Het hof heeft bepaald dat de man met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking aan de vrouw een partneralimentatie dient te betalen van € 672,-- bruto per maand en heeft daartoe het volgende overwogen.
“5.9 De man en de vrouw zijn beiden bestuurder van [A] BV.
Op 1 januari 2015 is de dochtermaatschappij [B] BV verkocht aan [C] BV. Bij deze verkoop en tevens bij separate managementovereenkomst is onder meer vastgelegd dat [A] BV de (arbeid van de) man ter beschikking zal stellen aan [B] BV voor het verrichten van advies- en managementdiensten, welke managementovereenkomst een looptijd heeft van minimaal twee jaar en maximaal vijf jaar.
Voorts is overeengekomen dat [A] BV in de persoon van de man het eerste jaar vier werkdagen per werkweek diensten verricht, het tweede jaar drie werkdagen per werkweek en dat de daaropvolgende jaren het aantal werkdagen in overleg zal worden vastgesteld. [A] BV zal voor de werkzaamheden € 90.000,- op jaarbasis factureren. Dit bedrag is gebaseerd op een vierdaagse werkweek. Bij minder werkdagen zal dit bedrag naar evenredigheid worden aangepast.
Uit een door de man in eerste aanleg overgelegde brief van [C] BV aan [A] BV/de man d.d. 22 juli 2016 (…) blijkt voorts dat [C] BV de managementovereenkomst met ingang van 1 januari 2017 wenst voort te zetten voor maximaal drie jaren op basis van een 16-urige werkweek, waarbij het bedrag van de management fee wordt gesteld op € 45.000,- exclusief BTW, per jaar.
De man ontvangt met ingang van 1 januari 2017 van [A] BV een periodeloon van € 2.800,- bruto per maand, gebaseerd op twee werkdagen in de week.