Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 17 maart 2015 heeft de raadsman van de verdachte aldaar het woord gevoerd overeenkomst de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota. Deze pleitnota houdt in, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang:
"Verzoek 1, horen [betrokkene 1]
Namens cliënt is verzocht om [betrokkene 1] te horen als getuige.
Primair wenst de verdediging [betrokkene 1] te horen omtrent de verschillende tegenstrijdigheden in haar eigen verklaringen ten opzichte van de verklaringen van de overige getuigen.
Subsidiair wenst de verdediging dat [betrokkene 1] in een studio wordt gehoord en dat de verdediging vragen kan stellen omtrent de tegenstrijdigheden via het studioverhoor.
Het belang om [betrokkene 1] te horen zit er enerzijds in dat ten tijde van het studio verhoor nog niet alle verklaringen beschikbaar waren en daarmee ook niet alle tegenstrijdigheden bekend waren voor de verdediging.
De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de verklaring van [betrokkene 1] dan ook niet, althans onvoldoende, kunnen toetsen.
De tegenstrijdigheden zijn in tegenstelling tot wat de AG stelt, wel van belang voor een wettige en overtuigende bewezenverklaring en daarmee voor art. 350 Sv.
De tegenstrijdigheden hebben betrekking op:
- Het dulden van het misbruik (niet terug naar moeder, duivel, slaan);
- De red(d)en om te stoppen (moe, gezegd niet willen);
- De volgorde van handelingen (voelen-penetreren of andersom);
- De plaats in de woning (kamer [betrokkene 3] - Woonkamer);
- Slachtofferverklaring met nieuwe informatie (aftrekken);
De verdediging realiseert zich het belang van [betrokkene 1] , maar ook het zwaarwegende belang van cliënt. De ernst van de verdenking, en de onvoldoende overige mogelijkheden om de verklaring van [betrokkene 1] anders te toetsen, maakt dat het belang van cliënt het toelaat om [betrokkene 1] te horen, al dan niet in een studio."