3.1.
In eerste aanleg heeft VWS in conventie tegen Ventraco en [bestuurder V] gevorderd – samengevat – een verbod op inbreuk op EP 415 met nevenvorderingen. In reconventie hebben Ventaco en [bestuurder V] gevorderd – samengevat – vernietiging van het Nederlandse deel van EP 415, een verklaring voor recht dat Ventraco geen inbreuk heeft gemaakt en dat VWS NL 442 en EP 415 onrechtmatig heeft gehandhaafd en een schadevergoeding.
3.2.
De rechtbank heeft bij vonnis van 27 juli 2016 – samengevat – Ventraco verboden indirect inbreuk te maken op EP 415, Ventraco veroordeeld tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat, Ventraco bevolen tot het doen van opgave en Ventraco veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen tegen [bestuurder V] heeft de rechtbank afgewezen. In reconventie zijn de vorderingen van Ventraco en [bestuurder V] afgewezen.
3.4.
In het incident vordert VWS dat het hof, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad:
(a) bepaalt dat VWS, binnen 48 uur na betekening van het arrest in het incident, op eigen kosten en zonder enige nadere beperking, op haar eerste verzoek:
reproduceerbaar inzage krijgt van Ventraco in, althans van haar afschrift krijgt van:
i. alle inkoopfacturen, verkoopfacturen en voorraadadministratie met betrekking tot (RheoFalt HP-)EM en (RheoFalt HP-)AM voor zover betrekking hebbend op een bitumenverjongingsadditief gebaseerd op NX-4670, GX-1915 en/of GV-1963, althans enig CNSL destillatieresidu volgens EP 415, vanaf 31 januari 2014 althans een door het Hof in goede justitie te bepalen datum, bedoelde inzage te verstrekken op dusdanige wijze dat het totaal aan ingekocht bitumenverjongingsadditief (de inkoopfacturen Cardolite) samenvalt met de som van het totaal van de voorraadadministratie en het totaal van de verkoopfacturen;
ii. alle analysecertificaten met betrekking tot (RheoFalt HP-)EM en
(RheoFalt HP)AM, althans met betrekking tot enig bitumenverjongingsadditief gebaseerd op NX-4670, GX-1951 en/of GV-1963, althans enig CNSL destillatieresidu volgens EP415;
iii. alle correspondentie met de NCOB, TOP-Consultants m.b.t. de opname van (RheoFalt HP-)EM en (RheoFalt HP)-AM op de OPWA lijst;
voorts: van Ventraco ter beschikking krijgt, zo nodig onder opheffing van het bewijsbeslag zoals gelegd op 27 januari 2017:
iv. een exemplaar van gedrukt reclamemateriaal,
v. een gesloten blik met daarop onder meer de vermelding RHEOFALT
HP-AM, en
vi. een aangebroken plastic 5 liter can met daarop onder meer de
vermelding: RHEOFALT HP-AM
welke bescheiden en monsters door de deurwaarder blijkens diens procesverbaal
van 27 januari 2017 in bewaring worden gehouden;
(b) Ventraco te gebieden om ten aanzien van de onder (a) sub (i) tot en met (iii) genoemde documenten, de reproduceerbare inzage, althans afschrift - desgewenst op een gegevensdrager - te verschaffen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag, voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Ventraco hieraan niet voldoet, met een maximum van € 500.000-;
(c) Ventraco te gebieden om ten aanzien van de onder (a) sub (iv) tot en met (vi) genoemde inzage en verkrijging van afschrift te gehengen en gedogen en zich dienaangaande te onthouden van elke vorm van tussenkomst richting de betreffende deurwaarder die de bescheiden en monsters bewaart, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag, voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Ventraco hieraan niet voldoet, met een maximum van € 500.000-;
(d) Te bepalen dat VWS gelegenheid zal hebben om desgewenst binnen 8 weken na het in het incident te wijzen incidenteel arrest een akte te nemen, om het op grond daarvan vergaarde bewijs in deze procedure over te leggen en zich daarover uit te laten, alsmede om op basis daarvan eventueel haar eis te wijzigen of te vermeerderen.
(e) Ventraco te veroordelen in de kosten ex art. 1019h Rv van het incident.