De beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “als bestuurder met een motorvoertuig of als brom- of snorfietser onnodig geluid veroorzaken” die - na wijziging door de kantonrechter € 250,- bedraagt. Deze gedraging zou zijn verricht op
22 augustus 2021 om 17:01 uur op het Laaghemaal in Rosmalen met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. Namens de betrokkene wordt ontkend dat de gedraging is verricht. Op grond van de beelden kan de betrokkene bewijzen dat hij geen onnodig geluid heeft veroorzaakt, aldus de gemachtigde.
3. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat onder meer de volgende gegevens:
“Op zondag 22 augustus 2021 omstreeks 17:01 uur zag ik over het Laaghemaal (…) een lichtblauwe Porsche naderen. Ik zag en hoorde dat de bestuurder zeer fors zijn snelheid vermeerderde (….). Ik zag en hoorde dat de bestuurder ter hoogte van de oversteekplaats (…) het gas terugnam waardoor het uitlaatsysteem een knetterend geluid produceerde. Ik stelde vast dat dat geluid onnodig was. Tegen de bestuurder zal door mij een proces-verbaal worden opgemaakt ter zake het onnodig geluid produceren. (…) De gedraging is (…) op mp4-video vastgelegd. Deze videoregistratie blijft beschikbaar (…) voor de duur van het proces.”
5. Daarnaast bevat het dossier een proces-verbaal van bevindingen van 25 augustus 2021, inhoudende als verklaring van de ambtenaar - zakelijk weergegeven -
Op 22 augustus 2021, tussen 16.45 uur en 17.20 uur, bevond ik mij op de voor het openbaar verkeer openstaande weg het Laaghemaal te Rosmalen. Om 16:45 uur bevond ik mij op de oversteekplaats die op deze weg is gesitueerd. Deze oversteekplaats is uitgevoerd met een middengeleider, voorzien van een hekwerk. Ik zag toen een sportief uitgevoerde auto en hoorde dat het uitlaatsysteem van deze auto een onnodig knetterend geluid maakte. Waarschijnlijk wordt dat geluid veroorzaakt door snel met het voertuig op te trekken en dan het gas los te laten. Kennelijk ontbrandt er dan brandstof in de motor op zodanige wijze dat er een knetterend geluid wordt veroorzaakt. Dit geluid is onnodig. Vanaf 16:57 uur ben ik vanaf de oprit naar het gebouw van de postduivenvereniging aan het Laaghemaal langsrijdende personenauto’s, waarvan ik aannemelijk achtte dat deze deel uit maakten van een spontane carmeeting, gaan vastleggen. Omstreeks 17:01 uur zag ik een lichtblauwe Porsche met het kenteken [kenteken] naderen. Ik zag en hoorde dat de bestuurder de snelheid van het voertuig fors vermeerderde en mij met een hoge snelheid, waarschijnlijk met een hogere snelheid dan de toegestane snelheid van 50 km per uur, passeerde. Ik zag en hoorde dat de bestuurder ter hoogte van de oversteekplaats het gas terugnam waardoor het uitlaatsysteem een knetterend geluid produceerde.
6. De vermeende gedraging betreft een overtreding van artikel 57 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), dat luidt: “Bestuurders van een motorvoertuig, bromfietsers en snorfietsers mogen met hun voertuig geen onnodig geluid veroorzaken.”
7. Artikel 57 van het RVV 1990 is bedoeld om op te kunnen treden juist in die gevallen waarin een voertuig aan alle daaraan te stellen eisen voldoet maar daarmee onnodig geluid gemaakt wordt. Onder onnodig geluid moet worden verstaan het geluid dat sterker is dan het geluid dat het rijden met een naar de eisen van de tijd normaal ingerichte auto onvermijdelijk veroorzaakt. Van onnodig geluid zal men eerst kunnen spreken, zodra het veroorzaakte geluid het normale, geaccepteerde, door auto's veroorzaakte geluid te boven gaat. Voor de vaststelling of er sprake is van onnodig geluid in de zin van artikel 57 van het RVV 1990 is niet bepalend of er iemand is die overlast heeft ondervonden van het geluid en evenmin of een bepaald geluidniveau wordt overschreden.
8. Het hof stelt vast dat op de door advocaat-generaal ingebrachte beelden kan worden waargenomen dat een lichtblauwe Porsche met voormeld kenteken vanaf de linkerzijde in beeld aan komt rijden over het Laaghemaal in Rosmalen. De ambtenaar bevindt zich op een aan de weg gelegen oprit en wordt door de Porsche gepasseerd, waarbij geluid hoorbaar is van een niveau dat van een voertuig van dit merk en type kan worden verwacht. Dat, dan wel of, met het voertuig met een hogere snelheid wordt gereden dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid kan op basis van de beelden niet worden vastgesteld. Vervolgens is te zien dat het voertuig een oversteekplaats voor fietsers en voetgangers, gelegen aan de rechterzijde van de ambtenaar, nadert. Bij het passeren van die oversteekplaats is een ratelend geluid hoorbaar. Het geluid dat wordt geproduceerd is van een niveau dat het geluid dat het voertuig rijdend maakt slechts in geringe mate overstijgt. Het geluid wordt naar het hof aanneemt veroorzaakt door vrijgekomen brandstof die door het loslaten van het gaspedaal in het uitlaatsysteem wordt verbrand, hetgeen ook logisch is omdat op de beelden is te zien dat het voertuig een oversteekplaats nadert. Dat betekent dat het in dit geval door het betreffende voertuig geproduceerde geluid, nu blijkens de beelden met het voertuig geen bijzondere en van het normale gebruik afwijkende verrichtingen worden uitgevoerd, niet zonder meer gekwalificeerd kan worden als onnodig geluid als bedoeld in artikel 57 van het RVV 1990. De inleidende beschikking kan niet in stand blijven.
9. Het voorgaand betekent dat hetgeen de gemachtigde van de betrokkene overigens naar voren heeft gebracht geen bespreking behoeft. Het hof zal als volgt beslissen.
10. De proceskosten komen voor vergoeding in aanmerking. Aan het indienen van het administratief beroepschrift, het beroepschrift bij de kantonrechter en het indienen van hoger beroepschrift dienen in totaal drie punten te worden toegekend. Het hof zal, met toepassing van artikel 2, derde lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor het telefonisch horen in administratief beroep een half punt toekennen. De waarde per punt bedraagt voor het administratief beroep € 624,- en voor het (hoger) beroep € 875,-. Gelet op de aard van de zaak wordt de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toegepast. Aldus zal het hof de advocaat-generaal veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 1.343,- (= (1,5 x € 624,- x 0,5) + (2 x € 875,- x 0,5)).