Bij de bestreden beschikking is, voor zover thans van belang, met ingang van de dag waarop de beschikking tot echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand de bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding (hierna ook: kinderalimentatie) van [minderjarige] , bepaald op € 533,- per maand en de bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partneralimentatie) op € 2.666,- per maand. Ook is bepaald dat het Japanse paspoort bij [minderjarige] hoort en telkens met hem meegaat van de ene naar de andere ouder.
4.2.1.
De grieven van de vrouw zien op de kwestie van het paspoort van [minderjarige] , op de behoefte van [minderjarige] en de behoefte van de vrouw, alsmede op de draagkracht van de man.
4.2.2.
De vrouw heeft verzocht, primair:
1. de man te veroordelen om het Japanse paspoort van [minderjarige] aan de vrouw te doen toekomen, binnen 7 dagen na dagtekening van de door het hof te geven beschikking;
2. te bepalen dat de man aan de vrouw een kinderalimentatie voor [minderjarige] dient te betalen ter hoogte van € 642,- per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking;
3. te bepalen dat de man aan de vrouw een partneralimentatie dient te betalen ter hoogte van € 6.500,- per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking,
subsidiair:
4. te bepalen dat zowel het Japanse als het Engelse paspoort met [minderjarige] meereist;
5. de man in een tussenbeschikking te veroordelen om binnen 7 dagen aan de vrouw een afschrift te overhandigen van de navolgende documenten:
- de arbeidsovereenkomst van de man;
- alle (overige) afspraken tussen de man en zijn werkgever en/of [bedrijf 1] (bij wie de man feitelijk werkt) over de bonus en de hiervoor te behalen targets/uren;
- de berekening van de bonus waar de man in de periode van 1 januari 2017 tot en met mei 2019 recht op heeft, inclusief onderliggende verificatoire bescheiden, waaronder in ieder geval een overzicht van de uren/targets die de man in deze periode daadwerkelijk heeft behaald;
- de jaaropgaven 2019 en – zodra hij deze heeft ontvangen – 2020 van de man;
- de aangifte Inkomstenbelasting 2019 van de man althans andere verificatoire bescheiden waaruit blijkt op welke wijze de terugbetaling van de bonus fiscaal is verwerkt alsook wanneer dit is gebeurd.