Het hof heeft in zijn eindarrest,3 voor zover in cassatie van belang, het hiervoor in 2.2 vermelde vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Daartoe heeft het hof, samengevat weergegeven, als volgt overwogen.
Met de centrale beperking van het octrooi is het debat over de geldigheid van het octrooi in de ruimere vorm waarin het is verleend, achterhaald. Het octrooi bestaat niet meer in die ruime vorm en moet, gelet op art. 68 Europees Octrooiverdrag4 (hierna: EOV), worden geacht nooit in die ruime vorm te hebben bestaan. In dat licht moet het hof het eindoordeel van de rechtbank dat het octrooi in die ruime vorm niet geldig is, voor juist houden. (rov. 2.2)
Met de centrale beperking van het octrooi is ook het debat achterhaald over de geldigheid van de octrooiconclusies conform de hulpverzoeken die High Point bij memorie van grieven naar voren heeft gebracht. (rov. 2.3)
Het betoog van High Point dat het octrooi geldig is in de beperkte vorm zoals het luidt na de centrale beperking, is in dit bijzondere geval in strijd met de goede procesorde, gelet op de volgende omstandigheden. (rov. 2.4)
De centraal beperkte conclusies zijn nagenoeg identiek aan de gewijzigde conclusies van het octrooi die High Point bij (de hiervoor in 2.3.1 genoemde) akte beperking octrooiconclusies naar voren heeft gebracht en die het hof bij zijn (hiervoor in 2.3.2 genoemde) tussenarrest heeft geweigerd. De juistheid van die beslissing tot weigering en van de gronden waarop die beslissing berust, staat door het (hiervoor in 2.4 genoemde) arrest van de Hoge Raad in het tussentijdse cassatieberoep, onherroepelijk vast. Toestaan van een debat over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm zou tot gevolg hebben dat High Point die beslissing feitelijk kan omzeilen, hoewel de gronden voor de weigering van dat debat onverminderd gelden. (rov. 2.5)
Met haar beroep op de beperkte conclusies opent High Point in een laat stadium van de procedure een nieuw debat over de geldigheid van het octrooi, en dat vereist een nieuwe memoriewisseling. Daarvoor is in deze procedure in hoger beroep in beginsel geen plaats. (rov. 2.6)
High Point had haar betoog dat het octrooi in de beperkte vorm geldig is, veel eerder naar voren kunnen brengen. Dat de centrale beperking pas recent heeft plaatsgevonden, is niet beslissend. High Point had de beperking van het octrooi in deze procedure naar voren kunnen brengen door een tijdig ingediend hulpverzoek of gewijzigd hoofdverzoek voor het Nederlandse deel van het octrooi. (rov. 2.7)
Een ander oordeel over de toelaatbaarheid van het betoog over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm volgt ook niet uit het arrest Scimed/Medinol,5 omdat de Hoge Raad daarin geen oordeel heeft gegeven over de verenigbaarheid van het beroep op centraal beperkte octrooiconclusies met de eisen van een goede procesorde. (rov. 2.8)
Het recht dat het EOV aan High Point geeft om haar octrooi centraal te beperken, staat niet in de weg aan nationale procesrechtelijke beperkingen aan het beroep op een centrale beperking van een octrooi. Het EOV bevat geen uitdrukkelijke regeling voor de samenloop van een centrale beperking en nationale procedures waarin de geldigheid van een octrooi aan de orde is. (rov. 2.9)
Ook het nationale procesrecht van andere lidstaten van het EOV stelt grenzen aan het beroep op een centrale beperking van het octrooi. (rov. 2.10)
Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat het betoog van High Point over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm, in hoger beroep te laat naar voren is gebracht en dus buiten beschouwing moet worden gelaten. (rov. 2.11)
KPN kan zich wel op de centrale beperking beroepen. De bezwaren tegen het betoog van High Point over de geldigheid van het octrooi in de beperkte vorm, gelden niet voor het beroep van KPN op de centrale beperking als verweer tegen hetgeen High Point bij memorie van grieven naar voren heeft gebracht. KPN kan niet worden verweten dat zij dat beroep pas nu doet, omdat de centrale beperking pas recentelijk heeft plaatsgevonden. (rov. 2.12)