Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal aanhouding (gevoegd als bijlage bij het proces-verbaal genummerd 2010017180-1) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1]:
Op donderdag 25 februari 2010 omstreeks 14:00 uur werden wij verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 1], op de winkeltelefoon gebeld. Ik, verbalisant [verbalisant 2], hoorde dat de beller zei dat hij een medewerker was van de Van Heek garage. Hij gaf aan dat er op dat moment drie zwervers in de grote hal van de Twentec stonden en overlast veroorzaakten. Hierop zijn wij naar de Twentec gegaan en troffen aldaar een viertal mannen aan. Wij herkenden drie van deze mannen als de voor ons ambtshalve bekende [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [verdachte]. Wij hebben [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [verdachte] verzocht om weg te gaan. Op dat moment zag ik, verbalisant [verbalisant 2], dat [verdachte] een geopend blikje bier pakte en deze mee wilde nemen naar buiten. Ik heb toen het blikje bier afgepakt en heb [tegen] [verdachte] medegedeeld dat hij het blikje bier niet mocht meenemen. Op het moment dat wij in ons dienstvoertuig wilden stappen hoorde ik, verbalisant [verbalisant 1], dat [verdachte] tegen mij zei: "jij bent een mierenneuker". Op het moment dat [verdachte] dit tegen mij zei, stonden er meerdere personen op straat die meekregen wat [verdachte] tegen mij zei. Ik, verbalisant [verbalisant 1], voelde mij op dat moment in mijn goede naam en eer aangetast.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal verhoor verdachte (gevoegd als bijlage bij het proces-verbaal genummerd 2010017180-1) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
Ik zit hier omdat ik ben aangehouden voor belediging van een ambtenaar in functie. Ik zou uw collega's mierenneukers hebben genoemd. Dit kan ik bevestigen. Ik heb dit inderdaad gezegd. Vandaag, op 25 februari 2010, stond ik naast de Albert Heijn met een aantal jongens. Dit waren [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Ik stond half binnen, half buiten de ingang van de parkeergarage gelegen naast de Albert Heijn aan het Hendrik Jan van Heekplein 63 te Enschede. Hier werd ik aangesproken door uw collega's. Ik werd daar naar buiten gestuurd. Binnen stond een geopend blikje bier. Deze wilde ik meenemen om vervolgens het blikje bier in de afvalbak te gooien. Dit werd mij door uw collega afgepakt. De politieagent gooide het bier zelf weg en liep vervolgens weg. Toen ze wegliepen, riep ik dat de mannelijke agent een mierenneuker was. Ik vond hem heel kinderachtig. Ik geef toe dat ik heb geroepen dat hij een mierenneuker was."