29 juni 2012
Eerste Kamer
11/00927
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
ROMULUS PROPERTY X B.V.,
gevestigd te Ubbergen,
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Romulus en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 191079/ HA ZA 09-1844 van de rechtbank Arnhem van 16 december 2009 en 10 maart 2010;
b. het arrest in de zaak 200.068.582 van het gerechtshof te Arnhem van 28 december 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Romulus beroep in cassatie ingesteld. [Verweerder] heeft incidenteel cassatiebroep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Romulus toegelicht door haar advocaat en mr. R.L. de Graaff, advocaat bij de Hoge Raad. Namens [verweerder] is de zaak toegelicht door mr. J.H.M. van Swaaij, advocaat te Nijmegen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het principale en incidentele beroep.
3. Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Romulus in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 1.840,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Romulus begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 29 juni 2012.