Privé gebruik auto (PGA). Belanghebbende beschikt niet over een kilometeradministratie. De Inspecteur heeft terecht voordeel vanwege PGA in aanmerking genomen.
Rechtspraak.nl V-N Vandaag 2019/2733 V-N 2020/5.27.4 NLF 2019/2718 met annotatie van
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 30 november 2018, nummers BRE 17/5052, 17/5053 en 17/5054 in het geding tussen
belanghebbende,
en
de Inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de hierna te vermelden navorderingsaanslagen.
1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.1.
Aan belanghebbende zijn de volgende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd:
̶ Voor het jaar 2013 onder aanslagnummer [aanslagnummer] H.37.01 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 147.072. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht van € 873;
̶ Voor het jaar 2014 onder aanslagnummer [aanslagnummer] H.47.01 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 146.572. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht van € 554;
̶ Voor het jaar 2015 onder aanslagnummer [aanslagnummer] H.57.01, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 148.212. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht van € 235.
1.1.2.
Deze navorderingsaanslagen en beschikkingen belastingrente zijn bij uitspraken op bezwaar van de Inspecteur gehandhaafd.
1.2.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De griffier van de Rechtbank heeft eenmaal griffierecht geheven, in de zaak met kenmerk 17/5052, van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
1.3.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
De griffier heeft eenmaal griffierecht geheven, in de zaak met kenmerk 19/00011, van € 128. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.4.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 26 september 2019 te ’s‑Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] . Belanghebbende is - zonder kennisgeving aan het Hof - niet verschenen. De griffier heeft verklaard dat zij belanghebbende bij op 12 augustus 2019, met nummer [nummer] , aangetekend naar het door belanghebbende zelf opgegeven adres verzonden uitnodiging, waarvan een afschrift tot de stukken behoort, heeft kennis gegeven van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Tot de stukken van het geding behoort een kopie van het op de onderhavige uitnodiging betrekking hebbende gedeelte van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de op dat verzendbewijs betrekking hebbende statusinformatie. Hieruit volgt dat de uitnodiging op 13 augustus 2019 op het door belanghebbende opgegeven adres is afgeleverd.
1.5.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
1.6.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
2.1.
In 2013, 2014 en 2015 was belanghebbende in loondienst bij [bedrijf] B.V. In die jaren was aan hem door de werkgever een auto ter beschikking gesteld. In de periode 1 januari 2013 tot 14 september 2015 was dit een Volvo XC60 met een cataloguswaarde van € 61.400 en in de periode 14 september 2015 tot en met 31 december 2015 was het een Audi A6 Limousine met een cataloguswaarde van € 61.542.
2.2.
De Inspecteur heeft een aan belanghebbende verstrekte verklaring ‘geen privégebruik auto’ (hierna: de verklaring) bij beschikking van 5 december 2012 ingetrokken. Belanghebbende is gewezen op de mogelijkheid om een nieuwe verklaring aan te vragen. Dit heeft belanghebbende niet gedaan.
2.3.
Uit een bij de werkgever over de periode 2013 tot en met 2015 ingesteld boekenonderzoek is gebleken dat belanghebbende over deze jaren geen rittenadministratie heeft bijgehouden.
2.4.
De Inspecteur heeft navorderingsaanslagen IB/PVV aan belanghebbende opgelegd wegens het privégebruik van de door de werkgever ter beschikking gestelde auto’s. Tegen de navorderingsaanslagen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft de bezwaren bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
3.1.
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de Inspecteur voor elk van de onderhavige jaren terecht het privégebruik van de door de werkgever ter beschikking gestelde auto’s bij belanghebbende heeft nagevorderd.
3.2.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur en van de navorderingsaanslag. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4 Gronden
Ten aanzien van het geschil
4.1.
Het Hof heeft bij de beoordeling van de zaak in aanmerking genomen dat belanghebbende in hoger beroep geen nieuwe feiten en omstandigheden heeft gesteld, dan wel zijn stellingen nader, met bewijs, heeft onderbouwd. De intrekking van de verklaring ‘geen privégebruik auto’ in 2012 staat los van de onderhavige navorderingsaanslagen over de jaren 2013, 2014 en 2015. Als belanghebbende het niet eens was met die intrekking had hij daartegen rechtsmiddelen moeten aanwenden (artikel 13bis, lid 14, Wet loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB), dan wel lid 13 (2015)) of een nieuwe verklaring aan moeten vragen (artikel 13bis, lid 13, Wet LB, dan wel lid 12 (2015)). Deze stelling doet ook overigens niet ter zake. Het is immers belanghebbende die moet doen blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt indien de auto ook voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld (artikel 3.1, lid 2, aanhef en onder b, Wet IB 2001 in samenhang gelezen met artikel 3.81 Wet IB 2001 en artikel 13bis, lid 1, Wet LB). Daar komt nog bij dat de Inspecteur ook in het geval een werknemer beschikt over een verklaring ‘geen privégebruik auto’ op enig moment kan verzoeken te doen blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (artikel 13bis, lid 15, Wet LB, dan wel lid 14 (2015)). Gelet op het voorgaande heeft de Rechtbank een juiste beslissing genomen. De uitspraak van de Rechtbank moet worden bevestigd.
Ten aanzien van het griffierecht
4.2.
Het Hof is van oordeel dat er geen redenen aanwezig zijn om te gelasten dat de Inspecteur aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk vergoedt.
Ten aanzien van de proceskosten
4.3.
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
5 Beslissing
Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Aldus gedaan op 17 oktober 2019 door M.J.C. Pieterse, voorzitter, P. Fortuin en J.M. van der Vegt, in tegenwoordigheid van A.A. van Wendel de Joode, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden.
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen.
Bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
de naam en het adres van de indiener;
een dagtekening;
een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
e gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: