Art. 81 lid 1 RO. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Weigering verzoek om door de vrouw ingediende stukken in de door haar aanhangig gemaakte appelprocedure aan te merken als verweerschrift tevens houdende incidenteel appel in de door de man aanhangig gemaakte appelprocedure. Gevolgen intrekking hoger beroep door man zonder instemming vrouw.
VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
[de man], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. den Hoed.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 319428/FA RK 08-7197 van de rechtbank ′s-Gravenhage van 20 oktober 2009, 26 augustus 2010 en 27 mei 2011;
b. de beschikkingen in de zaak 200.092.662/01 van het gerechtshof te ′s-Gravenhage van 22 februari 2012 en 30 mei 2012.
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikkingen van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. De man heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het principaal beroep.
De advocaat van de vrouw heeft bij brief van 15 november 2013 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel in het principale beroep
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het principale beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 20 december 2013.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: