2.3
[verzoeker] verzoekt in hoger beroep dat het hof de bestreden beschikking zal vernietigen en, opnieuw beschikkende, bij beschikking:
primair:
I. voor recht zal verklaren dat:
1. aan de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] door SKF d.d. 4 augustus
2015 geen dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW ten grondslag ligt;
2. er geen grond is voor SKF om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te ontbinden wegens verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] ex artikel 7:669 lid 1 juncto lid 3 sub e BW en/of wegens een verstoorde arbeidsverhouding ex artikel 7:669 lid 1 juncto lid 3 sub g BW en evenmin wegens de andere gronden opgenomen in artikel 7:669 BW;
3. er geen grond is voor SKF om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] voorwaardelijk te ontbinden wegens verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] ex artikel 7:669 lid 1 juncto lid 3 sub e BW en/of wegens een verstoorde arbeidsverhouding ex artikel 7:669 lid 1 juncto lid 3 sub g BW en evenmin wegens de andere gronden opgenomen in artikel 7:669 BW;
II. SKF zal veroordelen - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - om:
a. de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] met ingang van 4 augustus 2015 te herstellen op basis van dezelfde arbeidsvoorwaarden als vóór de opzegging, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor elke dag dat SKF dit na betekening van de in deze zaak te wijzen beschikking nog mocht nalaten;
III. SKF - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - zal veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van:
a. het brutoloon van € 3.313,59 bruto per maand te vermeerderen met de 8% vakantietoeslag, de overige emolumenten en eventuele generieke en/of periodieke loonsverhogingen, zulks op de gebruikelijke wijze en tijdstippen en zolang de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd;
b. de wettelijke verhoging ad 50% als bedoeld in artikel 7:625 BW over het onder a. genoemde bruto maandloon c.a.;
c. de wettelijke rente over de onder a. en b. (het hof leest) verzochte bedragen vanaf de dag dat die bedragen verschuldigd zijn tot aan de dag van algehele voldoening;
IV. een voorziening ex artikel 7:683 lid 4 juncto 7:682 lid 6 BW zal treffen voor het geval het opzeggen van de arbeidsovereenkomst onomkeerbare gevolgen heeft of blijkt te hebben voor de opbouw van het pensioen van [verzoeker] in de periode dat de arbeidsovereenkomst opgezegd is geweest;
Subsidiair:
mocht het hof van oordeel zijn dat herstel van de arbeidsovereenkomst eerst per toekomende tijd mogelijk is, verzoekt [verzoeker] dat het hof (het hof leest) bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. SKF per de eerst mogelijke datum zal veroordelen om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te herstellen op basis van dezelfde arbeidsvoorwaarden als vóór de opzegging, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor elke dag dat SKF dit na betekening van de in deze zaak te wijzen beschikking nog mocht nalaten;
b. hem bij wijze van voorziening ex artikel 7:683 lid 4 juncto 7:682 lid 6 BW, ten laste van SKF een schadevergoeding zal toekennen dan wel een bedrag gelijk aan het loon c.a. dat SKF verschuldigd is vanaf 4 augustus 2015 tot en met de datum waarop de arbeidsovereenkomst is hersteld, en dat bedrag te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, zulks vanaf de datum waarop het loon c.a. opeisbaar zou zijn geweest tot aan de datum waarop de toegekende schadevergoeding dan wel het toegekende bedrag geheel is voldaan door SKF;
c. een voorziening ex artikel 7:683 lid 4 juncto 7:682 lid 6 BW zal treffen voor niet opgebouwd pensioen over de periode dat de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] was geëindigd;
d. SKF vanaf de datum dat de arbeidsovereenkomst is hersteld zal veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van het brutoloon van € 3.313,59 per maand te vermeerderen met de 8% vakantietoeslag, de overige emolumenten en eventuele generieke en/of periodieke loonsverhogingen, zulks op de gebruikelijk wijze en tijdstippen en zolang de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd en dit, voor zover dit loon c.a. door SKF te laat is betaald te vermeerderen met de wettelijke verhoging conform artikel 7:625 BW en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum der voldoening;
meer subsidiair:
in het geval het hof oordeelt dat de kantonrechter de ontbinding ten onrechte heeft toegewezen en er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan de zijde van [verzoeker] , maar het hof SKF niet veroordeelt tot herstel van de arbeidsovereenkomst, verzoekt [verzoeker] dat het hof (het hof leest) bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, SKF zal veroordelen tot betaling van:
a. een bedrag van € 6.262,69 bruto als de transitievergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de transitievergoeding is verschuldigd tot aan de datum van algehele voldoening;
b. een bedrag van € 18.788,05 bruto als de billijke vergoeding in de zin van artikel 7:683 lid 3 BW, dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen billijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de datum van algehele voldoening;
c. een bedrag van € 35.000,- bruto als de billijke vergoeding in de zin van artikel 7:681 lid 1 BW nu SKF heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW, dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen billijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de datum van algehele voldoening;
nog meer subsidiair:
in het geval het hof oordeelt dat er wel degelijk sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verzoeker] verzoekt hij dat het hof ( het hof leest) bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, SKF op grond van artikel 7:673 lid 8 BW zal veroordelen tot het uitbetalen van een transitievergoeding van € 6.262,69 bruto, nu het niet toekennen daarvan gelet op de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
uiterst subsidiair:
in het geval [verzoeker] er toch voor kiest om te berusten in de opzegging van de arbeidsovereenkomst (de switch), verzoekt hij dat het hof (het hof leest) bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, SKF zal veroordelen tot:
a. betaling van een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon c.a. over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging (2 maanden opzegtermijn) had behoren voort te duren, daarbij rekening houdend met de dag waartegen kon worden opgezegd door SKF ex artikel 7:672 lid 9 BW en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan datum der algehele voldoening;
b. betaling van de transitievergoeding van € 6.262,69 bruto, nu er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van [verzoeker] , en het achterwege laten van een transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, en de transitievergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop deze verschuldigd is tot aan de datum waarop deze geheel is voldaan door SKF;
c. betaling van een bedrag van € 35.000,- bruto als de billijke vergoeding in de zin van artikel 7:681 lid 1 BW, dan wel een door het hof in goede justitie te bepalen billijke vergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de datum van algehele voldoening;
primair, subsidiair, meer subsidiair, nog meer subsidiair en uiterst subsidiair:
SKF zal veroordelen in de kosten van deze procedure alsmede de procedure in eerste aanleg bij de kantonrechter, het salaris van de gemachtigde, het griffierecht daaronder begrepen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van de in deze te wijzen beschikking.