In HR 7 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1278, NJ 2017/283, rov. 2.2.6, is aanvaard dat ook onder de (hiervoor in 2.1.1 genoemde) sinds 1 maart 2017 geldende regelgeving inzake digitaal procederen in vorderingszaken in cassatie, een exploot op de voet van art. 63 lid 1 Rv kan worden uitgebracht door middel van een kantoorbetekening in gevallen waarin degene voor wie het stuk is bestemd, een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in een lidstaat waar de Betekeningsverordening II van toepassing is, dan wel in een (al dan niet in Europa gelegen) staat die partij is bij het Haags Betekeningsverdrag. Gelet op de algemene formulering van art. 63 lid 1 Rv en de strekking van deze bepaling, zoals vermeld in de wetsgeschiedenis aangehaald in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.4, bestaat er geen grond om de kantoorbetekening niet ook mogelijk te achten ingeval degene voor wie het stuk is bestemd, een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius of Saba, of enig ander land ten aanzien waarvan geen verdrag of verordening anders bepaalt.
Een dergelijke kantoorbetekening is toelaatbaar zowel in gevallen die worden bestreken door de sinds 1 maart 2017 geldende regelgeving inzake digitaal procederen in vorderingszaken in cassatie als in gevallen waarop deze regelgeving niet van toepassing is.
Bij de verstekverlening gelden de aandachtspunten genoemd in rov. 2.2.7 van het zojuist vermelde arrest van 7 juli 2017. Deze houden het volgende in.
De rechter dient met inachtneming van het verdedigingsbelang te beslissen over verstekverlening. Indien degene voor wie het rechtsmiddelexploot is bestemd, niet verschijnt en er aanleiding bestaat eraan te twijfelen of het stuk de buitenlandse geadresseerde heeft bereikt, dient de rechter niet terstond verstek te verlenen.
De rechter kan zo nodig inlichtingen hieromtrent (doen) inwinnen bij de advocaat aan wiens kantoor het rechtsmiddelexploot is gedaan.
Indien de advocaat aan wiens kantoor het rechtsmiddelexploot is gedaan, eigener beweging of desgevraagd meedeelt dat hij (nog) niet erin is geslaagd zijn (voormalige) cliënt op de hoogte te stellen van de inhoud van het stuk, dient de rechter dit in zijn oordeelsvorming te betrekken.