Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2024:54

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
03-01-2024
12-02-2024
200.329.100/01
Bestuursstrafrecht, Strafprocesrecht
Hoger beroep

Onnodig geluid veroorzaken. Het voertuig had een aangepast uitlaatsysteem en produceerde tijdens het rijden een (zwaar) brullend geluid. Dat dit ook een overtreding van de permanente voertuigeisen kan opleveren, betekent niet dat de ambtenaar geen sanctie kon opleggen voor de onderhavige gedraging.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer

: Wahv 200.329.100/01

CJIB-nummer

: 247366128

Uitspraak d.d.

: 3 januari 2024

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 11 mei 2023, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is M.J.M. Bergers, kantoorhoudende te Maastricht.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.

De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 400,- voor: “als bestuurder met een motorvoertuig of als brom- of snorfietser onnodig geluid veroorzaken”. Deze gedraging zou zijn verricht op 2 februari 2022 om 20.40 uur op de Ringweg-Oost (A10) in Amsterdam met het voertuig met het kenteken [kenteken] . De officier van justitie heeft het bedrag van de sanctie gematigd tot € 250,-.

2. De gemachtigde van de betrokkene stelt zich op het standpunt dat geen sprake is geweest van het veroorzaken van onnodig geluid. Als de uitlaat van de motor volgens de ambtenaar niet aan de eisen voldeed, dan had hij daar een sanctie voor moeten opleggen. Nu de ambtenaar dat niet heeft gedaan en hij slechts heeft geconstateerd dat de motor een zwaar brommend geluid maakte, kan de inleidende beschikking niet in stand blijven.

3. De verweten gedraging betreft een overtreding van artikel 57 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), dat luidt: “Bestuurders van een motorvoertuig, bromfietsers en snorfietsers mogen met hun voertuig geen onnodig geluid veroorzaken.”

4. Uit vaste rechtspraak volgt dat bij de beoordeling of sprake is van het veroorzaken van onnodig geluid in de zin van het hierboven genoemde artikel, het normale, geaccepteerde, door dat motorvoertuig veroorzaakte geluid, als uitgangspunt wordt genomen.

5. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:

“Ik, verbalisant, reed als bestuurder van een opvallend dienstvoertuig, zijnde een personenauto (…). Hierbij reed ik over de autosnelweg, de Rijksweg A10 Noord (…). Ik, verbalisant, zag voor mij uit rijden een bestuurder van een 2-wielige motorfiets. Het viel mij, verbalisant, op dat de bestuurder van de motorfiets, met genoemde motorfiets te hard reed. (…) Tevens viel het mij, verbalisant, op dat ik het gebrul van de motorfiets steeds meer en meer begon te horen naarmate ik dichter bij de motorfiets kwam. Op het moment dat ik achter de motorfiets reed zag ik dat deze motorfiets twee uitlaten had gemonteerd gekregen, elk aan één kant van de motorfiets. Het viel mij, verbalisant, op dat de uitlaten eigenlijk niet meer dan twee pijpen betroffen. Ik, verbalisant, zag dat er in het geheel geen (geluid)dempers in gemonteerd waren. Hierop reed ik genoemde motorfiets voorbij. Het viel mij, verbalisant, op dat het geluid van de motorfiets een stuk minder werd op het moment dat ik voor genoemde motorfiets uitreed. Hierop heb ik de bestuurder van genoemde motorfiets een volgteken gegeven middels het verlichte transparant, waaraan hij voldeed. Nadat wij tot stilstand waren gekomen heb ik, verbalisant, betrokken bestuurder direct medegedeeld dat hij geen antwoord hoefde te geven. (…) Hierbij zag ik dat in beide genoemde uitlaten geen demper gemonteerd zat. Ik zag namelijk dat ik in beide uitlaatpijpen kon kijken totdat zij ter hoogte van het motorblok een knik maakten. Op de plaats waar normaal gesproken de (geluid)dempers hoorden te zitten zaten nu slechts en alleen de bevestigingsgaten van de (geluid)dempers, zie bijgevoegde foto’s. Betrokkene gaf aan dat hij nieuwe dempers had besteld maar dat die nog niet waren geleverd. (…)

Aan betrokkene is de cautie verleend.

Verklaring betrokkene: Ik wens niets te verklaren.”

6. Uit de verklaring van de ambtenaar blijkt dat sprake was van een aangepast uitlaatsysteem. Dit wordt door de (gemachtigde van de) betrokkene ook niet betwist. Daarnaast heeft de ambtenaar verklaard dat het voertuig van de betrokkene tijdens het rijden een (zwaar) brullend geluid produceerde. Het geluid werd dus door de ambtenaar ervaren als beduidend meer geluid dan normaal. Het hof ziet geen aanleiding te twijfelen aan de constatering van de ambtenaar.

7. In het arrest van 23 juli 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:6729) heeft het hof overwogen dat artikel 57 van het RVV 1990 een gedragsregel is, die verbiedt om een voertuig op zodanige wijze te gebruiken dat onnodig geluid wordt veroorzaakt en dat dit voorschrift en de uitleg daarvan door het hof niet zijn aan te merken als een uitbreiding op de permanente voertuigeisen in de Regeling voertuigen. Rijden met een voertuig waarvan de uitlaat is veranderd, waardoor geluidsnormen worden overschreden, kan ook een overtreding van permanente voertuigeisen opleveren. Dat betekent echter niet dat een ambtenaar geen sanctie kan opleggen voor onnodig geluid veroorzaken, wanneer hij constateert dat met een dergelijk voertuig op de openbare weg buitensporig geluid wordt gemaakt. Voertuigeisen en gedragsregels kunnen dan ook naast elkaar bestaan.

8. Gelet op het voorgaande kan worden vastgesteld dat de hierboven onder 1. genoemde gedraging is verricht. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter daarom bevestigen. Aanleiding voor het toekennen van een van proceskostenvergoeding is er niet.

De beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter;

wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van Swart als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.