Artikel 339 lid 5 Rv. Vordering in de vrijwaringszaak in eerste aanleg afgewezen op grond van de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak. In hoger beroep wordt in de hoofdzaak opnieuw een incident tot oproeping in vrijwaring opgeworpen.
gewezen in het incident tot oproeping in vrijwaring
in de zaak van
[de man]
,
wonende te [woonplaats],
appellant in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat: mr. A.A. den Hollander te Middelharnis,
tegen
Asbestsanering en Milieutechniek [Asbestsanering en Milieutechniek] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. H.A.M.J. Loeffen te Geldrop,
op het bij exploot van dagvaarding van 8 maart 2013 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank 's-Hertogenbosch gewezen vonnis van 12 december 2012, zoals dat vonnis is hersteld bij vonnis van 23 januari 2013, tussen appellant – [appellant] – als eiser en geïntimeerde – [Asbestsanering en Milieutechniek] – als gedaagde.
1 Het geding in eerste aanleg (zaaknummer/rolnummer 237253 / HA ZA 11-1524)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis, het herstelvonnis van 23 januari 2013, het vonnis in het incident van 25 januari 2012 en naar het tussenvonnis van 23 mei 2012.
2 Het geding in hoger beroep
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, tevens houdende wijziging en vermindering van eis met producties;
- de memorie van antwoord in principaal appel tevens incidentele memorie tot oproeping in vrijwaring met producties;
- de antwoordmemorie in het incident.
Partijen hebben arrest gevraagd in het incident.
3 De beoordeling
In het incident
3.1.
De incidentele vordering strekt tot oproeping in vrijwaring van [de man], h.o.d.n. [Dakbedekkingen] Dakbedekkingen ([Dakbedekkingen]). [appellant] refereert zich wat betreft de incidentele vordering aan het oordeel van het hof.
3.2.
Uit de overgelegde processtukken blijkt dat:
- de rechtbank bij vonnis in het incident van 25 januari 2012 [Asbestsanering en Milieutechniek] heeft toegestaan om [Dakbedekkingen] in vrijwaring op te roepen;
- [Asbestsanering en Milieutechniek] [Dakbedekkingen] in vrijwaring heeft doen dagvaarden;
- de vrijwaringsprocedure bij de rechtbank is geregistreerd onder zaaknummer/ rolnummer 244347/HA ZA 12-234;
- de rechtbank bij het bestreden vonnis van 12 december 2012, hersteld bij vonnis van 23 januari 2013, in de hoofdzaak de vordering van [appellant] heeft afgewezen;
- de rechtbank bij vonnis van 12 december 2012, hersteld bij vonnis van 23 januari 2013, op grond van de afwijzing in de hoofdzaak in de vrijwaringszaak de vordering van [Asbestsanering en Milieutechniek] heeft afgewezen.
3.3.
Artikel 339 lid 5 Rv bepaalt dat indien in eerste aanleg een vordering tot vrijwaring geheel of gedeeltelijk is afgewezen op grond van de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak, het hoger beroep daartegen openstaat tot het moment dat in de hoofdzaak in hoger beroep de conclusie van antwoord wordt genomen. Gelet op de in de vrijwaringsprocedure gegeven afwijzingsgrond, is het hof van oordeel dat [Asbestsanering en Milieutechniek] op grond van de aangehaalde bepaling in hoger beroep kon komen van het vonnis in de vrijwaringszaak (hetgeen zij overigens ook heeft gedaan – de vrijwaringsprocedure is bij dit hof aanhangig onder zaaknummer HD 200.143.995/01) en dat haar vordering tot oproeping in vrijwaring van [Dakbedekkingen] om die reden niet kan worden toegewezen.
3.4.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [Asbestsanering en Milieutechniek] worden veroordeeld in de kosten van het incident.
In de hoofdzaak
3.5.
De zaak wordt naar de rol verwezen voor beraad. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4 De beslissing
Het hof:
in het incident:
wijst de vordering van [Asbestsanering en Milieutechniek] af;
veroordeelt [Asbestsanering en Milieutechniek] in de proceskosten van het incident, welke kosten aan de zijde van [appellant] tot de dag van deze uitspraak worden begroot op € 894,-- aan salaris advocaat;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 22 april 2014 voor beraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.N.M. Antens, en M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 april 2014.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: