Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2022:3543

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
03-05-2022
05-05-2022
200.307.783/01
Civiel recht
Hoger beroep

Meerdere herstelexploten uitgebracht. Art. 125 Rv. Appellant niet-ontvankelijk.

Rechtspraak.nl
RBP 2022/54

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.307.783/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 152926)

arrest van 3 mei 2022

in de zaak van

[appellante] Holding B.V.,

gevestigd te Naaldwijk,

appellante,

bij de rechtbank: eiseres,

hierna: [appellante] Holding,

advocaat: mr. D.T. Mensinga, die kantoor houdt te Naaldwijk,

tegen

1. [geïntimeerde1] , in haar hoedanigheid van erfgenaam (onder aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving) van [erflater] ,

wonende te [woonplaats1] ,

2 de gezamenlijke erfgenamen van [erflater] ,

laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats1] ,

geïntimeerden,

bij de rechtbank: gedaagde,

hierna gezamenlijk te noemen: geïntimeerden,

niet verschenen.

1 Het verloop van de procedure bij de rechtbank

Voor het verloop van de procedure bij de rechtbank verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 10 mei 2017, 20 juni 2018 en 19 juni 2019 die de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen tussen [appellante] Holding en [erflater] (verder te noemen: [erflater] ).

2 Het verloop van de procedure in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 18 september 2019;

- het herstelexploot van 14 februari 2020;

- de herstelexploten van 14 februari 2022;

- de brief met bijlagen van mr. Mensinga van 29 maart 2022. Tot de bijlagen behoort een exploot van mr. Grijmans namens [erflater] van 15 februari 2021 waarin deze incidenteel hoger beroep aankondigt.

2.2

Geïntimeerden zijn niet verschenen. Het hof heeft arrest bepaald op het griffiedossier.

3 De ontvankelijkheid van het hoger beroep

3.1

Op 18 september 2019 heeft [appellante] Holding de dagvaarding in hoger beroep aan [erflater] betekend. In de dagvaarding is 4 februari 2020 als verschijndag aangezegd. Op

14 februari 2020 heeft [appellante] Holding een (eerste) herstelexploot op grond van artikel 125 lid 5 Rv aan [erflater] betekend, omdat de dagvaarding in hoger beroep van 18 september 2019 niet tijdig is aangebracht. In dit herstelexploot is 2 februari 2021 als nieuwe verschijndag aangezegd. Omdat ook dit herstelexploot niet tijdig is aangebracht heeft [erflater] als incidenteel appellant op 15 februari 2021 een exploot uitgebracht en betekend aan [appellante] Holding, met als verschijndag 1 februari 2022. [erflater] is vervolgens [in] 2021 overleden. Dit beoogd incidenteel appel is niet door zijn erfgenamen bij het hof aangebracht. Vervolgens heeft [appellante] Holding op 14 februari 2022 twee herstelexploten laten betekenen aan geïntimeerden afzonderlijk en hen opgeroepen om op 15 maart 2022 te verschijnen. Op

15 maart 2022 heeft [appellante] Holding de zaak bij het hof aangebracht.

3.2

Het hof heeft [appellante] Holding in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. In haar brief van 29 maart 2022 heeft [appellante] Holding zich daarover uitgelaten.

3.3

[appellante] Holding heeft aangevoerd dat zij ontvankelijk is in het door haar ingestelde hoger beroep. Beide partijen hebben destijds beoogd om tegen de vonnissen in eerste aanleg hoger beroep in te stellen. Dit blijkt ook uit de overgelegde exploten. De erfgenamen van [erflater] hebben na diens overlijden de dagvaarding met roldatum 1 februari 2022 niet bij het hof aangebracht. In navolging hiervan heeft [appellante] Holding een herstelexploot uitgebracht en de zaak aangebracht op de rol van 15 maart 2022. De exploten zijn steeds binnen de termijn van twee weken uitgebracht. [appellante] Holding merkt verder op dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. Beide partijen wilden het hoger beroep handhaven. Dat [erflater] inmiddels is overleden en geïntimeerden het hoger beroep kennelijk niet willen of kunnen vervolgen, maakt niet dat de afspraak tussen partijen om het hoger beroep door te zetten van de baan is.

3.4

Het hof stelt het volgende voorop. Op grond van artikel 125 lid 1 jo. 353 lid 1 Rv is het geding in hoger beroep aanhangig vanaf de dag van de dagvaarding in hoger beroep. Op grond van artikel 125 lid 2 Rv wordt het exploot van de dagvaarding door appellant bij de griffie ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaand aan de in de dagvaarding vermelde roldatum. Wanneer de dagvaarding niet op de aangezegde roldatum bij de griffie van het hof is ingeschreven, kan op grond van artikel 125 lid 5 Rv herstel van dit verzuim plaatsvinden door binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot uit te brengen.

3.5

Een geldig herstelexploot is een exploot waarbij geïntimeerde met handhaving van de oorspronkelijke dagvaarding en met inachtneming van de dagvaardingstermijn wordt opgeroepen tegen een nieuwe verschijndag. De appellant moet vervolgens de dagvaarding en het herstelexploot tijdig voor de nieuw aangezegde roldatum bij de griffie indienen. Wordt het herstelexploot niet tijdig ingeschreven in de zin van artikel 125 lid 2 Rv dan mist het herstelexploot gevolg, wat ertoe leidt dat het geding zijn aanhangigheid verliest.1

3.6

In dit geval heeft [appellante] Holding nagelaten om de dagvaarding van 18 september 2019 tijdig – dus voor de rolzitting van 4 februari 2020 – bij de griffie in te dienen. [appellante] Holding heeft dit verzuim trachten te herstellen door middel van het eerste herstelexploot van
14 februari 2020, die als nieuwe verschijndag 2 februari 2021 vermeldt. Dit strookt met wat hiervoor in r.o. 3.4 is omschreven. Dit eerste herstelexploot is echter niet (tijdig) aangebracht, zodat, zoals hiervoor uiteen gezet, aan dit exploot geen gevolgen toekomen.

3.7

Vervolgens heeft [erflater] als incidenteel appellant op grond van artikel 127 jo 125 lid 5 Rv een exploot uitgebracht op 15 februari 2021 om zo het hiervoor genoemde verzuim te herstellen. In artikel 125 lid 5 Rv is slechts de mogelijkheid geboden om binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum, in dit geval 4 februari 2020, een herstelexploot in te dienen. Het herstelexploot van [erflater] en de daaropvolgende herstelexploten van [appellante] Holding zijn niet binnen twee weken na 4 februari 2020 uitgebracht en zijn daarom niet rechtsgeldig. Voor het exploot van [erflater] komt daar nog bij dat dit in het geheel niet is aangebracht.

3.8

Dit een en ander brengt niet-ontvankelijkheid mee van het hoger beroep. Het hof overweegt verder dat van bijzondere omstandigheden die dit anders zouden maken geen sprake is. Indien partijen de afspraak hadden om het hoger beroep veilig te stellen in afwachting van de uitkomst van onderhandelingen, hadden zij de zaak aan moeten brengen om deze vervolgens op de rol te laten doorhalen. Elke partij had de zaak dan op enig moment weer kunnen laten heropenen.

3.9

Gelet op het voorgaande zal [appellante] Holding niet-ontvankelijk worden verklaard in haar hoger beroep en zal zij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Deze worden aan de zijde van geïntimeerden begroot op nihil.

4 De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:

verklaart [appellante] Holding niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen de vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden waarvan beroep;

veroordeelt [appellante] Holding in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Visser c.s. begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.H. Kuiper, J. Smit en P.S. Bakker en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op

3 mei 2022.

1 HR 17 september 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1063, HR 22 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1934 en HR 10 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:927

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.