestuurder van de Audi reed zigzaggend over de rijbaan van de N281. Ik zag ook dat de remlichten van de Audi regelmatig oplichtten. De bestuurder maakte rembewegingen. Op dat moment vreesde ik voor mijn leven. Ik dacht als wij nu aangetikt worden dan blijven wij dood. (...)
Wij reden door in de richting van België. Op enig moment zag ik dat er vonken van de Audi afkwamen. Ik zag dat de snelheid van de Audi verminderde. Toen zag ik dat de politiepatrouille van Heerlen de Audi inhaalde. Ik zag dat [benadeelde 2] rechts naast die Audi ging rijden om hem in te sluiten. Op dat moment reden wij ongeveer nog 100 kilometer per uur. Ik wist dat achter ons ook nog politievoertuigen reden dus wij hadden de Audi ingesloten.
Toen ik dacht ‘nu gaat hij wel stoppen’ stuurde de bestuurder van de Audi plotseling naar rechts en ramde onze politieauto. Ik was bang dat onze auto daardoor mogelijk in de berm zou kunnen geraken met alle gevolgen van dien. De klap was behoorlijk hard. Ons dienstvoertuig werd daardoor behoorlijk beschadigd aan de linker voorzijde. Door de klap werden wij naar rechts gedrukt en wij reden door het gras van de berm. Ter plaatse is de vangrail een stuk van de rijbaan af, omdat er een oprit is gelegen. Wij kwamen daardoor van de rijbaan af. Ik was bang dat ons dienstvoertuig daardoor zou gaan spinnen en over de kop zou kunnen slaan. Als dat gebeurd zou zijn dan hadden wij zwaargewond dan wel dood kunnen blijven.”